Onderwerp: WERELDMUZIEK, POP-ROCK, CABARET
23 Januari 2011
Piter Wilkens, De Fleanende Hollanner
Door Michiel Fokkema, beeld beschikbaar gesteld door management Piter Wilkens
De in Friesland wereldberoemde troubadour zakt ook wel eens af richting Holland. Alle Amsterdamse Friezen waren dan ook uitgelopen om liedjes in hun moedertaal de te horen. Omdat je met alle Friezen in Amsterdam waarschijnlijk geen theater vult was de voorstelling uitgebreid met Jeroen Zijlstra, Jeroen van Merwijk en Erik van Muiswinkel.
Piter die meestal eigen repertoire schrijft en uitvoert heeft Cornelis Vreeswijk (1937-1987) ontdekt. Cornelis was een wereldberoemde zanger/schrijver in Zweden. Weliswaar van Nederlandse afkomst groeide hij op in Zweden. In Nederland heeft hij weinig succes gekend, in Zweden is hij echter nog steeds een van de grootste en bekendste nationale zangers. Hij wordt daar nog veel gespeeld en zijn werk is in vele talen vertaald.
Nu dus ook in het Fries. Het repertoire van Vreeswijk past wonderwel bij de stijl van Piter. Het is uiteraard niet letterlijk vertaald naar het Fries, Piter heeft zich dichterlijke vrijheid veroorloofd waardoor de teksten natuurlijk overkomen.
De band bestaat uit een gitarist, bassist, drummer, pianist/accordeonist en Piter zelf ook op gitaar en zang natuurlijk. De muziek stijl varieert van country tot blues. Vrij sober gespeeld maar perfect uitgebalanceerd. De liedjes gaan van vrolijk, grappig tot diep serieus. Als Piter bij het derde nummer zijn gitaar weglegt zingt hij werkelijk ontroerend een hartverscheurend melancholisch lied met minimale begeleiding. Dat kenmerkt hem, zijn toch ietwat melancholisch stemgeluid. Het Fries past daar goed bij. Zelfs in de vrolijke liedjes verdwijnt die Friese blues ondertoon niet.
Jaap Zijlstra zong twee prachtige liederen in het Nederlands, ook speelde hij nog prachtig op de achtergrond trompet. Ook Jeroen van Merwijk, zong twee liedjes in het Nederlands, zichzelf begeleidend op de gitaar. Erik van Muiswinkel begon in het Zweeds. Waarnaar hij opmerkte dat het publiek nu ook eens snapte hoe het is om de hele avond niets van de teksten te begrijpen. Blijkbaar ging ook hij er vanuit dat de zaal slecht met Friezen was gevuld.
Na de pauze zong hij het bekende "de nozem en de non" maar dan elk couplet als een ander typetje. Marcel van Dam, Ed van Thijn, Janmaat, Dick advocaat, drs. P. Herman van Veen, Paul van Vliet, Toon Hermans en uiteindelijk Vreeswijk zelf deed hij na. Hij deed dit zo goed dat met je ogen dicht je geen verschil hoorde. De "Leeuwarder blues" was een leuke meezinger met het refrein "tis nooit wat weest en t sal nooit wat wurde" een typisch Fries understatement.
Piter Wilkens kan makkelijk zelf een hele avond vullen maar met zijn drie kompanen werd het het helemaal onvergetelijk. Van harte aanbevolen. Ook voor niet Friezen.