Onderwerp: JAZZ, POP-ROCK
13 Juli 2011
Gevarieerde eerste dag North Sea Jazz
Door Serge Julien, foto's Eric van Nieuwland (klik voor vergroting)
Het is inmiddels zes jaar geleden dat North Sea Jazz verhuisde van Den Haag naar Rotterdam. Een culturele aderlating voor de residentie. Treurnis en boosheid bij de Hagenaars en muziekliefhebbers die hun favoriete muziekevenement van het gezellige World Forum zagen verdwijnen naar het steriele Ahoy . Toch blijkt ook in dit geval dat tijd de wonden doet helen. Want je kunt niet anders zeggen dan dat de organisatie van North Sea Jazz erin is geslaagd om je als muziekliefhebber thuis te voelen in het nieuwe huis van het vermaarde festival. Natuurlijk was het destijds wennen aan de nieuwe locatie, maar aan de opzet van het festival is nooit getornd.
In die programmering zie je ieder jaar herhalingen, soms vallen er oudgedienden weg, soms zie je namen die je totaal niks zeggen, maar die dan misschien wel voor de verrassingen zorgen. De term ‘Jazz’ schrikt steeds minder mensen af, omdat het inmiddels zo breed is dat zowel jong als oud één of meerdere dagen langskomt om wat leuks op te pikken. North Sea Jazz 2011 was ook dit jaar weer een gezellig weekend met bekende en onbekende gezichten, en met als bijzondere gast niemand minder dan Prince.
Prachtige Jonathan Jeremiah
De vrijdag was nog maar net een uur oud of het eerste hoogtepunt was al binnen met Jonathan Jeremiah. De slonzig uitziende Brit debuteerde dit jaar met het album ‘A Solitary Man’. Voorzien van een zware stem die soms deed denken aan Jim Morrison, werkte hij zich in de Maaszaal met het Metropole Orkest door prachtige soul/folk liedjes heen, die op deze manier nog mooier tot hun recht kwamen dan de toch al prachtige originelen op het album. Op hetzelfde podium trad later Janelle Monáe op, die een compleet ander soort show neerzette. De kleine donkere in zwart-wit geklede Amerikaanse bewoog zich als een stuk elastiek door de dansbare grooves van de liedjes op haar debuutplaat ‘The Arch Android’. Ze kreeg al vrij snel het publiek mee in een geoliede show. Leuk was het moment dat ze het publiek in stapjes dirigeerde te gaan zitten op de vloer, om vervolgens weer knallend verder te gaan en de zaal luidkeels refreintjes te laten meezingen. Monáe toonde zich een rasentertainer. Na Monáe was het de beurt aan de Panamese zanger, acteur, presentator, advocaat en politicus Rubén Blades. Voor Blades was het een aardige opgave om het vuurwerk van Monáe te overtreffen of te evenaren, maar hij hield zich prima staande getuige ook het vrolijk ogende publiek dat meedanste op de Afro-Cubaanse liedjes.
Swingende Jazz was buiten te horen bij zangeres Kris Berry. Met een fijn stemgeluid huppelde de charmant ogende van oorsprong Curaçaose zich door een vrolijke mengeling van Caribische klanken, doorspekt van rhythm & blues en country. Ze werd daarbij ondersteund door prima muzikanten waarin percussionist Claus Toft indruk maakte. Het publiek was zichtbaar onder de indruk van Berry want bij praktisch ieder nummer heupwiegde iedereen mee op de smeuïge liedjes, ondanks de regenspetters die op dat moment neervielen. Na Berry was het de beurt aan de Nederlandse Ruben Hein op die momenteel zijn plaats aan het veroveren is in het Nederlandse muzieklandschap. Met zijn lekker in het gehoor liggende rauwe soulvolle stemgeluid, presenteerde hij op overtuigende wijze de nummers van zijn debuutalbum ‘Loose Fit’.
Get Your Jazz On Stage
Tussen alle concerten door waren er ook interviews en showcases in het NRC Jazz Café. Daar werd eerst saxofoniste Tia Fuller aan de tand gevoeld. Die vertelde over haar muzikale avonturen met Beyoncé. Later werden drie jonge finalisten van de ‘Get Your Jazz On Stage’ prijs, Jessica Manuputty, Doeshka Vrede en Rogier Schneeman ondervraagd. Deze muzikanten zijn alle drie hard bezig met het opzetten van hun carrière. Tijdens de interviews werd aan hen gevraagd hoe zij hun muziek aan de man willen brengen bij de bekende poppodia. Dat daarvoor social media als een belangrijk instrument werd gezien, was niet geheel verrassend. Ze mochten na het interview ieder een liedje spelen.
Snikheet was het in de grote Nile zaal waar niemand minder dan B.B. King voor de zoveelste keer zijn rentree maakte. De legendarische bluesgitarist begint er nu overduidelijk oud uit krakkemikkig uit te zien, maar hij bleek nog steeds in staat om die vermaarde licks op zijn Lucille gitaar te spelen. Dat muziekliefhebbers de 85-jarige rot nog steeds waarderen en respecteren, bleek wel uit een afgeladen zaal. Daar trad later ook basmeester Larry Graham op met zijn groep Graham Central Station. Hij is zo ongeveer de uitvinder van het ‘slappen’ op de bas en die techniek kreeg je ook met ruime hoeveelheden toegediend tijdens zijn optreden. De meningen over zijn wat opvallende en zeurderige stem zijn verdeeld, maar muzikaal was ook dit optreden van de altijd in wit geklede bassist weer een funkfeest van jewelste, en daarmee een waardige afsluiter in de Nile.
Pesterige Prince
Larry Graham had het ideale voorprogramma kunnen zijn van het eerste van drie optredens tijdens het festival van die andere andere funkmeneer: Prince. De paarse hoogheid pestte het publiek vooraf met het aan- en uitdoen van de zaallichten om de spanning op te voeren. Een geintje dat hij de volgende avonden ook zou uithalen. Toen het echter eenmaal zover was liet de inmiddels 53-jarige rasmuzikant er geen gras over groeien. Hij brak los met een scheurend ‘Foxy Lady’ van Jimi Hendrix om vervolgens een snoeihard ‘Controversy’ in te zetten, waarna een batterij van bekende nummers volgde waarin ‘Purple Rain’ en ‘Kiss’ niet ontbraken. Ook was er ruimte voor covers als ‘Play That Funky Music’ en ‘Le Freak’. Voor de North Sea concerten had hij speciaal saxofonist Maceo Parker meegenomen. Later in de show die soms werd geplaagd door slecht geluid, gaven Janelle Monáe en Larry Graham gastoptredens. De magie en opgewondenheid van het publiek tijdens Prince concerten bleek nog steeds aanwezig na al die jaren, en dat droeg bij aan een mooie afsluiting van de eerste dag.