Onderwerp: TONEEL
2 Februari 2011
‘Denk aan Mij’: vier vurige vrouwen en één ex
Door Lucienne Heemskerk, foto's Coen van der Hoeven
Dat de dames zich het vuur uit de sloffen speelden, op dinsdag 1 februari in de Rijswijkse Schouwburg, zoveel was duidelijk. Hetty Heyting (sorry, maar ik blijf haar zien als Tante Til uit de familie Knots), Sjoera Retèl (Onderweg naar Morgen), Jacqueline Kerkhof (Angsthaas) en Irene Kuiper (Boeing, Boeing) hadden duidelijk zelf ook lol in hun vertolking van vier totaal verschillende vrouwen die elkaar treffen in de Provence, in het hen zeer vertrouwde vakantiehuis van Bob, en erachter komen dat zij allevier exen zijn van deze man. Een licht absurdistisch gegeven natuurlijk, zeker omdat de heer des huizes Godotsgewijs op zich laat wachten en uiteindelijk de hele voorstelling lang niet in beeld komt.
Wie ooit met meerdere vrouwen in één ruimte heeft vertoefd, weet dat dit nooit lang goed kan gaan, maar als het dan nog eens gaat om concurrerende vrouwen (over een éx?) die elkaar nog net niet de ogen uitkrabben, dan laat het zich raden dat deze situatie tot komische en soms pijnlijke taferelen zal leiden.
Het is flink gniffelen om de overacterende Hetty Heyting (die ook het script schreef) als Aafke, de eerste vrouw van Bob, die, gehuld in zakkerige kleding en gezonde sandalen, de ene na de andere kwaal uit haar mouw schudt. Een flink contrast met de elegante Jeanine (Retèl), de wulpse Doris (Kuiper) en de lievige, maar meest volwassen Pem (Kerkhof). Wat is het dan grappig om te lezen dat Heyting zelf zegt dat ze moeite met deze rol had, omdat ze het personage eigenlijk niet kon luchten of zien!
Waar het stuk voor de pauze bijna ten onder ging aan toch wel erg platte grappen over de bedprestaties van Doris en de hyperventilatiezak van Aafke, kwam de schrijfster na de pauze gelukkig nog net op tijd tot inkeer: in de een-op-eengesprekken werd het ietsje serieuzer en kwamen we meer te weten over de vrouwen en over hun verleden met Bob. (Alhoewel? De vieze ónderbroek in het handtasje!)
Echte lachsalvo’s heb ik niet gehoord in de zaal, die goed gevuld was met vijftigplussers, maar dat pretendeert theatergroep De Nel dan ook niet: die spreekt van een (pijnlijk) geestige komedie, en dat was het. Over vijftig gesproken: de reacties achteraf varieerden van ‘fantastisch’ tot ‘matig’; zo’n beetje fifty-fifty, had ik het idee. Waar lag dit aan? Misschien aan het het feit dat de komedie veel weg had van een klucht (absurdisme, volkse typetjes, verbale humor), maar het dat toch niet helemaal was (geen openslaande deur te bekennen in de tuin-met-zwembad met uitzicht op de lavendelvelden). Ook een beetje half-half.
De speellijst loopt nog tot en met 28 april. Ga niet naar ‘Denk aan mij’ als je houdt van vlijmscherpe humor en ’s avonds nog graag een slijpsteen voor de geest zoekt. Ga er vooral wél naartoe, als je houdt van pretentieloze humor en graag gemakkelijk inslaapt na een avondje vol melige vrouwengrappen, zonder gepieker over de plot. En, om met regisseur Victor van Swaay te spreken: ook voor mannen is het stuk heel herkenbaar en de moeite waard.