Onderwerp: MUZIEK, JAZZ
1 November 2011
Groot saxofonist Sonny Rollins komt langzaam op gang
Tekst en beeld: Michiel Fokkema
Sonny Rollins (1930) groeide op in Harlem, New York, waar hij als jongen op de altsaxofoon zijn eerste muzikale kwaliteiten uitte. Maar hij stapte al snel over op de tenor, geïnspireerd door Coleman Hawkins.
Al snel werd hij een fan van Charlie Parker en Thelonious Monk werd zijn mentor en goeroe. Op jonge leeftijd speelde hij al met grootheden als Babs Gonzales, J.J. Johnson, Bud Powell en Miles Davis.
Miles Davis was een grote fan van Rollins en schrijft in zijn autobiografie: ‘began to hang out with Sonny Rollins and his Sugar Hill Harlem crowd...anyway, Sonny had a big reputation among a lot of the younger musicians in Harlem. People loved Sonny Rollins up in Harlem and everywhere else. He was a legend, almost a god to a lot of the younger musicians. Some thought he was playing the saxophone on the level of Bird. I know one thing--he was close. He was an aggressive, innovative player who always had fresh musical ideas. I loved him back then as a player and he could also write his ass off...’
81 jaar
Nu is hij 81 jaar oud en staat samen met een kwartet - bestaande uit percussionist Sammy Figueroa, contrabassist Bob Crashaw, gitarist Peter Bernstein en slagwerker Kobie Watkins - op het podium van het Muziekgebouw Frits Philips in Eindhoven. Dit is het enige concert dat Rollins in Nederland gaf. Ondanks deze grootheid zit de zaal slechts halfvol met een mix van jonge en oudere fans.
De vraag is natuurlijk bij een muzikant met zo’n leeftijd of hij zijn reputatie nog waar kan maken. Als het concert begint schrikken we even. We zien een krom gebogen man die slecht loopt, met een volkomen witte haardos en baard het podium op komt. Komt dit wel goed?
Lange adem
Bij de eerste noten is het duidelijk, Rollins speelt nog steeds zoals hij altijd deed. Krachtig, harde volle tonen met typerende hoge piepen en uitschieters, maar ook mooie diepe en lage klanken.
Het kwartet echter lijkt als los zand aan elkaar te hangen. Ze komen niet op gang en lijken door elkaar te spelen. De meester lijkt zich hier niet heel veel van aan te trekken en speelt rustig door. Nog steeds met een hele lange adem speelt hij minutenlange solo's. Dit wordt zo nu en dan afgewisseld door een solo van één van de bandleden, waarna hij snel weer het voortouw neemt.
Dat blijft zo doormodderen totdat zij na het vierde stuk en up-tempo latin-nummer inzetten. Nu komt de band echt los en spelen ze strak en overtuigend. Ook Rollins merkt dit op en zet nog een tandje bij. Dit bewijst weer wat een kracht er uit zo'n fragiele man kan komen.
De zaal komt nu goed los en na nog een korte toegift heeft Sonny Rollins bewezen dat hij ondanks zijn leeftijd nog volop meedoet in de jazzscene.