Onderwerp: KLASSIEKE MUZIEK, MUZIEK, OPERA EN OPERETTE
11 December 2006
Die Zauberflöte in eigentijds design
Door Mieke Kreunen met foto's van Frans Schellekens (klik voor vergroting)
Opera heeft nog steeds bij veel mensen het imago van serieuze kunst met een grote K waar je verstand van moet hebben om er van te genieten en dat maakt de drempel hoger dan nodig is. Die drempel lijkt nu verlaagd te zijn met de onafhankelijk gefinancierde operaproducties in het RAI-theater. Herkenbaarheid en toegankelijkheid zijn daarbij de sleutelwoorden en het is daarom geen wonder dat na 'Nabucco' eerder dit jaar, door producent Viable Productions werd gekozen voor Die Zauberflöte, die immers bekend staat als één van de meest toegankelijke opera's ooit. Bovendien is het een waardige afsluiting van het Mozartjaar 2006.
Die Zauberflöte was Mozarts laatste opera die hij schreef in de zomer voorafgaand aan zijn overlijden in december van 1791. De opera is gebaseerd op een libretto van Mozarts vriend Emanuel Schikaneder. Het verhaal draait om de knappe jonge prins Tamino die van de Koningin van de Nacht de opdracht krijgt om samen met vogelvanger en flierefluiter Papageno haar dochter Pamina te redden uit de handen van de priester Sarastro. Zodra Tamino een portret ziet van Pamina is hij op slag verliefd en vertrekt, met de toverfluit die de Nachtkoningin hem geeft als hulpmiddel, naar Sarastro's tempel.
Als de twee jongelingen door de 'poort der wijsheid' in de Isistempel arriveren blijkt al snel dat Sarastro helemaal geen zwarte tovenaar is maar dat hij Tamino en Pamina wil helpen zich te zuiveren van de boosaardige invloed van de Koningin. Daarvoor moet het jonge stel drie beproevingen van 'zwijgen', 'vuur' en 'water' doorstaan en dat lukt ze met behulp van de toverfluit die alle gevaren doet wijken.
Papageno lukt het niet om te zwijgen maar heeft het geluk dat de oude vrouw die hij ten einde raad kust in een jong meisje blijkt te veranderen. De Koningin van de Nacht probeert nog haar dochter te bewegen om Sarastro te vermoorden maar Pamina weigert. Uiteindelijk is duidelijk dat het licht zegeviert op het duister en dat zowel Tamino als Papageno de liefde hebben gevonden.
Zowel Mozart als Schikaneder waren logebroeders bij de Vrijmetselarij en in het verhaal en de muziek zijn daarvan veel elementen terug te vinden. Het getal 3 heeft een bijzondere betekenis in de Vrijmetselarij en in Die Zauberflöte zijn er drie hofdames, drie hemelpoorten, drie knapen en drie rituelen, die doen denken aan de inwijdingsrituele van de Vrijmetselaars.
De basaria van Sarastro “In diesen heil’gen Hallen” wordt nog steeds veel gebruikt in loges. De opera bevat trouwens veel beroemde aria's zoals "O zittre nicht, mein lieber Sohn" en "der Hölle Rache kocht in meinem Herzen", allebei van de Koningin van de Nacht of de aria's van Papageno.
De grootdeels Nederlandse cast deed het goed met als uitblinkers Mattijs van den Woers als Papageno en Hanneke de Wit als Pamina. De Wit had echter - wellicht dank zij het model van haar jurk - niet echt het tengere voorkomen van een jong ontluikend meisje en dat was jammer. Pascal Pittie (Tamino) was hier en daar wat dun in zijn zang net als Katarzyna Dondalska (Koningin van de Nacht), die de virtuose coloratuurpartij (met de hoogste noot ooit voor opera geschreven) overigens heel knap zong. Hubert Claessens (Sarastro) overtuigde in zijn rol maar moest met name in de lage noten wel inboeten aan volume. Toch was het totaal verrassend goed mede dank zij het uitstekende orkest onder leiding van Jan Stulen en het geweldige koor dat grootdeels bestaat uit jonge Nederlandse zangers.
De vormgeving was verrassend en onorthodox met videobeelden van Henk Haselager en Jan Pronk als integraal onderdeel van het decor. Dat wordt met een aantal relatief eenvoudige decorstukken en requisieten aangevuld tot een aantrekkelijk toneelbeeld dat niet alleen de fantasie prikkelt maar ook een extra dimensie toevoegt aan het totaal. Ook de kostuums van modeontwerper Aziz dragen bij aan dit aantrekkelijk beeld met name door het consequent doorgevoerde kleurpalet van (de complementaire kleuren) groen en rood. Erg mooi is dat bijvoorbeeld als de in zachtgroen gekleedde Pamina gedrapeerd ligt op een zachtgroen hemelbed omhangen met tere voiles. Piece de resistance van de kostuums is de schitterende felgroene jurk van de Koningin van de Nacht met geïntegreerde glamourtrap. Ik was persoonlijk niet zo stuk van die 3/4 broeken die onderdeel vormden van de herenkostuums maar dat is een kwestie van smaak.
Al met al een productie die naast de muziek door de vormgeving, de casting en de 'formule' opera voor een publiek toegankelijk maakt dat de weg naar de RAI kennelijk gemakkelijker vindt dan naar de Stopera. Helaas was dit de laatste voorstellilng van Die Zauberflöte maar voor begin volgend jaar staan van dezelfde producent nog twee nieuwe opera's op stapel: Otello van Verdi en La Rondine van Puccini. Voor speeldata en het bestellen van kaarten kun je terecht op de website.
Die Zauberflöte - website