Onderwerp: OEROL, LOCATIETHEATER
12 Juni 2016
De enige soort die niet past in de natuur
Door Youetta Visser met beeld van Mieke Kreunen
Och, wat kunnen sommigen mensen toch prachtig acteren. Actrice Harriet Stroet zet niet alleen zeer overtuigend een geïsoleerde vrouw neer die eenzaam is achtergebleven na een catastrofe, maar brengt daarnaast dierenpoppen tot leven. Sterker nog: ze speelt dialogen met hen, waarbij ze eigen tekst afwisselt met het snuffelen en zachte janken van de hond. De dieren vormen haar enige gezelschap sinds ze is gevallen in het bos en afgesloten van haar omgeving door een dikke glazen wand. De voorstelling van de Ulrike Quade Company, geïnspireerd op een boek van Marlen Haushofer, in een prachtige bewerking van Hannah van Wieringen, heet ook zo: De Wand. Langzaam beseft ze dat om haar heen geen leven meer te bespeuren is; alle mensen zijn dood. De buren zijn dood op hun rug vallen. Misschien zijn er aan de andere kant, achter het donkere woud nog mensen, maar daar durft ze niet doorheen. De vrouw verschanst zich in het jachthuis.
Vraag is: Hoe overleef je, in je eentje? En: Heeft dat zin? Ze besluit een poging te wagen. Met haar hond als trouwe vriend, vindt ze nog een koe (melk!) en een jong poesje. Ze hakt hout, kweekt groenten, doet al het benodigde zware werk en gaat zelfs op herten jagen. Eerst nog wachtend. Daarna steeds meer overtuigd dat het zo zal blijven. Halsstarrig: "Ik zie niet wat er oneervol aan is, de door jou opgelegde last te dragen, net als alle dieren."
Nuchter constateert ze dat ze in haar oude leven ook veel te vaak en veel te lang heeft gewacht op mensen en gebeurtenissen die nooit zijn gekomen: "Weinig bereikt van alles wat ik wilde. En alles wat ik wel bereikt heb, wilde ik niet meer." Maar het huidige eenzame leven drukt haar ook met haar neus op de wrede realiteit: zij is de enige soort die niet past in de natuur, een mens in het bos.
Met gemak doet Stroet in haar eentje het verhaal uit de doeken. Het publiek hangt aan haar lippen in het bos bij de watertoren bij Hoorn. De tocht daarheen heeft enige voeten in de aarde gehad. Het vergt wat tijd en gestommel voordat de grote mensenmassa langs een smal paadje bij de speellocatie in het bos is beland. Door de koptelefoon horen ze al het dreigende ondergronds gerommel. Het onheilspellende krassen van kraaien in de hoge bomen. De tekst schakelt drempelloos van de hak op de tak, van een overpeinzing naar een praktische inval, zoals dat in gedachten wel vaker gaat. Uiteindelijk laten we de vrouw weer alleen achter. De enige man die doordrong tot deze locatie heeft in de tussentijd ook het leven gelaten.
Door het bos, langs geblakerde bomen en kleine moestuintjes, via zwarte lava en borrelende beekjes, verlaten de toeschouwers de vrouw. Het publiek dwaalt in een lange rij door het decor van haar eenzame leven. Ulrike Quade Company pakt uit met een indrukwekkend samenspel van theater en omgeving. Een aanrader voor liefhebbers van beeldend locatietheater.
De Wand gaat na Oerol in september in reprise in de Nederlandse theaters en is nog te zien t/m 19 november 2016.