Onderwerp: DANS
30 Mei 2010
Plus ou moins l'infini - virtuoze betovering
Door Marijcke Voorsluijs met foto's van Companie 111
In de schouwburg is het donker. Heel donker. Zelfs de groene UIT-bordjes zijn verstopt. De techniek in de zaal zit tussen zwarte doeken. Je ziet niet eens dat het voordoek opengaat. Maar ineens staat in de verte een trombonist te spelen, en verschijnt op de achtergrond stukje voor stukje een lijn. Dan wordt het weer donker.
78 lichtgevende paarse staven komen vanuit de duisternis naar beneden glijden. Ze hangen een ogenblik stil, maar beginnen dan in formaties te bewegen. Er ontstaat een waar stokkenballet, met fascinerende patronen.
Aan het einde staan alle stokken op de vloer. Vanuit de coulissen komt een lampje aangereden dat de stokken beschijnt. Om me heen wordt druk gefluisterd: "Hoe doen ze dat? Het zijn toch gewone stokken, maar ze zitten wel vast!" Ook mijn theatertechnische nieuwsgierigheid is geprikkeld. Wat een werk, wat een leuk effect en wat een strakke timing!
De ene na de andere oogstrelende verrassing komt voorbij. Uit sleuven in de vloer steekt achteraan een hoofd, verder naar voren twee handen, nog verder twee voeten. De suggestie dat daar een reus ligt met kleine handjes en voetjes laat een lach door de zaal gaan. Spelers maken jacht op hun eigen hoofd, balanceren op stokken, spelen met bungelende buizen, glijden stijf als etalagepoppen van links naar rechts en terug, hangen aan elastieken en lijken op palen door de lucht te vliegen. De objecten lijken op de spelers te reageren - wat alweer een bijzonder strakke timing verraadt. Een speler komt op met een lampje aan een lijn, alsof hij een hond uitlaat. Een tweede lampje komt van de andere kant. Voor elk lampje nemen twee spelers plaats, en plotseling ontstaat op de achterwand een duet met vier spelers. Geweldige vondst. Je ziet precies wat er gebeurt, maar het effect is er niet minder om.
Elke beweging wordt ondersteund door een geluidje, dat het effect onderstreept en versterkt. Je hebt het als publiek niet zo snel in de gaten, maar als je erop let merk je dat ook hier iemand bijzonder alert reageert: de geluidsman in de zaal. Het licht kleurt de scènes, sommige in rood, geel, blauw of groen, andere juist wit. Een kleurenwisselaar volgt de beweging van een speler, zodat het lijkt alsof hij een blauw tapijt achter zich aantrekt en een groen voor zich uitduwt. Subtiel maar o zo doeltreffend.
Normaal gesproken stoort het: als je bij een voorstelling teveel op de trucjes let mis je het verhaal en komt de voorstelling niet bij je binnen. Maar bij deze voorstelling hoort het erbij. Je hebt alle tijd om van de visuele effecten te genieten en je tegelijkertijd voor te stellen wat zich achter de schermen afspeelt. De virtuositeit maakt integraal deel uit van het spektakel. En ik hoor beide aspecten terug in de gespreksflarden die ik opvang tijdens het uitgaan van de zaal. Het is een aanstekelijke avond geweest.
Ik sluip nog even het toneel op en zie een indrukwekkende en strak georganiseerde hoeveelheid zwartgeklede mensen, attributen, touwtjes en railsystemen. De stemming is uitstekend, en er is nog heel wat werk te doen voordat alles weer in de vrachtwagen zit.
concept en schrijver: Aurélien Bory
regie: Phil Soltanoff
acteurs/performers:
Olivier Alenda, Aurélien Bory, Pierre Cartonnet, Mélanie Chartreux, Aurelius Lorenzi en Julien Cassier
met: Tristan Baudoin, Stéphane Ley, Frédéric Stoll en Arno Veyrat