Onderwerp: Weblog Marina Kaptijn, OEROL
9 Juni 2010
Kikkers en angsthazen
Geen zitplekje met uitzicht meer voor mijn personage... weg troost.
Over twee dagen spelen we de eerste voorstelling op Oerol en op de locatie wordt nog volop uitgeprobeerd. Een heuvel, geen blackbox waarbinnen de magie van de voorstelling zich kan ontwikkelen. Maar wel een hartverscheurend mooie zonsondergang. Geen spacing, geen stickers als plaatsbepaling, wel een sterrenhemel, als het niet bewolkt is tenminste. Geen coulissen, geen toneel, wel een eenzame vogel die iedere monoloog met het grootste gemak kan wegspelen danwel aanvullen.
Het landschap van de voorstelling wordt niet bepaald door de inhoud van de voorstelling, er is geen decor. geen kostuums of ander visueel materiaal. Er is alleen maar het werkelijke landschap waarin we spelen. Met kikkergeluiden, en het licht van de vuurtoren aan de horizon. Dus geen rood lampje op het eerste balkon maar De Brandaris! En geen gang naar de kleedkamers maar een fietstocht door het donkere bos. Dankzij onze uitmuntende huurfietsen is het hele pad verlicht. En zelfs in mijn eentje vind ik 's nachts door het bos fietsen heerlijk. Ik ken geen andere plek dan hier op Terschelling waar ik dat zo totaal zonder angst of alertheid zou kunnen doen. Misschien ben ik wel een angsthaas of naïef, of allebei. In ieder geval is het hier een paradijs voor angsthazen zoals ik.
Toen ik gisteren terug kwam van de middagrepetitie kon mijn humeurtje wel een lichte boost gebruiken. Dus wat deed ik? Naar het mooie brede strand bij Oosterend? Een smoothie drinken bij Zandzeebar? Op de fiets buitendijks om mijn hoofd 'ns lekker door te laten waaien? Door de duinen wandelen om te eindigen bij het Heartbreak Hotel?
Niets van dat al, ik ging op mijn instinct af en ging shoppen om me beter te voelen. De stadsmens in mij weet zich geen raad met al het moois wat het eiland me te bieden heeft. En de muts en de pet die ik gekocht heb zullen me ook vast nog wel van pas komen bij alle stormen die er nog zullen gaan razen. Daar zou Huib, medespeler in het stuk, die met recht een éminence grise genoemd mag worden, vast een geweldige tekst over weten. Ik denk dat ik het hem maar ga vragen. Want zijn rethorische kwaliteiten zijn fascinerend, of hij nu een kikker nadoet of een Ollie B. Bommel gedicht voordraagt. Als Huib praat pardon spreekt trillen mijn ingewanden.
Aan tafel, Titus heeft een heerlijke curry gemaakt.
Marina