Onderwerp: OEROL, LOCATIETHEATER
25 Juni 2017
Tsukumogami laat de ramp voelen
Door Youetta Visser met foto's van Mieke Kreunen
In ‘Tsukumogami’ spannen muziek, dans en beeldende kunst samen om de rampzalige zeebeving en tsunami te verbeelden die Japan in 2011 trof. Bij de strandopgang van Paal 8 laten de slagwerkers van Dadadan Tenko het toegestroomde publiek trillen met hun overdonderende getrommel. Het verlies uit zich in een zee van blauwe lintjes, opgehangen ter nagedachtenis aan de overledenen. Er is geen ontkomen aan deze voorstelling.
Het is een Japans-Nederlandse coproductie, waarbij Dadadan Tenko samenwerkt met Maria Kley en Nishiko, die de beeldende kunst, de aankleding en de dans verzorgen, deels gefinancierd via een geslaagde crowfundingactie eerder dit jaar. Eerst klimt het publiek moeizaam tegen een duin op. Vanaf het hoogste punt, happend naar adem, zien zij hoe een zee aan blauwe lintjes zich naar beneden stort. Ieder mag met een ander ook een lint ophangen, die samen de 20.000 verdronken mensen symboliseren. De toeschouwers doen het met respect.
Daarna volgt de voorstelling, onder aan het duin. De zee verderop oogt inmiddels niet meer zo vredig. Her en der op het speelvlak doemen de slagwerkers op, omgeven door de resten van huisraad en andere meegesleurde attributen. Middelpunt vormt een kapot pannetje. Is het een ‘Tsukumogami’ , een fictief wezen dat voorkomt uit een 100 jaar oud voorwerp?
De muzikanten herrijzen nog stram, stuntelig soms, op de rampplek en spelen de zeebeving en tsunami na. De trommelaars, negen jonge mannen en vrouwen, trommelen eerst nog bedeesd maar allengs harder. Ze zwepen elkaar op: sneller!
De toeschouwers voelen het trillen in hun onderbuik en houden hun adem in. Totdat ook de grootste trommel, de Taiko, wordt ingeschakeld en iedereen doet happen naar lucht. Het publiek schreeuwt. Een oerkracht komt los. Op de achtergrond draalt inmiddels een kleine witte vlieger in de blauwe lucht. Een aankondiging van onheil en dood. Dan – onvermijdelijk- komt uit de zee van blauwe linten de tsunami tevoorschijn. Een danser gehuld in linten waart over het zand, vernietigt alles dat op zijn pad komt en sleurt iedereen mee.
Eindigt het daar? Nee, een frêle fluit en een ijl strijkinstrument vormen de opmaat voor een laatste opstandige en energieke vloedgolf van tromgeroffel.
Daarna stilte.
Tsukumogami is een indrukwekkend laatste eerbetoon. De muzikanten zijn niet groot in hun dans, maar zeer overtuigend op slagwerk. De muziek, dans en beeldende kunst dragen elk bij aan het totaal. Op het strand van Terschelling valt het geheel natuurlijk en groots op zijn plek. Tsukumogami is daarmee een Oerol productie om trots op te zijn; ‘sense of place’ in optimo forma. Een voorstelling als boegbeeld van Oerol 2017.