Onderwerp: OPERA EN OPERETTE
26 Mei 2009
Diepvlees | Afluisteropera voor vier zachtzingende mannen en twee harpen
Door Ester van Aalst met foto's van Bart Visser (klik voor vergroting)
Diepvlees is een afluisteropera voor vier zachtzingende mannen, twee harpistes en een paar kilometer magnetische band. De geheime vleeskeuringsdienst doet onderzoek naar de dood van Igor Kurzweiler (Marien Jongewaard), directeur van de firma Diepvlees. Hij is dood gevonden op zijn bureau met een hap vlees uit zijn dij. Er volgt een reconstructie van deze bizarre dood van een paranoïde mens.
Het intrigeert: hoe kan je een opera maken over een geheime keuringsdienst van vleeswaren met vier zachtzingende mannen en twee harpen?
Toch is het de makers gelukt deze elementen op een bijzonder manier bij elkaar te voegen. Moderne opera, daar bestaat geen twijfel over. Het duurt even voor je als publiek wordt meegenomen in deze rare wereld. Toch, als je goed kijkt, niet eens zo raar. De drie mannen achter afluisterapparatuur doen denken aan een scene uit de film Das Leben der Anderen waarin de hoofdrolspeler eenzaam en alleen anderen afluistert. In Diepvlees luisteren zij niet alleen anderen af maar worden ze zelf ook nog eens afgeluisterd. Het is een rare gewaarwording.
De zachtzingende mannen zingen niet altijd zo zacht. Eerlijk gezegd valt het zachte zingen ietwat tegen. De beelden niet: drie afluisteraars die gezamenlijk een dansje doen achter hun bureau terwijl hun steeds gekker wordende baas op de voorgrond zingt. Marien Jongewaard zingt en speelt de steeds gekker wordende Igor Kurzweiler. Het fysieke spel van Jongewaard is prachtig. Van een krachtige baas van een geheime dienst (Doet het er toe welke? Eigenlijk niet.) vervalt hij in het product dat hij controleert. “Vlees van een dier dat niet geleden heeft smaakt nergens naar.” Is dat de reden waarom hij uiteindelijk zijn tanden in zijn eigen vlees zet. Dat hij lijdt is duidelijk, dat hij zelf vindt dat ie misschien wel onmenselijk lijdt is ook begrijpelijk.
In zijn visie is dus het eten van je eigen vlees het ultieme maar ook dodelijke. Volgens de componist is niet zozeer de vleesindustrie als wel de ontkoppeling van product en producent. Deze vervreemding is vooral in de vleesindustrie schrikbarend aanwezig. Waar komt ons vlees vandaan? Niet van een dier maar van de supermarkt lijkt het antwoord te zijn. Deze vervreemding is ook bij andere producten te vinden. Lukt het deze opera je te laten verbazen over deze vervreemding? Deels. De spanning zit echter meer in de steeds gekker wordende Igor.
Onder de indruk raak je van de muziek die wordt gemaakt met de taprecorders. Wordt dit daadwerkelijk op het toneel gefabriceerd of staat het toch op een wat nieuwerwetsere geluidsdrager? Daar blijft twijfel over. Geen twijfel over de knopjesmuziek die de drie afluisteraars maken. Samen met de twee harpen en het bedienen van de knopjes van de taprecorder wordt een prachtig samenspel gecreëerd. Het “Ham” zingen, het geknutsel met taperecorder, microfoons en woorden. Het zijn dit soort momenten die de opera de moeite waard maken.
Spel van Marien Jongewaard, Jan Elbertse, Job Hubatka en Juda Goslinga en Duo Bilitis : Eva Tebbe en Ekaterina Levental op harp.
Kijk hier voor een filmpje en hier voor de website.