Onderwerp: INTERACTIE THEATER
15 Februari 2015
Nick Steur speelt met het ritme van de tijd
Door Youetta Visser met foto's van Mieke Kreunen
'A Piece of Time', de nieuwe voorstelling van theatermaker Nick Steur is meer een happening dan theater in de klassieke zin des woords. Het publiek participeert volop en ervaart daardoor de bedoeling van Steur. Wat je dan meemaakt? Dit:
'Geconcentreerd luistert theatermaker Nick Steur in het midden van de pyramide naar onze metronomen. Soms lijken ze even gelijk op te gaan; onze tijd tikt gelijktijdig voorbij. Rust. Maar dan ontstaat onafwendbaar toch weer een kakafonie van tikken. Ik zit op een laag bankje en hoor dat mijn metronoom in ieder geval een fractie sneller tikt dan die van mijn buurvrouw. Het wachten is op het teken van Nick Steur; daarna leg ik de metronoom zachtjes op zijn kant, zodat ie stopt. Voorzichtig; niet tegen het plankje stoten!
Nu pas heb ik de tijd om eens rustig alles in me op te nemen. De metalen, door tl-buizen verlichte ribben van de pyramide, de aan kabeltjes hangende plankjes aan de vier weerszijden en de metronomen daarop; keurig acht op elk plankje. In het midden zit Nick Steur op zijn hurken, hij is het brein achter 'A Piece of Time', deze exercitie in aandacht.
Opmerkelijk is zijn eigen onrust; gaat het lukken alle metronomen gelijk te laten tikken? Terwijl hij luistert ontwijkt hij handig de zware metalen pendule die in het midden van de pyramide hangt en langzaam zijn rondjes draait, eerst groot, dan steeds kleiner. Hij heeft geprobeerd om de zijzaal van Frascati om te bouwen tot een plaats van rust; alles is zwart of grijs en alle spullen van de toeschouwers liggen uit het zicht. Nou ja, toeschouwers? Deelnemers zijn we. Deelnemers aan een gezamenlijk project. Dat begint al bij binnenkomst, als we de opdracht krijgen gezamenlijk tot zestien te tellen. Zonder afspraak proberen we met zijn 60-en in willekeurige volgorde een cijfer aan de reeks toe te voegen. Als twee mensen per ongeluk tegelijkertijd een cijfer roepen, beginnen we weer bij één. Het duurt lang; alle tijd voor Nick Steur om de pendule in het midden te installeren.
Tijdens het tellen krijgt het publiek tijd om aan elkaar te wennen. Ook aan die twee vriendinnen die duidelijk al een wijntje op hebben en luidruchtig dwars door iedereen heen roepen. We beginnen weer bij één. En aan die man die elke keer de mist ingaat, maar toch blijft proberen. Uiteindelijk lukt het. Tijd voor een aantal van ons om plaats te nemen achter de metronomen en ze te starten.
Als het spel der metronomen uiteindelijk losgelaten wordt en in het donker de laaste tikken wegsterven, beginnen we opnieuw te tellen. Zacht klinkt: "Eén..." Het lijkt alsof de gezamenlijk opgebouwde concentratie helpt, of juist niet? Of moet je daar eigenlijk nu niet aan denken? In het moment blijven? Vanaf "tien" wordt het steeds spannender om het volgende cijfer te roepen; stel dat je het verknalt! Tussen de "veertien" en "vijftien" blijft het minutenlang stil, totdat een moedige man het aandurft. Ik adem rustig, denk aan mijn timing, aan de upbeat van jazzmuziek en aan een opstuitende bal op een grasveld en zeg: "zestien".