Onderwerp: TONEEL
8 Maart 2011
In een notendop: ‘Duimelijntje’ van jeugdtheater Rabarber
Door Lucienne Heemskerk, persfoto's Karin Lucet
Het enige beeld dat ik nog van Duimelijntje had, was het minimeisje in de notendop. Eigenlijk raar: het verhaal is me nooit echt bijgebleven, en dat terwijl het toch een sprookje van Hans Christian Andersen is. Ik kan me ook niet herinneren dat het kind, zo klein als een duimpje, ooit gefigureerd heeft op dekbedhoezen en drinkbekers, noch dat ik er poppetjes van cadeau kreeg bij ’s lands grootste grootgrutter.
Gelukkig werd dit gat in mijn cultuur op zaterdagmiddag 5 maart jl. gedicht, en wel door de Haagse jeugdtheaterschool Rabarber, die de voorstelling ‘Duimelijntje’ de gehele voorjaarsvakantie op het programma had staan in het Haagse Theater Merlijn. ‘Een muzikale voorstelling voor kinderen vanaf vier jaar’: kleine M. van vier en haar oma vergezelden mij. En wat hebben we genoten, een uur lang!
Duimelijntje is een heel klein meisje dat geboren is uit een bloem. Ze voelt zich erg eenzaam, omdat niemand zo klein is als zij. Maar ergens op de wereld zou een even kleine bloemenprins moeten wonen met wie zij zal trouwen - zo werd door een tovenaar voorspeld. Duimelijntjes zoektocht voert haar onder meer langs enge padden en een vieze oude mol, die in haar de gedroomde huwelijkspartner zien, en langs een mannetjestor die op hetzelfde uit is, maar er een veelbenige harem met voelsprieten op na blijkt te houden.
Ronduit hilarisch zijn de ADHD-hazen Wilma en Pilma, die gedurende de voorstelling eveneens naarstig op zoek zijn, maar dan naar wortels. Daarbij gaan ze bepaald niet georganiseerd te werk. (Heel geestig trouwens, dat ze ‘op zoek zijn naar hun wortels’, maar of die dubbelzinnigheid ook zo bedoeld was, weet ik niet zeker.) Als Duimelijntje verder naar het zuiden trekt, dan verschijnen daar opeens Wilmá et Pilmá: ook twee wortelzoekende hazen, maar dan met een Frans accent.
De reden dat ik graag even stil blijf staan bij die twee hazen is, dat deze een welkom relaxmoment verzorgen in een voorstelling die voor kleine kinderen toch behoorlijk overdonderend kan zijn. Kleine M. dook geregeld ineen op oma’s schoot, vooral wanneer de kwijlende en hondsdolle padden ten tonele kwamen. Helemaal vooraan op de kussens zitten, zoals van tevoren werd aangeraden, was voor haar dan ook een brug te ver. Gelukkig ging haar pruillipje niet over in een echte huilbui.
Maar goed, de voorstelling was prachtig en wat een mooie kostuums: de vertellende oma en haar kleindochters, de tovenaar, de als bloemenprins vermomde padden, de vlinder en de kleurige vis, de oude blinde mol en mevrouw Veldmuis (die erg op juffrouw Mier uit de Fabeltjeskrant leek: tuterdetuut) en niet te vergeten het gehele decor... allemaal een lust voor het oog.
Als ik als volwassene de adem al geregeld in mijn keel voelde stokken, dan zat het met de spanningsboog en het acteren wel goed. Iets wat bevestigd werd door het feit dat het muisstil was in de zaal. Dat is knap hoor, om een zaal vol kinderen stil te houden! Als door de acteurs echter expliciet reacties werden uitgelokt, bijvoorbeeld om Duimelijntje van haar geïsoleerde waterlelieblad te bevrijden, dan riep zelfs de ietwat geïntimideerde M. dapper ‘help!’ mee.
De voorjaarsvakantie is helaas ten einde, zo ook de Duimelijntje-reeks. Maar wat let je om een van de volgende voorstellingen van Rabarber te gaan bekijken? Bijvoorbeeld Never Ending Story in de meivakantie, ook in Theater Merlijn?