Onderwerp: WERELDMUZIEK
4 Maart 2008
MUNDO NI ‘OS: WERELDMUZIEK IN LEIDEN MET EN DOOR KINDEREN
Door Rik van Boeckel met foto's van Leo Drughorn (klik voor vergroting)
De in New York wonende Cubaanse slagwerker Roberto Juan Rodriguez werkte samen met Joe Jackson, Paul Simon en de Miami Sound Machine. Vorig jaar zomer zag ik een geweldig optreden van hem met zijn Septeto Rodriguez in Amsterdam waar hij zijn bijzondere en prachtige mix van Cubaanse danzón en Israëlische klezmer bracht voor een uitverkocht en dolenthousiast Concertgebouw.
Daarnaast verraste hij samen met zijn Filippijnse vrouw Susie Ibarra enige tijd terug Nederland met het Electric Kulingtang project. Hierin speelt Susie de kulintang, een instrument uit de Filippijnen dat enigszins op de gamelan lijkt in combinatie met Rodriguez’ ritmes op cajón, bongo’s, diverse percussie en niet te vergeten moderne electronica.
Maar Rodriguez en Ibarra zijn ook musici die hun kennis van muziek maar ook hun plezier en beleving daarvan willen overdragen op volgende generaties, op kinderen die nog helemaal open staan voor het leven en wellicht voor muziek. In New York begonnen ze rond 1997 met het project Mundo Ni ±os dat resulteerde in een album : ‘This is a Beat’. Driedaagse workshop
Martin Rohde van het Leids Jazz Trio en ook een van de drijvende krachten achter de Leidse Jazzweek haalde hen voor een driedaagse workshop naar Leiden. Er werd samenwerking gezocht met onder andere de Muziekschool Leiden en Muziekcentrum Leiden Noord waar zanger/gitarist Maarten Witkam les geeft aan kinderen. Witkam was samen met Caroline Devilee, zangeres en zangdocente bij de Muziekschool, betrokken bij het project. In de muziekzaal van het Leidse Volkshuis verzorgden zij met de kinderen het voorprogramma van Mundo Ni ±os, het resultaat van een driedaagse workshop. Alle kinderen van kinderkoor BpusC en Muziekcentrum Leiden Noord, in totaal ruim 30, deden mee aan Mundo Ni ±os.
Caroline Devilee brengt met de kinderen een aantal Latijns Amerikaanse en Surinaamse liedjes ten gehore. Het Lelola van de jeugdige artiesten schettert vrolijk de zaal in, aandoenlijk bijna. Soms is het chaotisch op het drukke podium maar dat is bij kinderen bijna niet te voorkomen. Maarten Witkam slaagt er wel in een strakke kinderblokfluitgroep neer te zetten met Turkse, Noord Afrikaanse en Chinese liedjes.
Eekhoorntjesdans
Rodriguez en Ibarra starten daarna getweeën met een Electric Kulintang compositie. Vervolgens is het de beurt aan de kinderen. “Jullie hebben allemaal een instrument in je handen en geen speelgoed,” roept hij de kinderen toe waarna de kinderen op zijn teken een vierkwartsmaat inzetten op diverse kleine percussie-instrumenten. ‘Uno, dos, tres, cuatro’ zingen ze. Komisch is de Chipmunk Stomp in 5 (vrij vertaald naar het Nederlands: de eekhoorntjesdans).
Natuurlijk kun je van kinderen van 5 tot 8 jaar geen professioneel niveau verwachten in 3 dagen tijd maar dat was ook geenszins de bedoeling. “Het is mijn doel met deze workshop de kinderen een gevoel voor muziek en ritme mee te geven, want dat is een belangrijk deel van het leven” vertelt Rodriguez me na afloop. “Kijk, ik ben opgegroeid op Cuba, daar is muziek een onderdeel van de cultuur,” zegt Rodriguez. “Ik groeide op met muziek. Mijn vader was trompettist en hij heeft na de revolutie veel kinderen muziekles gegeven. Dat is de achtergrond van het werk wat ik nu doe. In de VS zie ik dat er wel veel gebeurt op muziekgebied maar dat er geen geld wordt gestoken in muziekonderwijs aan kinderen. En dat wordt op dit moment alleen maar erger. In de VS is zoveel talent maar kinderen krijgen de kans niet om een instrument te leren spelen. Daarom ben ik Mundo Ni ±os begonnen.”
Verschil tussen de VS en Nederland
Als ik Rodriguez vraag wat het verschil is tussen de workshops voor kinderen in de VS en in Nederland, antwoordt hij: ““Ik zie sowieso dit verschil tussen de VS en Nederland. Ik merk dat hier veel meer waardering is voor muziek en cultuur dan in mijn eigen land. Hier waren de kinderen ook allemaal op het podium, in New York volgden ze de workshop en daarna gingen ze in de zaal zitten: daarna speelden Susie en ik en creëerden we een wisselwerking met het publiek. Hier gebeurde veel meer, de leraren en de ouders waren er meer bij betrokken. Ik heb ook tegen de ouders gezegd: moedig je kind aan om meer met muziek te doen, koop een instrument voor ze. Want het is een investering in je kind.” “Kinderen horen meer dan je denkt,” vervolgt hij. “Ze zuigen alles wat ze horen op als een spons. Ik weet dat ik zelf als kind heel veel opstak van musici die bij ons over de vloer kwamen. Nu geven Susie en ik dat door aan de kinderen. Ik geef ze een basis en ik vraag ze ook goed te luisteren naar wat de anderen spelen.” Op die manier brengen Rodriguez en Ibarra een van de essenties van muziek over, het leren luisteren, weten wat de ander doet.
Naar de Filippijnen
Robert en Susie zijn zeker van plan met dit soort workshops door te gaan. “We willen dit nog veel meer in Europa gaan doen, in Nederland maar ook in andere landen maar eerst vertrekken we voor drie maanden naar de Filippijnen. Daar gaan we ook workshops voor kinderen geven. Tevens zijn we van plan een film te maken over de inheemse muziek van de Filippijnen want er is daar zo veel: de kulintang. De muziek die de kolonisten hebben meegenomen heeft zich vermengd met de Filipijnse muziek. De Spanjaarden hebben de danza en de habanera uit Cuba naar het land gebracht, de Amerikanen de jazz. En iedereen op de Filippijnen zingt, er zijn heel veel koren.”
Als Rodriguez is uitgesproken, herinner ik me hoe Ibarra de nummers kleurde met mooie Filippijnse klanken en hoe de meditatieve klanken van de kulintang de kinderen tot rust bracht na de opzwepende Chipmunk Stomp. Waarna Rodriguez de kinderen weer liet swingen in het Cubaans getinte Adonde esta Juan? Geen habanera. “Nu kunnen jullie salsa spelen,” riep Rodriguez. “En percussie!