Onderwerp: WERELDMUZIEK, MUZIEK
25 Juli 2012
Vrolijke Finnen brengen tango tot leven tijdens Robeco Zomerconcert
Twee jolige blonde mannen, waarvan er één stukje bij beetje zijn strijkstok aan gort speelt. Het is niet het eerste dat je voor je ziet bij het woord ‘tango’. Toch was deze combinatie afgelopen maandag te bewonderen in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Pekka Kuusisto en Iiro Rantala brachten daar een levendige synthese van Finse tango, jazz en volksmuziek.
Voor wie niet wist dat er ook een Finse tango bestaat, een korte introductie. Nadat in de tweede helft van de negentiende eeuw in Buenos Aires de Argentijnse tango was ontstaan, werd deze aan het begin van de volgende eeuw door musici meegenomen naar Europa. Na de eerste kennismaking in 1913 ontstond in Finland een heel eigen tangocultuur, waarin ook invloeden uit de Finse volksmuziek een plek vonden.
Tango en jazz
Violist Pekka Kuusisto en pianist Iiro Rantala laten in het Concertgebouw zowel bewerkingen van bekende Finse tango’s horen als nummers die zij zelf tot tango hebben getransformeerd. Al bij het eerste stuk, van de bekende componist Toivo Kärki, wordt duidelijk dat beide mannen niet alleen thuis zijn in dit genre maar ook in de jazz: naast herkenbare tangopassages is er veel ruimte voor vrije improvisatie.
Deze combinatie levert creatieve en avontuurlijke muziek op, waar het publiek even aan moet wennen maar vervolgens diep van onder de indruk raakt. Of het nou gaat om het dromerige ‘Satumaa’ (sprookjesland) van de jong gestorven tangoster Unto Mononen of een bewerking van Pat Metheny’s ‘Antonia’, alles is even mooi. Zelfs ‘Maria’ uit West Side Story wordt overtuigend als tango gebracht.
Fijnzinnig en ontroerend
De Finse tango, althans zoals Kuusisto en Rantala hem spelen, is in vergelijking met zijn Argentijnse oorsprong minder streng en hoekig. Naast de kenmerkende pit en felheid, bevat hij meer fijnzinnigheid en melancholie. Die komt op een bijzondere manier tot uiting in een knap solostuk van Kuusisto: terwijl hij zijn viool aanslaat als een gitaar, fluit hij de hele melodie. Onversterkt, en daardoor extra ontroerend.
Eenzelfde gevoel ontstaat bij de ‘Nuoruustango’ (tango van de jeugd) van Kaj Chydenius. Aan het einde van dit gevarieerde stuk staat een jonge vrouw in het publiek op om met een heldere en zuivere stem de in Finland zeer bekende melodie te zingen. Achteraf blijkt deze Pauliina Kokkonen een vriendin van het duo en een professionele zangeres, maar dat maakt de verrassing er niet minder om.
Vrolijkheid en humor
Naast de grote dynamiek en kwaliteit van de stukken valt vooral de vrolijkheid van de twee musici op. “Finse tango’s gaan óf over dingen die je had maar bent kwijtgeraakt, óf die je nooit zult krijgen”, vertelt Kuusisto, maar zijn humeur wordt daar duidelijk niet door beïnvloed. “Is iemand toevallig op een paard gekomen?”, vraagt hij als er steeds meer haren van zijn strijkstok breken.
Iiro Rantala kan er ook wat van. Als hij bij een eigen compositie een vel papier in zijn vleugel laat zakken stelt hij het publiek gerust met: “Het is een blanco vel. Don’t worry, it won’t harm the piano.” Veel droge humor dus, die na een vlammend ‘Adios muchachos’ uitmondt in een vooraf aangekondigde toegift. “Omdat we elkaar intussen goed genoeg kennen om al dat toneelspel over te slaan,” besluit Kuusisto. Aan het einde van deze intense avond heeft hij daarmee zeker een punt.
Pekka Kuusisto is deze zomer nog een keer in het Concertgebouw te zien: op 22 augustus speelt hij met Britten Sinfonia ‘De vier jaargetijden’ van Vivaldi.