Onderwerp: Weblog David Geysen, OEROL
6 Juni 2009
FLESSENPOST
De laatste week in de Appelloods was erg rustig want alles moest verscheept worden naar Terschelling dus de techniek moest beunen en het artistieke gedeelte had een week vrij (bij het bouwen van de snelweg op het strand van Terschelling is het decor tweemaal weggespoeld door het springtij).
Voor mij een uitgelezen kans om van het mooie weer te genieten met een goed boek op het strand. En wat een mooi boek! ‘Cesarion’ van Tommy Wieringa (aanrader nu de vakantie voor de deur staat). Het is zo fijn dat bij het lezen van een goed verhaal alle creatieve sluizen zich openen. En zodoende kan je psychologisch en beeldend de wereld even ontvluchten.
Dat is een belangrijke reden voor mij om theater te maken: een verhaal verbeelden, dat delen met mensen en ze meenemen naar een andere wereld, soms prettiger en soms wreder dan de reële. Mijn wereld! De wereld in mijn hoofd,mijn tenen en genen. Want dat is toch waar je het mee moet doen.
Als kind was ik vaak alleen. Wij, mijn ouders, mijn zus Sarah (later kwam daar ook Lina bij, maar toen verhuisden we naar de stad) en ik woonden in Brasschaat in een oud koloniaal huis omringd door een groot bos (het Kastanjehof). Ik speelde altijd in dat bos. Ik speelde verhalen en sprookjes na. Met een bontmuts van m'n oma liep ik tussen de takken, het gebladerte en de vele berkenboompjes, klom van tak naar tak en was David Crocket (de pelsjager uit de kinderboeken).
Elke zondag kwam de hele familie op bezoek (neefjes en nichtjes, oma, opa, nonkels en tantes). De hele week lag ik in bed na te denken over de show die ik met de andere kinderen zou maken, wat ze aan moesten en wat we gingen opvoeren. Ik bereidde alles zorgvuldig voor met mijn plastic playmobil mannetjes. Een goocheltruc met cape en hoge hoed, een liedje, een gedicht, een spannend verhaal. Zo droomde ik me de week door.
School interesseerde me niet, met als gevolg dat ik elke zondagavond moe maar voldaan lag te bibberen in bed omdat m'n huiswerk niet af was. Zo ontwikkelde zich de fantasie en ensceneerde ik m'n eerste voorstellingen. Neefjes en nichtjes vonden het volgens mij niet echt heel leuk; ik kreeg vaak te horen dat ik te bazig was.
Als kind ging ik ook elk jaar op kamp naar Formerum, naar de kampeerboerderij ‘Jort van Gossum’ op het eiland Terschelling! Best bijzonder voor een jongen uit België.
We deden speurtochten en spellen in de duinen, nachtspelen en overlevingstochten, een bezoekje aan de luchtmachtbasis (die bestaat nu niet meer), een spannend verhaal bij Dodemanskisten (meertje op Terschelling) en verkleedpartijen.
Piraten en strandjutters kwamen in mijn hoofd tot leven.
Als kind was dit voor mij het eiland van de fantasie en de dromen. Ook mijn eerste verliefdheden zijn daar ontstaan (velen zouden er nog volgen) maar natuurlijk onontkoombaar na de lach en het geluk ook de bittere tranen (velen zijn er gevolgd).
Het afscheid en het zachtjes huilen in bed om dat mooie meisje waar je naast mocht liggen bij het kampvuur en die je nooit meer terug zou zien. De wreedheid van het kind zijn. Maar ook het geluk en het naïeve geloof van het kind zijn.
Als theatermaker moet je dat kind in jezelf koesteren en liefhebben, want dat is je grootste inspiratiebron. Een kind heeft nog het recht om te dromen. Wij volwassenen is dat recht ontnomen en daarom zijn een mooi boek, een schilderij wat je raakt of een inspirerende theatervoorstelling godsgeschenken. Ze laten ons even vrij uit de realiteit. Even laten ze ons geloven in dat sprookje en zijn we weer kind.
Ik word een beetje zeeziek hier achter mijn laptop. Ik zit te schrijven op de Friesland, de grootste boot van Rederij Doeksen. Ik ben op weg naar Terschelling: het eiland van mijn kindertijd. Ik heb al verschillende voorstellingen gespeeld op Oerol maar elke keer weer (als volwassene) als ik voet aan wal zet op het eiland heb ik dezelfde ervaring: een magisch gevoel van verlatenheid. Het eiland van mijn kinderfantasie waar je nu als volwassene je fantasie neerzet voor een publiek, het aflevert als het ware, als een pakketje. Misschien vandaar die verlatenheid?
Ik sta achter op de boot naar Terschelling, dezelfde boot als 20 jaar geleden. De majestueuze Friesland! Toen gooide ik als kind, op weg terug naar huis, altijd flessenpost in de kolkende golven met een papiertje erin en daarop een wens (had altijd met het meisje van het kampvuur te maken). Nu sta ik hier en kijk naar de kolkende golven en bedenk dat ik jullie een blog ga schrijven, als een soort volwassen flessenpost.
Ik sta op de boot op weg naar het eiland van mijn kindertijd. Ik ga zelf in BLIK spelen en mijn eigen hersenspinsel ARARAT zal ook spelen. Elke avond het hele festival lang en op het zelfde tijdstip dus ik zal ARARAT ook niet meer meemaken met publiek.
Mijn wens bij deze: ik hoop dat ze het mooi vinden!
Vriendelijks,
David Geysen