Onderwerp: JAZZ
24 Augustus 2012
De dag van het talent en de oude meester op Middelheim vrijdag
Tekst en beeld: Michiel Fokkema
Drie aanstormende talenten uit het conservatorium van Antwerpen bereiden zich tijdens de zomermaanden voor op hun concert op Jazz Middelheim onder leiding van coach en bassist Greg Cohen.
Bram De Looze: "Nauwelijks twintig is hij, en Bram De Looze geldt nu al als het belangrijkste pianotalent van de Belgische Jazz...” (Jazzmozaiek 2011). Hij studeerde dit jaar af met grootste onderscheiding.
Thomas Jillings (1990) studeert saxofoon bij Ben Sluijs en Kurt Van Herck. Hij speelde sinds hij met jazz begon in verschillende groepen, ook als leider o.m. in zijn eigen band: An Expedition into the Mind of Sgt. Fuzzy. Hij schrijft ook zelf muziek, zowel voor jazz- als voor klassieke bezettingen.
Jakob Warmenbol zit al sinds zijn twaalfde regelmatig achter de drums. Hij volgde les bij o.m. Nico Manssens, Billy Hart, Dré Pallemaerts en Teun Verbruggen. In 2011 behaalde hij de grootste onderscheiding op zijn eindexamen drums.
Bassist Greg Cohen is het best bekend van zijn werk in Masada, het beroemde kwartet van John Zorn. Hij werkte ook een tijd samen met saxofonist Ornette Coleman en is te horen op het album ‘Sound Grammar’. Greg Cohen valt op door zijn ronde, warme toon.
Ze trappen af met “a bit nervous” van Mischa Mengelberg en gelijk blijkt al dat we hier absoluut met aanstormend jong talent te maken hebben. Ook het volgende stuk van Ellington wordt perfect uitgevoerd. Na nog een nummer van Django Rheinardt gaan ze over op eigen repertoire te beginnen met een nummer van Thomas. Was hun spel in het oude werk nog erg voorzichtig, in hun eigen composities gaan ze toch meer uit hun dak en komen er meer in hun spel. Bram op de piano blinkt vooral iot door zijn uitermate volwassen spel. Thomas heeft een mooie warme toon maar lijkt wat zelfvertrouwen te kort te komen. In ieder geval drie nieuwe namen waar we in de toekomst zeker meer van zullen gaan horen.
Benieuwd hoe barokke darmsnaren klinken met een moderne trompet? De Nederlandse trompettist Eric Vloeimans en de Holland Baroque Society maken een tijdreis door vier eeuwen muziek en trekken van het hoge noorden naar het warme zuiden. Onderweg komen ze de meest wonderlijke dingen tegen. Of de zeventiende eeuw door de ogen van jazzvirtuoos Vloeimans. Eric Vloeimans heeft als trompettist een melodische en evocatieve stijl die aan Miles Davis herinnert. Hij is de voorbije jaren actief geweest in een brede waaier van ensembles, gaande van zijn cross-overband Gatecrash over het meer subtiele Fugimundi trio tot recent nog een prachtig duo met pianist Florian Weber.
De Holland Baroque Society ontstond zes jaar geleden. De hechte groep musici van Holland Baroque Society kreeg de historische uitvoeringspraktijk met de paplepel ingegoten. Het ensemble wil barokmuziek op een innovatieve manier programmeren en zowel levendig als historisch brengen. Barokmuziek staat centraal, maar ze slaan bruggen naar andere tradities en kunsten, gaan van de zeventiende en achttiende eeuw tot het hier en nu.
Dus even iets compleet anders. Barok met Jazz trompet. Beginnende met Telemann meanderend via de oom van Bach en Bach zelf komen ze uit bij “Reqieum” geschreven door Vloeimans zelf. Een prachtig stuk met de diepe tonen van het orgel en de bas. Het speelse “Wet Feet” van wederom Vloeimans zelf opgedragen aan de stad Rotterdam met korte pizzicato en een vrolijke bandoneon maakt de zaal weer vrolijk. Daarna een lyrisch stuk opgedragen aan zijn geliefde. De tweede set bestaat voor de helft uit 18de eeuwse muziek en de ander helft uit Oost-Europese volksmuziek. Daarbij blijkt Marc Constandse naast de een uitstekende bandoneon speler ook een begenadigd zanger te zijn. Een mooi langzame melodie wederom warm begeleidt. Daarna naadloos overgaand in een veel sneller stuk met stevig Balkan ritme. Misschien geen jazz, maar wel heel goed en ontroerend.
Pianist Stefano Bollani en de Braziliaanse bandolimspeler Hamilton de Holanda maken dartele en speelse muziek vol vrolijke en duizelingwekkende passages. Holanda haalt de bandolim, een soort mandoline, uit zijn keurslijf. In dit duo komen twee virtuozen samen.
Stefano Bollani is een klassiek geschoolde pianist die tot onwaarschijnlijke improvisaties in staat is waarbij hij Prokofiev linkt aan Lennon/McCartney of Scott Joplin aan Ornette Coleman.
De Braziliaan Hamilton de Holanda begon te spelen op zijn vijfde en voegde aan de bandolim twee snaren toe zodat ze er tien telt. Hij bevrijdde dat zinnebeeldige Braziliaanse instrument van sommige invloeden en stijlen en maakt er een universeel instrument van.
Met een ongelofelijk plezier, energie en passie spelen de mannen zich moeiteloos door allerlei ritmes en stijlen heen. Latin, jazz, klasiek, flamenco, het komt allemaal aan bod en met een ongekende vingervlugheid. Stefano kruipt bijna letterlijk in zijn piano en is een en al muziek. Hamilton gaat te keer op zijn kleine bandolim en weet er een groots en volwassen geluid uit te halen. Maar ook een ballad gaan ze niet uit de weg. Hoewel nog steeds snel gespeeld, spelen ze het wel heel gevoelig en met veel versieringen. Dat de heren ook humor hebben laat Stefano zien door vooruit te lopen op de volgende dag en een treffende imitatie te geven van Paolo Conte. Na een drietal toegiften krijgen ze een staande ovatie
2012 wordt het jaar van Toots Thielemans. Toots Thielemans is een Belgisch jazzmonument en levende legende en viert dit jaar zijn 90ste verjaardag. Naar Jazz Middelheim brengt hij zijn trouwe mondharmonica mee om zijn geliefkoosde jazz standards en eigen songs te spelen. Sinds Toots in 1981 optrad op Jazz Middelheim en de peter van het festival werd, was hij er elke editie bij. Toots tussen de bomen op Jazz Middelheim is elke keer weer magie. Hij maakte van de mondharmonica een volwaardig solo-instrument en ontwikkelde er een heel expressieve, pakkende stem op.
Hoewel hij ondersteund wordt als hij het podium op komt is zijn spel nog steeds ongeëvenaard en zijn toon is zuiver en helder. Perfect spelend met zijn vaste band wordt het in de tent ademloos stil. Hij speelt een thuis wedstrijd en het publiek is dol op hem. Als hij zijn lijflied “Bluesette”, ook wel het tweede Belgische volkslied genoemd, speelt gaat er een golf van applaus door het publiek. Met zijn gebruikelijke repertoire van standards en eigen werk verzorgd hij wederom een onvergetelijk concert.