Onderwerp: Weblog Michael Varenkamp
8 Juni 2010
VACUUM | voor Hans
Het is zondagavond en morgen vertrekken we naar New York. Ik mag optreden in de legendarische jazzclub Birdland! Zojuist de gig afgerond in Concordia en eindelijk het appartement bevestigd gekregen. Pfffff. Soms loopt zoiets aan alle kanten moeilijk.
De New Yorkse Italiaan die ik al meerdere dagen aan de andere kant van de lijn tref, belooft me van alles maar laat evenveel na.
Mailen is moeilijk (maar het komt goed), two bedrooms en ook nog in een hippe buurt, niets lijkt een probleem.
Maandagochtend. Ik wordt wakker met sms-jes van vrienden over de aswolk die zich weer laat gelden. Wat te doen? We besluiten het even aan te zien.
Even terug naar een week eerder, toen mijn vriend overleed. Ik vernam het droeve nieuws van de redactie van een actualiteitenrubriek. Vervolgens stond de rest van de dag de telefoon roodgloeiend met verzoeken voor interviews en een reactie. Vreemd en helend tegelijk, ook al werd ik gedurende de dag steeds droever naarmate het besef toenam en meer en meer moest denken aan alle leuke, warme, hilarische en gedreven momenten.
De plechtigheid zou tot mijn grote verdriet maandag plaatsvinden, zo bleek later die week. Precies, maar dan ook precies op het tijdstip van vertrek naar NY.
Timing.
Al blijft het pijnlijk, in een muzikantenleven ben je wel wat gewend. Zo leer je al vroeg dat minimaal de helft van je (zogenaamde) vriendenkring niet zo open minded is als je altijd dacht of wenste omdat je nooit op verjaardagen verschijnt, vriendinnetjes maken het uit (‘je bent nooit thuis en als je thuis bent moet je studeren!’), je bent aan het werk op belangrijke feestdagen, bent net op tournee als er iemand een kind krijgt of erger, als er een dierbare overlijdt.
Ooit heb ik in het laatste geval voor 1200 gulden (waar blijft de tijd) uit Australië telefoontjes gepleegd. Overigens nadat ik eerder met een naar voorgevoel uitgebreid afscheid had genomen.
En dan nu opnieuw een heel ongelukkige samenloop van omstandigheden. Opnieuw een afscheid dat ik zelf maar moet zien te rooien zonder ritueel. Dacht ik. Tot dus die aswolk op maandagochtend! Er werd niet gevlogen. Op de ochtend van de plechtigheid van mijn vriend zat het vliegveld pot en potdicht.
Bij ons thuis zag het er vervolgens zo uit. De koffers stonden gepakt in de gang, dochterlief was al op haar logeeradres en mijn vrouw en ik spoedden ons met een wonderlijk gevoel van opluchting naar de begrafenis. En het was - ondanks het diepe verdriet - bijzonder fijn er te mogen en kunnen zijn.
De plechtigheid, waarin de warme persoonlijkheid van mijn vriend centraal stond was eenvoudig, zij het dat er bij het vertrek twee saluerende lakeien van de Koninklijke Marechaussee aan de deur stonden. Kijk, dat is nu sjiek. En toch bescheiden.
Na de begrafenis werd er nog steeds niet gevlogen en besloten we de tickets om te boeken naar de volgende dag. En zo ontstond dat vacuüm. Welbeschouwd is dat nu precies wat muzikanten doen. Spelen met tijd alsof het materie is. Rekken, duwen, trekken, kneden. Je opent je ogen na een solo en de klok is vooruit gezet. Of juist terug. Of misschien was je wel heel even in een ander leven.
's Avonds zijn we op vakantie geweest in onze eigen stad - we hadden immers al weg moeten zijn - en hebben het leven gevierd, zij het met betraand gemoed. Ondertussen is mijn hart gevuld met beelden van een glunderende presentator in de jazzhemel, die alle helden van weleer vraagt of ze speciaal voor hem nog een keer hun kunstje willen doen. Dizzy, Billie, Gerry, hij krijgt ze met speels gemak allemaal voor de microfoon.
‘What took you so long?’.
Miles.
De volgende ochtend. Om 11 uur stipt zitten we in een vliegtuig op weg naar de Nieuwe Wereld. Is dit een jazzverhaal? Ik weet het niet. Mijn vriend zou zeggen van wel.