Onderwerp: MUZIEK, POP-ROCK
21 Juni 2013
Gilbert O'Sullivan geeft intiem Iers feestje in Carré
Tekst en beeld: Ronald Rijntjes
Op 18 juni stond de bekende Ierse popartiest Gilbert O'Sullivan (Raymond Edward O'Sullivan) in theater Carré in Amsterdam. Het concert was één van de laatste uit zijn tour van de afgelopen maanden. O'Sullivan heeft diverse hits op zijn naam staan, zoals als ‘Alone Again (Naturally)’, ‘Clair en ‘Get Down’. Nu in 2013, met een leeftijd van 66, zoekt hij nog steeds naar vernieuwing. Op zijn laatst verschenen album Gilbertville zoekt hij de Amerikaanse blues en country op.
De zaal is helaas niet uitverkocht, alleen zijn trouwe fans weten hem vanavond te vinden. Het optreden bestaat uit twee delen, een rustige eerste set en een stevige dansbare tweede set. Vanachter zijn keyboard zingt O'Sullivan vele nummers die bij het publiek bekend zijn. En zo nu en dan een onbekende hit, die hij zelf 'medium-hits' noemt.
De zanger weet bij het begin van het concert nog niet helemaal wat ze allemaal gaan spelen, maar het wordt in ieder geval wel een gezellige avond, verzekert hij.
Vol geluid
De band die O’Sullivan heeft meegenomen tijdens deze tour zorgt voor een vol geluid. Er is ruimte voor solo’s en sommige nummers worden op een vernieuwde wijze gespeeld. Saxofonist Julian Webster scheurt met zijn solo’s lekker door de nummers heen. Hij weet ook subtiel te begeleiden op fluit en percussie.
Gitarist Bill Shedman weet elke stijl uit zijn gitaar te halen en gaat een solo niet uit de weg. Nick Scott weet met zijn bas gemakkelijk een stevige baslijn neer te leggen. Opvallend is dat hij zijn bas als gitarist bespeeld met snel vingerwerk en af en toe een plectrum.
De melodielijnen van de muziek krijgen meer kracht door het spel van keyboard- en accordeonistspeler Mick Parker, die relaxed vanachter de toetsen het overzicht bewaart en de band aanstuurt.
Veelzijdig
De muziek van O’Sullivan is veelzijdig, niet alleen qua stijl, maar ook in thematiek: naast liefde en de zoektocht naar geluk, komen ook de mindere kanten van het leven aan bod, zoals afscheid nemen. Verschillende muziekstijlen komen langs, van pop tot blues en van country tot reggae. Dit alles wordt omlijst door de kenmerkende gevoelige en zachte stem van O’Sullivan.
De stem van O’Sullivan is nog steeds zoals die van vroeger, alleen is hij in de hoogte niet altijd even zuiver. Hij krijgt vocale versterking door twee achtergrondzangeressen. Zij zorgen voor mooie tweestemmigheid in de nummers en een leuk vraag-en-antwoord bij ‘Ooh Wakka Doo Wakka Day’.
‘Medium-hits’
De moderne techniek lijkt de zanger vanavond in te halen: hij voelt zich niet op zijn gemak met zijn in-ear systeem en steekt zijn ergernis daarover niet onder stoelen of banken. Toch ziet hij zichzelf terecht als een vernieuwende artiest. Voor zijn trouwe fans speelt hij zijn hits als ‘I Wish I Could Cry’ en ‘We Will’ graag, maar niet te vaak. Liever grijpt hij terug op nummers die een ‘medium-hit’ zijn en net niet zo bekend, maar wel fijn om te spelen.
Twin Towers
Nieuwe nummers schrijft hij ook nog graag en dat blijkt wel, want na de pauze speelt hij een aantal nummers van het album Gilbertville dat in Amerika is opgenomen. Deze invloeden hoor je direct door de blues- en country-stijlen die in de nummers zijn verwerkt.
Opvallend is het nummer ‘All They Wanted To Say’ dat is opgedragen aan de slachtoffers van de Twin Towers aanslag uit 2001. De titel slaat op de mensen die in het vliegtuig of de torens hun naasten belden om te zeggen hoeveel zij van hen hielden. Het nummer bevat een mooie opbouw en is dynamisch goed geschreven.
Discobal
Op het podium hebben de muzikanten onderling regelmatig lol. Dit gebeurt in het tweede deel van het concert meer dan voor de pauze. Deel twee bevat ook meer up-tempo nummers die zorgen voor een energie-boost. Het publiek zingt, klapt en danst vrolijk mee en daarvan straalt O’Sullivan.
Bij vele nummers zit O’Sullivan achter zijn toetsen, maar als hij staat te zingen dan loopt hij met een hand in zijn zak en de microfoonstandaard in de andere hand. Op het eind gaat het dak er helemaal af als hij op zijn keyboard gaat staan en de discobal van stal wordt gehaald. In een rap tempo komen zijn grootste hits voorbij en dat zorgt voor een spetterend eind.