Onderwerp: CABARET
4 December 2013
Pieken in het zicht van de deadline
Door Youetta Visser met foto's van Clemens Rikken en Merijn Doomerik
“De deadline van een cabaretprogramma is pas aan het eind”. Micha Wertheim legt kort maar krachtig uit waarom hij aan het begin van de voorstelling eigenlijk nog niet klaar is. Hij werkt graag naar een deadline toe. Het moment vlak voor de deadline is daarbij volgens hem het mooist, net als het moment vlak voor het poepen. Voor mij doemt het beeld op van de WC die ik net heb bezocht in theater de Flint. Als ik opsta zie ik de reclame in de WC-pot: “Deze kleine boodschap werd mede mogelijk gemaakt door...” Nu weet ik dat de culturele sector het moeilijk heeft, maar zowel Micha Wertheim als het Amersfoortse theater gaan wel erg ver.
Houd ik van cabaret? De vraag doemt metershoog voor mij op als ik tussen ongeveer 500 lachende mensen stilletjes naar Micha Wertheim kijk. Hij wordt op handen gedragen. En ook ik heb van hem genoten in Zomergasten. Maar zeker in het begin van de voorstelling heb ik moeite voluit mee te lachen. Hij is jonge vader van een tweeling, hij is gelukkig, hij is moe; een volle bak uitleg maakt het voor mij niet makkelijker te verteren.
Mis ik de clou en is het een heel gelaagde voorstelling die ik niet doorgrond? Of is, zoals Wertheim het zelf zegt, een voorstelling niet af te dwingen? “Je krijgt pas een goed idee als het in je opkomt”. Is het daarmee juist moedig dat Micha dit laat gebeuren in het zicht van het publiek? Het lastige is dat hij in het programma elke mogelijke kritiek preventief pareert; hij laat ter plekke een krant zien waaruit blijkt dat de verwachtingen te hoog gespannen zijn na de jubelende recensies over zijn vorige programma. Zelfs zijn persvoorlichter beveelt mij aan vooraf even deze topvoorstelling terug te zien. Een verzoek dat bij mij op slag een halsstarrige dwarsheid teweegbrengt; als een paard met hoogtevrees weiger ik deze hindernis te nemen.
Veel ideeën in de voorstelling zijn aardig, maar de uitwerking mist soms. Zo blijft Wertheim boven zijn computer – waar hij zichtbaar voor het publiek via de webcam aan het schrijven is aan deze voorstelling- geprojecteerd op het grote scherm, terwijl hij zelf al weer is opgestaan en doorspeelt. Maar waarom? Is het een alter ego, een virtuele werkelijkheid, blijft hij gaandeweg doorschrijven?
Tijdens de voorstelling slaat mijn aarzeling over in licht genoegen. De schetsen van een bezoek aan de tandarts, de reacties van passanten op de tweeling en het eten in een duur restaurant zijn misschien niet heel origineel, maar Micha zet ze feilloos neer. Vooral als hij zich opwindt over dagelijkse gebeurtenissen is Micha Wertheim lachwekkend. Zijn observaties blijven je ook na de voorstelling bij, zoals zijn opwinding over het feit dat er nooit een haakje voor je jas hangt bij de tandarts.
Micha Wertheim heeft aan het begin van de avond uitgelegd dat publiek niet “We want more!” zou moeten roepen na een goede voorstelling, maar juist na afloop van een matige voorstelling. Bij doorspelen heb je dan kans dat het nog wat wordt. Een persoon durft het uiteindelijk aan: “More!” , klinkt het vanuit een hoek van het theater. Dan blijkt dat Micha Wertheim inderdaad het beste heeft bewaard tot het eind. Vlak na het verstrijken van de deadline betovert hij het publiek met een caleidoscopische dans, die zelfs mij luid doet lachen. Een gul applaus volgt.
Is het briljant? Moedig? Of makkelijk scoren? Een vraag die mij blijft bezighouden. Grensverleggend is het zeker!