Onderwerp: WERELDMUZIEK
30 November 2006
Bi Kidude
Tekst en beeld van Ton Maas (klik voor vergroting)
Gezien op 15 november, Rasa, Utrecht
Hoe oud ze preciés is, weet ze zelf niet eens. Volgens sommigen in haar vaderland Zanzibar is zangeres Bi Kidude inmiddels 105. Dat is waarschijnlijk overdreven, maar vast staat dat ze de negentig ruimschoots is gepasseerd. Het was een goed idee van de programmeurs van Rasa om voorafgaand aan het optreden de documentaire As old as my tongue “ een portret van de hoogbejaarde tarab-zangeres “ te vertonen, omdat dankzij de daarin verschafte achtergrondinformatie zoveel meer te genieten valt aan haar optreden.
Zo blijkt Fatuma Binti Baraka haar bijnaam Kidude (kleintje) te danken aan het feit dat ze als zevenmaandskindje ter wereld kwam. Hoewel Zanzibar een relatief liberaal plekje is binnen de islamitische wereld, was Kidude er vanwege haar vrijgevochten leefstijl lange tijd een omstreden figuur. In haar jeugd was de tarab (Oost-Afrikaanse bruiloftsmuziek met vooral Egyptische maar ook Indiase invloeden) nog een puur Arabische aangelegenheid, totdat de zwarte zangeres Siti Bint Saad in de jaren twintig van de vorige eeuw uitgroeide tot een ster van wereldformaat en de jonge Kidude inspireerde om óók de muziek in te gaan.
Kidude was niet alleen de allereerste tarabzangeres die ongesluierd optrad, maar ze rookt en drinkt bovendien naar hartelust en spreekt zeer vrijmoedig over seks. ‘Hoe grijs je haar is maakt niet uit, zolang je apparaat het maar doet!’ verkondigt ze grijnzend in de film. Haar huidige cultstatus op het eiland bereikte ze pas enkele jaren geleden, toen tijdens een buitenlandse tournee van drie maanden het bericht werd verspreid dat ze zou zijn overleden. Bij haar terugkeer werd de doodgewaande zangeres vervolgens overladen met eerbetuigingen en sindsdien geldt ze als cultureel erfgoed nummer een.
Als om te maskeren dat Kidude niet meer zo zuiver intoneert als voorheen, speelde ook het vijfkoppige ensemble dat haar begeleid, de hele tijd enigszins vals. Bovendien was het klankbeeld een beetje kaal, omdat de aangekondigde accordeonist ontbrak. Naast de beide percussionisten stonden »d, qanun (citer) en viool er relatief alleen voor, zodat bij soli steeds een deel van de begeleiding wegviel.
Kidude zelf maakte aan het begin een enigszins verdwaasde indruk, maar raakte gaandeweg de voorstelling steeds meer op dreef. Vooral tijdens een opbeurend lied waarin steeds de woorden ‘Alibaba’ en ‘Pakistani’ werden herhaald, bleek ze niet alleen nog altijd flink uit te kunnen halen, maar waagde ze zich zelfs aan een heupwiegend schuifeldansje. Ook de vocale versierkunst van de tarab, met zijn kringelende melismen, bleek ze niet te hebben verleerd.
Tijdens de door een staande ovatie afgedwongen toegift liet Kidude zich niet meer zien. In plaats daarvan werd het publiek onthaald op een demonstratie van de dansvorm die in Zanzibar geldt als een soort seksuele voorlichting voor jonge meisjes. Percussioniste Fatma Juma liet haar formidabele achterwerk kronkelen, sidderen en schokken en wist zelfs iemand uit de zaal te verleiden tot een wulpse paringsdans.