Onderwerp: TONEEL
28 Mei 2009
Geslacht: teveel rode deuren worden rood geverfd
Door Maartje Bloem met foto's van Deen van Meer (klik voor vergroting)
Voorstelling gezien in de Stadsschouwburg Amsterdam 22 mei 2008
Geslacht geschreven door Rob de Graaf gaat over twee liefdesloze koppels. Ralf en Chra, gespeeld door René van Zinnicq Bergmann en Carine Crutzen, zijn al jaren getrouwd, hebben geen kinderen, genoeg geld en maken alleen maar ruzie. Harco en Speedo, gespeeld door Mark Rietman en José Klaase, hebben elkaar ontmoet in Chili waar Speedo vandaan komt. Speedo woont sinds een half jaartje bij Harco en vertegenwoordigt Harco’s “hang naar de natuur”. Alle personages op Speedo na lijken verrot. Maar zelfs Speedo blijkt uiteindelijk niet zo zuiver op de graad.
Chra verlangt naar de puurheid van Speedo. Zo erg zelfs dat ze zich op een gegeven moment letterlijk op hem stort. Chra is wanhopig. Ze zit in een verschrikkelijk huwelijk en wordt van binnenuit opgevreten door kanker. Haar man zorgt voor haar meer uit gewoonte dan uit liefde. Hij zal dat doen tot haar botten in de koude grond liggen.
Harco krijgt niet de vleselijke liefde die hij verlangt van Speedo en in zijn werk lijkt hij ook niet te slagen. Het ontbreekt hem aan doorzettingsvermogen. Op het einde van het stuk gaat Speedo terug naar Chili om daar te trouwen met zijn jeugdliefde, een vrouw nota bene. Harco blijft alleen achter zonder liefde en zonder werk.
Na deze voorstelling gezien te hebben vraag ik mij af wat de noodzaak van dit stuk was. De personages hebben mij niet weten te raken. Er wordt vanaf het begin heel explosief gespeeld en zo hebben de spelers, en vooral Carine Crutzen in het eerste kwartier al hun kruit verschoten. De tekst zou interessant kunnen zijn, er wordt gesproken van een poëtische tekst, ware het niet dat er zo snel wordt gesproken dat je geen tijd hebt om de tekst te laten bezinken. Ook zit er in het spel nauwelijks een rustmoment.
Het is raar want deze spelers zijn zeker niet onverdienstelijk. Het decor ziet er niet slecht uit en schrijver Rob de Graafis ook niet verkeerd. Toch is deze voorstelling niet geslaagd. Wellicht zit het in de letterlijkheid waarvoor door regisseur Ger Thijs gekozen is. Er worden teveel rode deuren rood geverfd. Daardoor gaat het verhaal slechts over lokale luxeproblematiek. Misschien als er een meer metaforische aanpak was geweest had die meer kunnen zeggen over de het zielloze verlangenloze van een westers welvaartsmens.