Onderwerp: WERELDMUZIEK, MUZIEK
16 Juli 2012
Cubaanse rockers bouwen feestje in bomvol Bimhuis
Tekst: Jorien Heemskerk
Beeld: Ronald Rijntjes
In een uitverkocht Bimhuis trad jazzgitarist Marc Ribot afgelopen zaterdag op met Los Cubanos Postizos, ofwel ‘de namaak-Cubanen’. Hoewel het weinig met jazz te maken had, was hun muziek verre van namaak: de originele combinatie van instrumenten werd in de loop van de avond steeds overtuigender. En de authentieke solo’s en opzwepende latinritmes leidden tenslotte tot een waar dansfeest.
Het is geen gebruikelijke combinatie: gitaar, orgel, bas, drums en percussie. Bij de eerste paar nummers is het dan ook even wennen aan het gezamenlijke geluid van deze instrumenten. De vijf mannen knallen de avond in met een hoop muzikaal geweld – stoere muziek met sterke rockinvloeden. Spannend is dat in ieder geval, maar door het ontbreken van een duidelijke melodie is het geheel wat ontoegankelijk.
Dat verandert gelukkig in de loop van het optreden. Zo begint een nummer halverwege de eerste set met een mooie, wat zachtere solo van bassist Brad Jones, die wordt overgenomen door Ribot. Hij speelt een spannend thema met een Western-tintje, gedragen door een rustige basis van percussie en drums die overgaat in een swingend tempo. Ook het daaropvolgende ‘Dame UnCachitoPa ’Huele’ is melodieuzer, hoewel het een stuk ruiger wordt uitgevoerd dan op het album Muy Divertido!.
Net als dit nummer, is de meeste muziek deze avond gebaseerd op composities van de Cubaanse gitarist en congaspeler Arsenio Rodríguez (1911-1970). Die invloed wordt na de pauze steeds herkenbaarder. Na een funky stuk met sterke gitaarsolo’s komt er ruimte voor meer subtiliteit, met soms een beetje blues maar vooral veel swingende latinritmes - tot groot enthousiasme van het publiek.
“Er mag gedanst worden, maar wij staan niet in voor de gevolgen”, roept Ribot op een gegeven moment. Dat laten veel mensen zich geen twee keer zeggen.
Het orgelspel van Anthony Coleman, dat in de eerste set soms wel erg overheersend was, draagt nu op een evenwichtige manier bij aan het Cubaanse gevoel. En naast Jones en Ribot zorgen ook percussionist EJ Rodriguez en drummer Horacio ‘El Negro’ Hernandez , die in zijn blote bast “op de Red Hot Chili Peppers wil lijken”, voor opzwepende solo’s. Zelfs Ribots zang, in het begin nog vrij schreeuwerig en onzuiver, wordt steeds beter.
Zo eindigt een avond die wat onwennig begon in één groot feest, zowel voor de muzikanten als voor het publiek. “We willen vestigingen van het Bimhuis in New York en Miami”, besluit een breed glimlachende Ribot dan ook bij de eerste toegift. Daarna wordt in de bomvolle zaal alleen nog maar genoten en gedanst.