Onderwerp: OPERA EN OPERETTE
13 Maart 2008
Beklemmende K ¡t’a Kabanov ¡
Door Annemiek Barnouw met foto's van Hans van den Bogaard
(klik voor vergroting)
Als het doek op gaat wordt de sfeer van het stuk gelijk duidelijk: K ¡t’a (Katja) staat in een soort grote doos die aan de achterkant open is. Daar zien we een vogel vliegen in de lucht, Katja vereenzelvigt zich met de vogel, maar als haar man en schoonmoeder binnen komen sluit de doos onherroepelijk. De vogel en de buitenwereld verdwijnen en er blijft een besloten, nauwe, beklemmende ruimte over. En dan weet je, mede door de warme, wrange klanken van het Nederlands Philharmonisch Orkest: dit komt niet goed.
De krappe ruimte moet Katja delen met haar sadistische schoonmoeder en haar man, Tichon, die nog onder de plak van zijn moeder zit. De enige persoon die begrip heeft voor Katja’s positie is Varvara, de pleegdochter van de Kabanovas. Katja wordt weer eens door haar schoonmoeder vernederd en haar man neemt het niet voor haar op. Varvara probeert de situatie te redden, maar dat lukt niet. Tichon moet voor zijn werk weg en hoewel Katja hem smeekt te blijven, luistert hij naar zijn moeder, vertelt Katja hoe zij zich moet gedragen en vertrekt.
Ondertussen bekent Boris aan Kurdjas dat hij verliefd is op Katja, en dat hij het verschrikkelijk vindt verliefd te zijn op een getrouwde vrouw. Varvara ziet Kurdjas wel zitten en haalt Katja over om de heren ’s avonds te ontmoeten bij het tuinhek. De komende nachten zal Katja de nacht doorbrengen met Boris. Als Tichon echter thuis komt, schaamt Katja zich heel erg voor hetgeen zij gedaan heeft en biecht Tichon alles op. Varvara en Kurdjas vertrekken naar Moskou en Katja ziet geen andere uitweg dan zichzelf in de Wolga te werpen.
De hele voorstelling van De Nederlandse Opera ademt dezelfde beklemmende eenvoud uit: de decor-doos blijkt op allerlei manieren open te kunnen en als Katja geen zicht heeft op de vogels buiten de doos, dan behangt ze de doos zelf met vogels. Ook de kostuums zijn sober, mede op last van de schoonmoeder, en het spel is ingetogen. Soms, heel soms, komt Katja uit haar schulp, als ze alleen is met Varvara.
De muziek van Janacek ondersteunt dit ingehouden gevoel op een heel directe manier: geen uitgebreide versieringen en geen ‘nutteloze’ noten. De stemmen van Amanda Roocroft (Katja), Natscha Petrinsky (Varvara) en Kathryn Harries (Marfa Ignatevna Kabanova, de schoonmoeder) en Kurt Streit (Boris) passen prachtig in de klankwereld die het Nederlands Philharmonisch Orkest neerzet.
Bij het zien van deze opera zit je door de combinatie van de taal, de muziek en het beeld voor anderhalf uur in een soort surrealistische wereld, waarin een realistisch, schrijnend verhaal verteld wordt. Kortom, een voorstelling waarvan je even stil blijft, als je het Muziektheater uitloopt.
Een trailer is te zien op onze videopagina.
De Nederlandse Opera - website
Yakov Kreizberg - muzikale leiding
Willy Decker - regie
Jaco Huijpen - Savel Prokofjevic Dikoj
Kurt Streit - Boris Grigorjevic
Kathryn Harries - Marfa Ignatevna Kabanov ¡ (Kabanicha)
Donald Kaasch - Tichon Ivanyc Kabanov
Amanda Roocroft - Katerina (K ¡t’a)
Greg Turay - Vana Kudrj ¡š
Natascha Petrinsky - Varvara
Roger Smeets - Kuligin
Corinne Romijn - Gl ¡ša
Klara Uleman - Fekluša
Inez Hafkamp - Zena
Frank Nieuwenkamp - Muz
orkest - Nederlands Philharmonisch Orkest
koor - Koor van De Nederlandse Opera