Onderwerp: POP-ROCK
2 September 2010
Eric Burdon & The Animals - Geweldige beesten!
Door Bert Lek, foto's Arjan Vermeer
Vroeger keek je lang uit naar een optreden van een buitenlandse groep. Tegenwoordig komen sommige groepen net zo makkelijk twee keer per jaar langs met hun centenbakje. Gelukkig is het met Eric Burdon & The Animals nog niet zo ver.
Na jarenlange afwezigheid, stonden ze vorig jaar ineens in een uitverkocht Paradiso. Daar gaven ze hun visitekaartje af. Een puike band bestaande naast Eric Burdon, zang, uit Terry Wilson, op basgitaar, Billy Watts, gitaren, Brannen Temple, drums, Red Young, Hammond B3 en keyboard en lierbespeelster Georgia Dagaki. (Alleen Burdon is nog van de oude Animals)
De dame is er deze keer niet bij in Paradiso. Dat geeft gelijk het concert een meer rockgeluid. Bovendien is er hierdoor meer ruimte op het podium, waar vooral Burdon gebruik van maakt door naar zijn secondanten te lopen en hen aan te vuren. Natuurlijk ontbreken nu ook de klassiekers niet. Door het wegvallen van Dagaki is de opening van de ruim anderhalf uur durende set verschillend van het vorig jaar.
Young speelt het intro van “Nobody knows you when You’re Down And Out” als Burdon het podium op komt. Zijn stem klinkt nog steeds fantastisch. Daarna volgt de rest van de band en wordt het een groot feest als het publiek het eerste meezingnummer “It’s My Life“ herkent. Wat de mannen voor het concert gegeten of gedronken hebben, komen we nooit te weten, maar het heeft in ieder geval goed gesmaakt. Ze hebben er duidelijk zin in. Het lijken wel jonge honden, die voor de eerste keer voor een echt publiek mogen optreden. De lolligheid gaat ook wel eens ten kosten van de zorgvuldigheid. Vooral het op tijd inzetten van de backing vocals gebeurt te laat. De solo’s zijn langer en de nummers worden soms te lang opgerekt.
Dat is o.a. het geval in “River Deep, Mountain High”, dat door Burdon aan de mooiste grand mother Tina Turner wordt opgedragen.?Maar voor dat het zo ver is, horen we “Don’t Let Me Be Misunderstood” en“When I Was Young” langskomen. Daarna is het tijd voor ander onbekend werk. “Red Cross Store” van Mississippi Fred McDowell . Een nummer van de cd “Soul Of A Man”uit 2006. Dan valt het publiek stil. Helemaal bij “An Inventation To The White House” een nummer van zijn album, dat volgend jaar moet verschijnen en volgens Burdon nu voor 99 cents op internet te koop is. Laten we eerlijk zijn, een aardig nummer, meer niet.
Daarna is het weer tijd voor een meezinger “Boom, Boom” van John Lee Hooker. Young, die al een paar keer vanachter zijn keyboard de show probeert te stellen, gaat nu helemaal los. Jerry Lee Lewis loopjes tovert hij uit zijn elektrische piano. Als dat nog niet genoeg is doet hij ook nog de zelfde bewegingen van de killer. Gitarist Watts laat het niet op zich zitten en zet een prachtige solo neer.
De rest van show zal dit onder goedkeurende blikken van Burdon, meerdere keren gebeuren, de gevechten tussen die twee. “Mother Earth” van het Album “Eric Burdon declares War” uit 1970, draagt Burdon op aan Memphis Slim. Als Tiener heeft hij Slim tijdens een optreden horen zingen. Toen begreep hij de teksten niet. Nu 50 jaar des te beter. Daarna is het tijd voor de allergrootste hit “The House Of The Rissing Sun”. Helaas wordt dit net als het vorig jaar er door heen gejast. Terwijl het nummer zich leent voor wat voor uitvoering dan ook.
De toegift “ We Gotta Get Out Of This Place” is een herhaling van de uitvoering van 2009. De ijzersterke drummer Temple krijgt hier eerst alle ruimte om zijn kunnen laten tonen, daarna is het de beurt aan bassist Wilson. Als laatste toegift het rock roll nummer “Shame Shame”, waarin Young nogmaals de killer uithangt.
Aangezien Burdon uit een geweldig repertoire kan kiezen, kan hij nog jaren vooruit met optreden. Als hij dan volgend jaar toch weer terugkomt “Ring Of Fire”,”Montery”, “Sky Pilot” en For Miss Caulker” please?!