Onderwerp: POP-ROCK
30 November 2011
Veel te zien en te ontdekken op Le Guess Who?
Tekst: Frank Veldkamp
Beeld: Tracey van Lingen
Vier dagen Le Guess Who? in Utrecht is een ontdekkingstocht langs alles wat hip, actueel en de moeite waard is. Verdeeld over zeven locaties valt er te genieten van een breed aanbod in alle denkbare genres. Voor de passepartoutgangers is het veelal kiezen tussen onbekende namen, waarbij de afstanden tussen de meest gebruikte locaties alleen per (huur)fiets goed te overbruggen zijn.
Het grootste podium van het festival is dat van de 'oude' Tivoli op de Oude Gracht. Donderdagavond wordt de aftrap van het festival daar gegeven door het Japanse meidentrio Nisennenmondai. De instumentale krautrock van het drietal wordt even droog als energiek gespeeld, waarbij vooral drummer Sayaka Himeno als waar slagwerkbeest opvalt. Een kwartier stoïcijns zestiende noten drummen op hi-hits met af en toe een rake klap op de snaredrum is een hele toer die opperste concentratie vereist. Bassiste Yuri Zaikawa staat voornamelijk naar opzij of achteren te kijken en gaat iedere interactie met het publiek uit de weg. Masako Takada heeft aan 1 toets op haar mini-Casiootje genoeg en neemt later de gitaar ter hand voor het betere loop- en scheurwerk. Na vier nummers zit het optreden van vijfenvijftig minuten erop. In een schattige slotwoord ("We have merchandise. Please buy") vertelt Nisennenmondai de tweede dag de verrassingsact in Tivoli de Helling te zijn. Of we nog maar eens willen komen. En of we dat willen!
Endless Boogie komt tijd tekort tijdens een optreden waarin net drie nummers passen. Zonder duidelijke songstructuur brengen de heren stevige rockgrooves die de lompheid van Eagles of Death Metal combineren met de tongue-in-cheakaanpak van ZZ Top. Hells Angels op volksdansles, dat werk. Als Stephen Malkmus voor het laatste nummer als gastbassist de band komt versterken geeft dat bassist Matt Sweeney de mogelijkheid een Bob Segarcover te zingen. Alleen doet die Blackberry in zijn hand niet erg rock 'n' roll aan.
Na Endless Boogie is Malkmus zelf aan de beurt om met zijn band The Jicks te spelen. In Tivoli de Helling begint rond dezelfde tijd een blokje hiphop. Art Melody komt uit het Afrikaanse Burkino Faso en begint zijn energieke optreden voor een mannetje of twintig publiek. De enthousiasteling krijgt de aanwezigen makkelijk mee met zijn opzwepende mix van raggamufin en ethnohiphop. Een dj/scratcher verzorgt de beats terwijl de rapper in verschillende talen Afrika, peace en rastafari predikt. Na een minuut of twintig weet je het wel, maar het optreden is te leuk om weg te lopen.
Shabazz Palaces trekt aanzienlijk meer bezoekers. Het duo uit Seattle kan rekenen op lovende recensies voor hun onlangs op Subpop verschenen album "Black up". De ene helft van het duo, Palazeer Razaro, verdiende eerder zijn sporen bij Digable Planets. Zo bijzonder als de intellectuele hiphop op de plaat klinkt, zo beroerd komt het vanavond uit de verf. De live percussie en geinige ingestudeerde bewegingen van de heren ogen koddig, maar het geluid komt als een zompige brei de zaal in rollen, waardoor er geen woord van te verstaan is en het optreden als mislukt kan worden beschouwd. De zweefelectro van Com Truise luidt het electronische nachtprogramma in wat tot in de vroege uurtjes doorgaat.
Op de tweede dag zijn de verwachtingen hooggespannen voor de Britse zangeres Anika. Samen met Beak>, een sideproject van Portisheadoprichter Geoff Barros, maakt Anika eerder dit jaar een album waarop voornamelijk covers te horen zijn. In een muzikale stijl die het midden houdt tussen post-punk uit het begin van de jaren tachtig, dub en de Portisheadsound zingt Anika met zware stem en zeurderige intonatie haar teksten. Ook live valt de onzeker ogende zangeres niet op enig plezier in het zingen te betrappen. Nonchalant en zonder opsmuk zingt ze "I go to Sleep" van The Kinks en de andere nummers van haar album. Herinneringen aan Nico dringen zich op, maar ook aan de quasi-serieuze act die zangeressen zichzelf drie decennia geleden aanmaten. Alles om maar niet lachend op een foto te verschijnen. Muzikaal dreunen dubklanken en gierende keyboard- en gitaarflarden de Helling door. Anika facineert van begin tot eind, maar lijkt er zelf geen moment lol aan te beleven. Hoogtepunt is de droge uitvoering van single "Yang Yang", origineel van Yoko Ono.
Voor het Zweedse I Break Horses is het optreden op Le Guess Who? het tweede in haar geschiedenis. De band brengt een mix van shoegaze en electropop die voortneuzelt maar nergens echt indrukwekkend is. Zangeres Maria Lindén staat gehuld in een felrode cape op het podium onverstaanbare teksten te zingen over electrobeats met veel herhalende thema's. Het duo Roll the Dice staat tegenover elkaar met een batterij electronica achter een gordijn te spelen. Daar verwacht je dan, in navolging van acts als The Knife, videobeelden op geprojecteerd te krijgen, maar het blijft beperkt tot wat lichtpatronen. Ook muzikaal heeft Roll the Dice weinig te melden. Trage variaties op korte thema's vullen de set van bijna een uur. Terwijl de heren achter het gordijn uit hun dak staan te gaan kijkt het publiek meewarig toe. Of verruilt de zaal voor de foyer, in afwachting van het tweede Le Guess Who? optreden van Nisennenmondai.