Onderwerp: TONEEL, STRAATTHEATER, CABARET
25 Juni 2012
De Parade: “Liefde is pas echt liefde als je er dood voor wil gaan"
Tekst: Rutger Burger
Beeld: Wim Barzilay
Hoe omschrijf je een fenomeen als De Parade wanneer superlatieven tekort schieten en lovende woorden onoprecht lijken te worden? Op de grens van sarcasme, maar dan oprecht. Een circus zonder paarden en olifanten, alhoewel het me niet zou verbazen als deze ergens ineens om een hoekje zouden komen. Een Oosterse bazaar, maar dan westers en zonder marktkraampjes.
Een wervelwind van indrukken: overal waar je kijkt, luistert en proeft, worden prikkels op je zinnen afgevuurd. Daar een hoelahoepende man die wat weg heeft van Frank Zappa in een rood glitterkostuum die de show van Ten Damme aanprijst. Een groep Oosters uitziende schonen en befezde mannen waartussen ik “Charlie” ontwaar, zó weggelopen uit GTST en met haar neus in De Parade gevallen. “We gaan helemaal naakt!”, roept ze opgetogen alsof ze bevrijd is van het juk van de middle-of-the-soap mentaliteit die een hele bevolkingsgroep om acht uur elke avond weer lamslaat.
De heerlijke geuren van diverse eetgelegenheden dwarrelen om mijn neus zonder penetrant te zijn. Ze lijken me subtiel te lokken: eet mij, nee mij! Eerst maar eens een goede cappuccino bij DE barista’s naast de Zweven Is Leven Molen gedronken en nog een kwartier alles op me in laten werken, ik word tenslotte al een dagje ouder. Door deze verpozing mis ik haast de opening door Dominee Gremdaat die op onnavolgbare wijze de ene gemeenplaats aan de andere plakt zonder hierbij ook maar met zijn ogen te knipperen. Op de achtergrond een live uitvoering van het Laatste Avondmaal in nachtwachtstijl door 12 knappe halfnaakte apostelen waar Rembrandt, God hebbe zijn ziel, seksueel opgewonden van zou raken, dit alles begeleid door de zoetgevooisdheid van De Coolsingers. Met deze simpele plechtigheid is De Parade geopend.
Alhoewel een bezoek aan De Parade an sich voldoende is om het heel gezellig te hebben, is De Parade niet De Parade als er niet een bezoek aan een of meerdere voorstellingen wordt gebracht. Allereerst schuiven we aan bij Remko Vrijdag en Martine Sandifort, die onder de naam “Hulphond” haast staccato zonder pauze de ene sketch na de andere uitvoeren en soms midden in een zin de volgende opstarten, hierbij zo nu en dan naast lachsalvo’s ook voor verwarring zorgend. Van een dove operazangeres die alleen bezig is met haar nootjes via een dominante echtgenote met een slaafse man die braaf al haar “invaliditeiten” opschrijft zodat ze, net als haar buurvrouw in aanmerking kan komen voor een hulphond. “Die honden doen wel 70 dingen in huis, afwassen, strijken, stofzuigen…” naar een Surinaamse alleenstaande vrouw, die uiteindelijk tot de conclusie komt dat het nooit meer goed komt. Dit alles met een muzikaliteit die de verwachtingen bij een cabaretvoorstelling overtreft.
Na een heerlijk hapje op naar de volgende tent die met veel zwier “Studio 7” is gedoopt. Hier voert Likeminds “Op de liefde godverdomme!” uit. Khadija Massaoudi zingt/speelt in een hoop talen over de liefde, of liever gezegd het ontbreken daarvan, in haar leven. Hierbij wordt ze begeleid door Laurens Joensen op gitaar en door een meneer uit het publiek waar zij haar eeuwige liefde aan verklaart. Zaken van het hart die puur cerebraal worden uitgepluisd en waar ze dus aan het eind ook niet echt tot een oplossing komt. Zo nu en dan overheersen de taalkundige grappen zodat ik de achterliggende boodschap een beetje kwijt ben. Het zal wel aan mij liggen want achter me hoor ik bewonderende kreten en instemmend gebrom van een rijtje dames. Na afloop mag de meneer in het publiek gewoon weer naar buiten en heeft ze wel wat op te ruimen want de taartjes en champagne hebben hun sporen nagelaten.
Inmiddels is het gezellig druk en ik sluit achter in de rij aan voor nog een kopje koffie. De rij beweegt traag, te traag blijkt achteraf want voor ik mijn koffie heb is de voorstelling waar ik hierna heen wilde reeds begonnen en zoals op het kaartje staat vermeld: Let op: Voorstellingen beginnen stipt op tijd. Na aanvang geen toegang meer en geen geld retour. Sorry, Dance Works Rotterdam / André G, geen “KnockOut!” voor mij. Ik loop achter de tent langs, richting parkeergarage, en hoor binnen de opgewonden kreten van de vechtende dansers. Of dansende vechters, daar zal ik wel nooit achter komen.