Onderwerp: OEROL, LOCATIETHEATER
15 Juni 2016
Atelier Oerol|Over het IJ is altijd een avontuur
Door Youetta Visser met foto's van Sandra van Kampen
Een fietstocht langs ditmaal drie jonge kunstenaars, die een jaar lang zijn begeleid om een voorstelling op locatie te maken en die nu het resultaat voor het eerst laten zien. Ze zijn ernstig in hun streven en groots in hun dromen. Ditmaal was de opdracht voor selectie: Dien een vraag in waarmee je een jaar aan de slag wil. De geselecteerde theatermakers bedachten in hun jeugdige overmoed een lekker brede vraag. Bijvoorbeeld: 'Hoe is het als ik er niet meer ben?' Of: 'Hoe moet ik me verhouden met alles wat op me afkomt?' Het Atelier koos voor Merel Smitt, Hedwig Koers en Bart van de Woestijne. Respectievelijk een documentair theatermaakster met interesse in maatschappelijke ontwikkelingen, een mimespeelster/regisseur die maakt vanuit wat is, en de meer filmisch ingestelde Van de Woestijne die levensvragen bij de kop neemt met het publiek.
Een zo brede vraag en dan de uitdaging om er een voorstelling op locatie van te maken, dat is niet niks. De speelplekken zijn ook nog buiten, vol op de wind. En er moeten zo’n 50 tot 100 man publiek naar kunnen kijken. Geen wonder dat de drie geselecteerde makers nogal gespannen zijn. En dan nog wat: over een maand zal dezelfde voorstelling op het beton van Amsterdam Noord geprogrammeerd zijn bij het Over het IJ festival. Ga er maar aanstaan.
De avond brengt het publiek drie voorstellingen waarvan de ruwe randjes nog voelbaar van zijn. Merel Smitt voorziet in een soort happening waarbij het publiek in een geprotocolleerd verbeterprogramma terecht komt. Het Traject - de norm binnen handbereik - heeft als doel het creëren van een samenleving waarin iedereen gelijk is. Om te beginnen wordt het publiek verzocht een lange vragenlijst in te vullen, waarin ze het hemd van het lijf gevraagd wordt. BSN-nummer, sociale interactie, hoogte van het jaarinkomen? "Het is vooral voor jezelf hoor", zo wordt ons verzekerd. Daarna zien we op een groot gemaaid veld het gefaseerde verbeterprogramma in actie: de erkenning, de afzondering, de normalisering en de re-integratie. Zo'n opzet, waarbij realiteit en fictie door elkaar lopen, staat of valt met de uitvoering. En die is goed. Heel consciëntieus blijven onze begeleiders vriendelijk maar standvastig het traject uitleggen en het belang ervan benadrukken. We krijgen folders en aanverwanten. Aan het einde mogen we de vragenlijsten inleveren; iets wat het verbouwereerde Oerol-publiek opvallend gedwee doet. Kennelijk voegen we als individu makkelijk naar de groep. Het geeft veel stof voor discussie achteraf en voldoet daarmee aan de opzet van Smitt.
De voorstelling van Koers is op een klein betonnen speelveldje midden in de natuur. Bij haar een mengeling van spel, dans en nogal absurdistische beelden. De drie spelers putten zich onder meer uit in een eindeloze dans, maar ook in een reeks van services waarbij gele plastic eendjes dienen als tennisbal. Een schrijver orakelt blasé over zijn bekendheid en zijn desinteresse voor wat de pers en de lezers ervan vinden. Een andere speler vraagt zich af of hij iets moet vinden van de wereldproblematiek. Of dat hij het ook zo kan laten. Koers bedient zich van sterke beelden, die ze samen met de spelers al improviserend heeft ontwikkeld. Grote opblaaskussens dienen als een golvende zee en dan weer als bed. Het allegaartje van decor en acts oogt nog wat richtingloos, maar het grappige is wel dat het publiek uiteindelijk levensgroot met haar vraag blijft zitten: Hoe verhoud ik me hiermee? Wat vind ik ervan? Moet ik er wat van vinden? Het valt te prijzen dat een theatermaker dit absurdisme aandurft.
Door weer op de fiets, naar het bos, waar Van de Woestijne ons ontvangt in het avondlicht. We lopen in stilte naar een open plek, mooi uitgelicht, en ondergaan daar een soort therapeutische sessie waarin we via de stem van actrice Eva Knibbe worden gevraagd ons voor te stellen dat onze omgeving verdwijnt en daarna wij zelf ook. In prachtige woorden vraagt Knibbe ons om het lichamelijk verval na ons sterven voor te stellen. Om de wereld op een afstand te zetten. De tekst springt als gedachten van de hak op de tak en is mede daardoor indringend. Het staat als een huis en maakt indruk. De vraag rijst wel of een meer theatrale vormgeving nog iets kan toevoegen aan deze groepssessie. Ondanks dat, lijkt Van de Woestijne het meest vergevorderd met de ontwikkeling van zijn voorstelling.
Drie makers op een grensoverschrijdende zoektocht naar een eigen theatrale stem. Het biedt het publiek een verrassende avond en een inkijkje in de uitdaging die het creëren van een voorstelling is. En hoe je daarbij gebruikt kunt maken van de locatie, de spelers en het publiek.