Onderwerp: TONEEL
17 Februari 2013
Oorlogsgeheimen: pas op aan wie je wat vertelt…
Tekst: Lucienne Heemskerk
Beeld: Andy Doornheim
Nu iemand laatst op school een spreekbeurt over Anne Frank hield, leek het me een goed moment om hierop in te haken en de twee 9-jarige klasgenootjes B. en C. mee te nemen naar de muziektheatervoorstelling ‘Oorlogsgeheimen’, naar het bekroonde boek van kinderboekenschrijver Jacques Vriens. ‘Oorlogsgeheimen’ is de tweede voorstelling van Van Engelen Theaterproducties, dat eerder de musical ‘Achtste-groepers huilen niet’ produceerde, eveneens naar een bekend boek van Jacques Vriens.
Op 10 februari nam ik de twee jongens mee naar een van mijn favoriete theaters, het gezellige Theater De Tobbe in Voorburg. ‘De voorstelling gaat over geheimen, helden en angsten. Over vriendschap, liefde en herinneringen’, aldus de flyer.
Het verhaal speelt zich af in 1943, in een door de Duitsers bezet dorp in Zuid-Limburg. De verlegen elfjarige Tuur en zijn bijdehante buurmeisje Maartje vinden de oorlog in het begin wel spannend. Ze gaan naar een neergestort vliegtuig kijken, komen daardoor te laat op school, en Maartje geeft dan ook nog een brutaal antwoord aan de meester – een NSB’er. Wanneer ze de schuilkelder in moeten, dan kijken ze ernaar uit om elkaar weer te zien, dicht bij elkaar te zitten en te giechelen om de volwassenen. Kortom, ze zijn kind. De oorlog is voor volwassenen en de ouders doen er alles aan om de oorlog van hun kinderen weg te houden. Door een aantal gebeurtenissen worden de twee echter toch meegezogen in de grotemensenwereld en langzamerhand wordt de sfeer steeds grimmiger. Maartje en Tuur hebben beiden grote geheimen, die ze alleen met elkaar delen, want ze hebben dondersgoed in de gaten dat er een dreiging boven hun hoofd hangt.
Het stuk wordt gespeeld door Maarten Ebbers en Ida van Dril, die hiervoor in verschillende rollen kruipen. De scènes spelen zich zowel tijdens als ná de oorlog af: Tuur en Maartje, inmiddels volwassen, blikken namelijk samen terug op de gebeurtenissen.
Ik ben een grote fan van theater, omdat met een minimalistisch decor vaak grootse dingen bereikt worden, zonder dat wordt ingeboet aan vertelkracht. Dat is ook hier weer het geval. De gezamenlijke schuilkelder wordt omgetoverd tot klaslokaal en dat weer tot het geheime kamertje van Maartje. Het kussen op het bed verandert in een echt dier, dat later een grote rol blijkt te spelen in het verloop van de gebeurtenissen. En een hoofddoekje volstaat om de sprankelende Maartje te veranderen in de foute buurvrouw.
Wat een heftige voorstelling. Natuurlijk kan een stuk als dit niet zonder geluidseffecten: geronk van vliegtuigen, inslaande bommen - en dan die schreeuwende soldaten. Maar ook wordt er in de voorstelling (net als in het boek) heel knap een beklemmende sfeer opgebouwd: kinderen komen te weten dat goede bekenden, zoals buren, onder ongunstige omstandigheden tegen elkaar opgezet kunnen worden en elkaar niet meer kunnen vertrouwen. En dat de oorlog niet zwart-wit was, wij tegen zij, maar dat ook Nederlandse agenten zich tegen je konden keren. Voeg daaraan nog wat grote persoonlijke drama’s toe en het is duidelijk waarom je in de zaal een speld kon horen vallen. Knap hoe een kinderboek met zo veel personages en zo’n lastig thema in ongeveer vijf kwartier door twee acteurs tot leven wordt gewekt.
Een prachtige en indringende voorstelling die niemand zou mogen missen.
Over de leeftijdsindicatie: op de flyer staat 7+, maar op de toegangskaartjes 9+. Dat laatste lijkt mij goed; voor kinderen van 7 of 8 lijkt me deze voorstelling een brug te ver. Bij de garderobe hoorde ik een meisje van een jaar of 10 zelfs vertwijfeld aan haar moeder, die zichtbaar bij moest komen, vragen: “maar mama, waaróm is het dan zo zielig?”. De speciale Oorlogsgeheimen-website vermeldt dat “enige kennis is vereist om het verhaal te begrijpen”. Daarnaast vergt het wat inlevingsvermogen om te begrijpen dat er steeds heen en weer geschakeld wordt tussen volle oorlogstijd en de periode na de oorlog.
In mijn oorspronkelijke opzet, namelijk om de kinderen iets bij te brengen over het dagelijks leven tijdens de oorlog (het iets veiligere werk, zeg maar…), ben ik niet zo geslaagd. Dat is ook volkomen begrijpelijk, gezien de beperkte tijd. Het boek gaat daar iets meer op in, hoewel ook niet heel uitgebreid. Daarvoor moeten we maar eens naar een museum gaan, wellicht rond 4 en 5 mei.
De voorstelling wordt nog tot en met 15 juni 2013 gespeeld. Van elk boek dat na de voorstelling wordt verkocht, gaat 1 euro naar War Child.