Onderwerp: CABARET
26 Oktober 2007
Ontroerende en scherpe Herman Finkers
Door Aukje met foto van Impresariaat Finkers (klik voor vergroting).
Gezien in de Kleine Komedie 2 september 2007. Op verzoek van Impresariaat
Finkers hebben we gewacht met publicatie tot de première (gisteren).
De laatste keer dat ik een voorstelling zag van Herman Finkers, was in 1999. ‘Kalm aan en rap een beetje’ had de cabaretier zijn voorstelling genoemd. Een gedeelte van de titel, ‘kalm aan’, werd werkelijkheid toen hij in 2000 te horen kreeg dat hij aan een milde vorm van leukemie leed. De succesvolle cabaretier trok zich terug uit het theater, maar begon vijf jaar later met het schrijven van zijn tiende voorstelling.
In april 2007 waagde Finkers de stap naar het theater. In besloten kring vond een succesvolle try-out plaats die hem deed beslissen om met zijn programma te gaan toeren. Echter niet geheel zonder risico: wie een kaartje kocht werd verzocht zijn contactgegevens achter te laten. Wanneer de cabaretier zich niet lekker voelde, ging de voorstelling niet door. De tournee van ‘Na de pauze’, zoals de voorstelling treffend heet, begint in de intieme Kleine Komedie te Amsterdam. Hij treedt drie dagen achtereen op, ik ben op de laatste dag van de partij. Na zeven jaar afwezigheid verdient en ontvangt hij een groot applaus bij zijn opkomst, dat hij dankbaar in ontvangst neemt. Hij glundert, en ook de rest van de voorstelling is te merken dat hij geniet van zijn comeback. Het vertellen en het laten lachen van mensen zit in zijn bloed. Net als zijn ziekte overigens.
Over die ziekte vertelt hij uitgebreid. Dat klinkt zwaar, maar Finkers weet er een grappige en vooral Twents-nuchtere draai aan te geven met woordgrappen en omgekeerde logica. En omdat iedereen logischerwijs wil weten hoe het hem in die zeven jaar afwezigheid is vergaan, neemt het publiek de woorden gretig in hen op.
Finkers vertelt o.a. over het moment dat de dokter hem vertelde dat hij CLL (chronische lymfatische leukemie) had. En over zijn levensverwachting. Tien tot vijftien jaar heeft de dokter hem gegeven. Inmiddels zijn er zeven jaren gepasseerd. En dan besef je je: hier staat een geweldige cabaretier die er wellicht over tien jaar niet meer is en daar op de meest nuchtere manier mee omgaat.
Daarbij doet Finkers het tegenovergestelde van wat je verwacht van een zieke; in plaats van rustig te beginnen zet hij een programma van twee uur en een kwartier op de planken (inclusief pauze). Finkers heeft dan ook veel te vertellen en lult de tijd wel vol. De vertrouwde onderwerpen snijdt hij ook aan: er zijn volop poep-, pies- en sexgrapjes te horen, net als grapjes over zijn geloof en zijn grote liefde voor Gregoriaanse gezangen.
Meer dan anders zijn er liedjes van hem te horen. Nu is Finkers niet de beste zanger onder de cabaretiers, maar zijn liedteksten zijn stuk voor stuk origineel en scherp. Zoals bijvoorbeeld het liedje over de fuchsia die naar hem is vernoemd (de Herman Finkers-fuchsia) of over vrienden die afhaakten vanwege zijn ziekte (‘een vriend wens je zelfs je ergste vijand niet toe’).
Opvallend is dat Finkers zich een aantal keer verspreekt. Hij maakt daar geen grapjes over, maar spreekt de zin opnieuw uit. Gelukkig is het de tweede keer altijd raak. Maar het zet me wel aan het denken. Is dit vanwege zijn ziekte? Het moet voor hem toch ook confronterend zijn om een programma te maken over je eigen ziekte, waar je uiteindelijk ten onder aan zal gaan. Maar het kan natuurlijk ook nervositeit zijn.
Finkers oogt in zijn voorstelling als iemand die zijn ziekte heeft geaccepteerd, net als de dood die daarop zal volgen. Want, zegt Finkers, hij heeft in zijn halve leven meer meegemaakt dan een mens in zijn hele leven. Hij heeft namelijk ontzettend veel gezopen...
Herman Finkers - website
Kleine Komedie - website