Onderwerp: WERELDMUZIEK, MUZIEK
14 Augustus 2012
Kaapverdische klanken: klein en subtiel
Tekst: Ronald Rijntjes & Jorien Heemskerk
Beeld: Ronald Rijntjes
De Kaapverdische zangeres en gitariste Carmen Souza en bassist/slagwerker Theo Pas’cal gaven op zaterdag 11 augustus tijdens de Robeco Zomerconcerten een klein en intiem concert in het Concertgebouw Amsterdam. Als duo speelden ze nummers van hun laatste album London Acoustic Set. Hierop gaan ze terug naar de basis: ze hebben hun band thuisgelaten en laten samen horen hoe de liedjes ‘geboren zijn’.
De kleine zaal van het concertgebouw loopt langzaam vol en het podium staat klaar voor het muzikale spel van Souza en Pas’cal. Ze lopen naar hun instrumenten, waarna Souza opent met de woorden “It’s a beautiful day in Amsterdam”. Samen spelen ze een lekker in het gehoor liggend liedje, waarin de zang van Souza warm klinkt. De bas van Pas'cal zorgt voor een goede ritmische aanvulling en hij geeft direct een solo weg.
Beide genieten van elkaars spel, wat is af te lezen van de blije blik die op Souza’s gezicht staat. Pas’cal zit helemaal in zijn basspel en kijkt regelmatig met een voldane blik. De muzikaliteit van de twee is duidelijk te horen, zo haalt Souza een divers geluid uit haar stem. Ze zingt met gemak van hoog tot laag. Zo nu en dan zingt ze iets té hoog, waardoor de tonen wat te scherp worden in vergelijking met de warme stem die ze heeft als ze in het middenregister zingt.
Diversiteit
Naast haar zangkwaliteit speelt Souza ook nog gitaar. Dat doet ze prima, maar ze blinkt er niet op uit. Het was leuk geweest als er af en toe een solo op gespeeld werd. De akkoorden legt ze echter netjes neer en de klank kleurt mooi met haar stem. De gitaarklanken spraken wél bij het solostuk ‘Sem Valor’, een dynamisch nummer met een relevante boodschap: de echt belangrijke dingen in het leven kosten niets.
Theo Pas'cal wisselt tijdens het concert zijn contrabas en basgitaar af met een aantal percussie- en slaginstrumenten. Hierdoor ontstaat er diversiteit in de nummers, wat zeker belangrijk is als je als duo een avondvullend programma interessant wilt houden. Bij het nummer ‘Sodade’ begeleidt hij Souza bijvoorbeeld op de Udu, een trommelkruik die zowel als ritme- en basinstrument dient. Zijn contrabas wordt bij één stuk zelfs als drumstel gebruikt, doordat hij met een drum brush op de snaren slaat.
Souza schrijft ook nummers over haar geboorteland, zoals ‘S. Anton m'cre Conche bo Estoria’, dat gebaseerd is op het ritme van het omploegen van granen. Het is een swingend nummer, met een verrassende ritmewisseling in het refrein.
Jazz
Op muzikaal gebied laat Souza zich met name inspireren door jazz en dat is goed terug te horen. Niet alleen door het vele solowerk van Theo Pas'cal, maar ook door de vrije intonaties van bepaalde melodieën en haar soms scat-achtige zang. De zangeres vertelt dat ze inspiratie haalt uit het werk van onder meer Charles Mingus, John Coltrane, Miles Davis en Horace Silver. Van de laatste speelt ze een eigen bewerking van het bekende jazzstuk ‘Song for my Father’, dat op een swingende wijze wordt neergezet.
Souza zingt niet alle nummers in het Kaapverdisch, maar wisselt goed af door ook Engels- en Franstalige nummers te zingen. Zo brengt ze een mooie bewerking van Edith Piafs ‘Sous le ciel de Paris’. Door deze mix van verschillende talen en instrumenten was het een gevarieerde avond, waarbij twee musici elkaar goed aanvulden op het podium en met veel applaus door het publiek gewaardeerd werden.
Voor meer informatie over de muziek van Carmen Souza en Theo Pas’cal, kijk op hun website.