Onderwerp: TONEEL
19 December 2006
Indrukwekkende Jan Rap en z'n maat van talentvolle jonge cast
Door Mieke Kreunen met foto's van Leo van Velzen
"Afscheid nemen is een beetje sterven maar na hoeveel keren afscheid nemen ben je dood?" Dat is de vraag die Gemma (Margreet Boersbroek), één van de hoofdpersonen uit Jan Rap en z'n maat zich stelt. Ze is een meisje met een incestverleden en door haar moeder in de steek gelaten waarna ze via diverse kindertehuizen in het opvanghuis voor jongeren terecht komt. Ze schreeuwt veel, scheldt iedereen uit in plat Amsterdams en draagt het hart op de tong, een klein hartje met maar één grote wens: bij een gezin horen. Dat zal haar niet lukken, althans niet binnen het bestek van het toneelstuk dat 30 jaar na de eerste opvoering opnieuw in productie is genomen en afgelopen zondag in première ging in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag, precies op de 75e verjaardag van schrijfster Yvonne Keuls. De 'echte' Gemma van vroeger (het stuk beschrijft een waar gebeurd verhaal) die al die jaren contact met Yvonne heeft gehouden was er om dat heuglijke feit met haar vriendin te vieren.
Dertig jaar geleden was het sociaal geëngageerd toneel en nu - in 2006 - moeten we constateren dat er in de wereld van de jeugdhulpverlening nog maar bitter weinig veranderd is. De problematiek van jongeren is nog even groot en hun eenzaamheid en isolement nog net zo schrijnend. Dat wordt in deze productie op een fantastische manier neergezet: kale en naakte waarheid gespeeld op kratten die niet alleen een flexibel podium annex decor vormen maar tevens metafoor zijn voor de armzaligheid waarmee de samenleving omgaat met jongeren die het moeilijk hebben.
Twee van de drie hulpverleners in het stuk Elly (Susan Visser) en Koen (Sjoerd Pleijsier) zie je langzaam maar zeker uiteen vallen naarmate het contact met de jongeren groeit en de hulp van instanties navenant afneemt. Gaandeweg groeit bij hen het besef hoe ondoenlijk het is om alle goede bedoelingen te realiseren waarmee ze het huis begonnen. Klaas (Jan Tekstra) de technische man en 'mislukte muzikant' heeft zelf in kindertehuizen gezeten en kent het klappen van de zweep. Hij houdt zich groot en hem krijgen ze er niet onder. Dat is trouwens precies de raad die Gemma aan het eind van het stuk een radeloze huilende Elly geeft: "Hou je groot, hou je rug recht en laat ze niet zien hoe verdrietig je bent". Zoals ik in mijn voorbeschouwing naar aanleiding van de perspresentatie al schreef leunt dit stuk minder op de tekst dan eerdere versies. Dat maakt het spel van de jonge talentvolle cast rauw, schrijnend en heftig. Zo heftig zelfs dat af en toe mensen om mij heen van de zenuwen een beetje beginnen te giechelen en niet met de emoties kunnen omgaan die er op het toneel zichtbaar en voelbaar zijn. Niet dat het er niks te lachen valt hoor. Er zitten veel stukken in waar een lach - soms afgewisseld met een traan - spontaan opborrelt vanwege de inventiviteit of absurditeit die we voorgeschoteld krijgen. Niet in de laatste plaats geldt die lach de blunderende hulpverleners die van tijd tot tijd de plank behoorlijk mis slaan en ondanks (of misschien wel juist dank zij) hun goede bedoelingen absoluut niet adequaat kunnen reageren op wat er zich aan problematiek aandient. De instanties schieten niet of te weinig te hulp. Als ze 'hulp' krijgen dan is het van de politie en daar zitten ze vanzelfsprekend niet op te wachten want "...die boontjes, die hele grote zak, die doppen we zelf wel".
Dramatisch een schitterende vondst is het gebruik van muziek - liedteksten - want als het te moeilijk wordt om het gewoon te zeggen dan kun je het maar beter zingen. Dat geldt vooral voor de stotterende Charrie (Egbert Jan Weber) maar ook voor Louis (Noël S. Keulen) die zijn ellende er alleen maar uit kan gooien in fysieke agressie. In tegenstelling tot musicals zijn de gezongen stukken hier een integraal deel van de teksten en zijn het daarom soms maar flarden die gezongen worden: "Mamma, jij bent in mijn dromen..., gemaakt van het koudste cement...". Ik weet niet hoe het de andere toeschouwers is vergaan maar ik begon - net als de hulpverleners - ook van ze te houden: van Klaasje met haar hamster, van Lenny die de hele dag onder de douche stond, van Charrie die heel trots was toen hij zonder te stotterend 'rubbertrut' kon zeggen, van Derek die zich wanhopig aan alles vastklampte dat warmte gaf, van Louis die al heel lang zijn pillen niet meer nam en niet kon schreeuwen en natuurlijk van Gemma met haar dekentje die onder al haar gescheld en getier een lief warm persoontje verborg.
Diep onder de indruk was ik dan ook van deze jonge cast die dit toch niet zo gemakkelijke verhaal zo geweldig aangrijpend wist neer te zetten. Zonder uitzondering zijn alle rollen in deze Jan Rap en z'n maat uitstekend gecast met als absolute uitblinker Margreet Boersbroek die niet alleen in haar spel maar ook in haar zang imponeert. Complimenten ook voor de bewerking van Ger Beukenkamp en voor regisseur Peter de Baan die precies de goede mix heeft weten te vinden tussen beklemming, ontroering, spanning en ontspanning. Daardoor kun je er nog naar kijken terwijl het eigenlijk ten hemel schreiend is dat er nu 30 jaar na dato nog altijd geen goede oplossing is voor zo'n groot probleem. Wat schijfster Yvonne Keuls betreft kon de dag helemaal niet meer stuk na deze indrukwekkende première, helemaal niet toen ze gehoord had dat ze de eerste auteur ooit zou worden die in de portrettengalerij van de Koninklijke Schouwburg komt te hangen. Een grote eer en zeer verdiend! Jan Rap en z'n maat - informatie, speellijst en kaarten