Onderwerp: JAZZ
16 Mei 2010
‘Ik zie mezelf meer als kunstenaar dan muzikant.’ In gesprek met Michael Varekamp
Door Serge Julien, foto's Berbera van den Hoek (klik voor vergroting)
Michael Varekamp (Rotterdam, 1968) is jazztrompettist en artistic director van Pure Jazz The Movement. Dit jaar krijgt zijn geesteskind dat avontuurlijke cross-over jazz muziek presenteert een eigen podium tijdens de vijfde editie van het The Hague Jazz festival. Cultuurpodiumonline.nl sprak met Varekamp over zijn inspiraties. De komende periode gaat Michael ook bloggen over de concerten in New York eind mei en de aanloop en laatste voorbereidingen naar The Hague Jazz.
In je bio staat dat je op je twaalfde werd geïnspireerd door een album van Louis Armstrong. Welk album was dat en wat deed het met je?
‘Dat was Town Hall Concert. Ik werd geïnspireerd door de swing, de band en de warmte. Toen ik op het conservatorium zat ontdekte ik meer van hem maar ook van helden als Roy Eldrigde en Nicolas Payton. Later leerde ik Miles Davis kennen. Miles is op een andere manier uitdagend dan Dizzy. Hij is donkerder en wekt meer suggestie en emotie.’
Zijn er bepaalde periodes in je studie geweest waardoor je erg bent geïnspireerd?
‘Ik speelde heel veel. Elke dag was er wel een jamsessie ergens in de stad. Toen ik 17 of 18 was, wist ik al vrij goed wat ik aan het doen was. Ik zag de studie als een soort bibliotheek waar ik allemaal informatie tot me kon nemen.’
Na je conservatoriumopleiding heb je een tijd in de groep Fra Fra Sound gespeeld. Deze groep brengt een mengelmoes van Caribische en Afrikaanse ritmes met jazzimprovisatie. Wat heb je geleerd tijdens deze periode?
‘Ik heb geleerd hoe je verschillende muziekstijlen in evenwicht brengt. Die balans is soms moeilijk. Je hebt vaak dat er een cross-over is maar dat het niet goed is uitgewerkt. Het gaat er nou juist om dat je in een klankidioom zit. Daarnaast ging ik voor het eerst vaak op tournee waardoor ik in contact kwam met lokale musici. Ik realiseerde me toen dat jazz in Nederland heel academisch is. Iedereen gaat keurig naar het conservatorium maar in Zuid-Afrika bijvoorbeeld niet. Daar hebben de mensen het allemaal zelf bedacht en bij elkaar gesprokkeld. Dat levert een unieke spirit op.’
Je bent zelf regelmatig te gast als docerend musicus aan het conservatorium. Neem je de ervaringen zoals je die bijvoorbeeld in Afrika hebt opgedaan ook mee in je lessen?
‘Ja, want ik wil de studenten motiveren. Zeker als je aan toekomstige professionals les geeft is het belangrijk dat muziek leren niet zomaar normaal is en dat je er van meerdere kanten tegenaan kunt kijken. Je kunt er zoveel uithalen. Je moet gedreven zijn als je er iets mee wilt. In mijn studietijd waren we nachten aan het spelen in de stad. Toch stonden we weer gewoon om negen uur op school klassieke muziek te spelen als dat moest. Je moet het leren van beide kanten. Niet alleen van het systeem maar ook op straat bij wijze van spreken.’
Kan ik hier ook uit opmaken dat je een muziekveelvraat bent?
‘Ja, dat klopt wel. Je moet er voor zorgen dat als je eenmaal op gang bent dat het nooit stopt. Je moet jezelf blijven voeden en dat is niet altijd even makkelijk. In het begin koop je jazz CD’s totdat je ongeveer alles hebt maar wat dan daarna? Dat is interessant.’
Hoe ziet een basis jazz collectie eruit volgens jou?
‘Louis Armstrong, Miles Davis, Duke Elligton, Art Blakey en natuurlijk de grote drie: Ella. Billie en Sarah. Dat zijn toch de grote vormgevers.’
Je noemt de grote drie. Is hun manier van zingen ook een inspiratie op jouw trompetspel?
‘Ja, want blazen ligt vrij dicht bij elkaar dus de frasering en de klank ook. Zeker de trompet ligt dicht bij de stem. Dat is echt wel een technisch aspect. Miles Davis luisterde bijvoorbeeld veel naar Frank Sinatra en Billie Holiday. Die hebben voor hem in grote mate bepaald hoe zijn frasering was. Ook bij Louis Armstrong. Heel direct in overzichtelijke lijnen die precies kloppen.’
Je ontving in 2001 tijdens het Breda Jazz Festival de Japanse Kobe Award voor jong veel belovend talent. Dat lijkt me een hele eer.
‘Ja en tevens had ik daarmee een reeks optredens in Japan. Het is leuk als je die waardering krijgt vanuit een land waar je ook niet zo snel komt. Je doet het er niet voor maar het geeft je een goed gevoel over waar je mee bezig bent.’
Hoe ziet Michael Varekamp zichzelf?
‘Ik zie mezelf meer als een kunstenaar dan een muzikant. Ik zie de stad en natuurlijk het podium als mijn doek. Mijn werkterrein. Er is ruimte om te creëren en om je dingen te doen. Ik heb af en toe een goed idee en dan zou ik het wel 100 keer willen spelen in het land en dat is soms moeilijk voor elkaar te krijgen. Dat vind ik ook stiekem het leukste: het creëren van ideeën en concepten. Het was ongelofelijk dat ik mijn droom Pure Jazz toen zag staan.’
Michael Varekamp in drie woorden?
‘Avontuur, jazz en inspiratie.’