Onderwerp: MUZIEK
28 November 2006
Korreltjie Korreltjie Sand
Door Mirjam van Zweeden met foto's van Jorn van der Veen (klik voor vergroting)
Op 24, 25 en 26 november trad Ernst Reijsiger in het Beauforthuis op met achtereenvolgens de Senegalese musici Mola Sylla en Serigne Gueye, de Nederlandse musici Frank van de Laar en Larissa Groeneveld, en met Felix Strategier en de Zuid-Afrikaan Sean Bergin in het kader van de serie 'Ernst Reijseger meets...'. De zaal in het Beauforthuis zit op 26 november helemaal vol voor het optreden van Ernst Reijseger en zijn partners in de muziek Felix Strategier en Sean Bergin. Zij brengen een poëtische, muzikale voorstelling met als titel ‘Korreltjie Korreltjie Sand’ geproduceerd door Theatergroep Flint. Vanaf het podium, waar gewoonlijk de artiesten hun plek hebben kijken we, nu achterin gezeten, naar de voorkant van de zaal waar een piano staat en drie stoelen. Veel mensen hebben al een wijntje en tapa’s bemachtigd en zien gemoedelijk pratend de voorstelling tegemoet. Dan gaat de deur van de artiesteningang open en zonder dat iedereen het al door heeft staan daar een paar mannen met zandkleurige overhemden zachtjes te neuriën met hun muziekinstrumenten in de hand. Een meerstemmige Afrikaanse sound komt tot leven terwijl de mannen met elkaar lachen en een opmerking over en weer maken. Ondertussen lopen ze naar voren en het geroezemoes in het publiek verstomt op een natuurlijke manier. Zoals het ook in Afrika gebruikelijk is als zanger en muzikanten tussen het pratende en drinkende publiek opstaan en hun stem verheffen, hun instrument laten klinken.
Felix Strategier zet, muzikaal begeleid door de anderen, in met een gedicht over het boerenleven, waarin hij vertelt over ‘de schaapies’ maar waarin ook blaffende honden te horen zijn. Meteen valt de Zuid-Afrikaanse intonatie op van voor ons bekende woorden die anders geplaatst worden en vermengd worden met vreemde klanken, woorden en zinnen. Ik kan flarden verstaan en haal de sfeer uit de presentatie van de tekst en niet te vergeten de muziek. De drie mannen weten elke gedicht en lied met een heel eigen omlijsting te laten horen. De meeste poëzie is van van de Zuid-Afrikaanse Ingrid Jonker, aangevuld met werk van Adam Small en André Brink. Ingrid Jonker is een ontdekking voor mij, zo mooi de gedichten; gevoelig en veelzeggend door prachtige en toch eenvoudige beelden en zo raak beschreven wat er speelt of het nou over over liefde gaat of over politiek. Ik lees dat ze een moeilijk leven heeft gehad, van huis uit nauwelijks liefde kreeg, wat haar haar hele leven parten bleef spelen, ook in haar relaties met verschillende mannen die haar weer lieten vallen of niet echt voor haar kozen, zoals André Brink, die voor een periode haar getrouwde minnaar was met wie ze in Europa heeft gereisd. Ingrid en haar vader kwamen ook in het Afrikaanse politieke leven lijnrecht tegenover elkaar te staan, toen hij in de commissie voor de schrijverscensuur de publicatie van het werk van zijn dochters tegenwerkte. In Johannesburg wordt ze als 'links kunstenaarstype' gezien en dat betekent 'aanhanger van de anti-apartheidbeweging'. Ingrid pleegde in 1965 op 32-jarige leeftijd zelfmoord. Er zijn dan inmiddels twee bundels van haar verschenen en ze schreef een rebels theaterstuk wat pas veel later opgevoerd kon worden.
De teksten van de gedichten hangen aan de muren van de zaal zodat je in de pauze of na afloop nog even op de inhoud in kunt zoomen. Het concert bestaat uit tedere liefdesgedichtjes met zinnen als
‘deur alles haal jij asem’ en ‘ek herhaal jou, sonder begin of einde, herhaal ek jou lichaam’ ,
waarin de muziek zachtjes meezingt, tokkelt, fluit. Toch komt ook het verraad om de hoek kijken zoals in
‘jij strek jou heup, en jij lach en jij fluistert, niet mijn naam nie, maar sijn naam!
Tevens horen we gepassioneerde klanken waarbij muziek en stem voluit gaan zoals het door piano en cello begeleidde, door Gerrit Komrij vertaalde gedicht waarin de steeds terugkerende vraag
‘Waar slaapt mijn lief, mijn liefde vannacht’
uitgeroepen wordt. Een gedicht wat Ingrid Jonker voor haar scheiding van de veel oudere Pieter Venter schreef. Verder tikken en deinen we mee met swingende traditionals en originals. Sean Bergin brengt bijvoorbeeld een vrolijk Engelstalig lied over de kraampjes die je overal in het, door armoede beheerste land, ziet met populaire bekende drankjes en hapjes uit o.a. Amerika, zoals de Eskimo Pie, Cola, Bubble gum en natuurlijk ook Pizza. Maar ook de duistere kant van Zuid-Afrika komt aan bod met bijvoorbeeld het gedicht van Ingrid Jonker ‘Die kind wat doodgeskiet is deur soldate by Nyanga’, geschreven naar aanleiding van de demonstratie in 1960 tegen de pasjeswetten, waarbij in Sharperville met scherp werd geschoten en ook kleine kinderen getroffen werden. Nelson Mandela las dit gedicht voor in 1994, bij de opening van het eerste democratisch gekozen parlement. De eerste zin, ‘Die kind is nie dood nie’, blijft lang in mijn oren hangen. Wat ik ook heel ontroerend vond, in muziek en tekst was het stuk op basis van het gedicht ‘Madeliefjes in Namakwaland’;
‘Waarom luister ons nog na die antwoorde van die madeliefies op die wind op die son’ ......, ‘agter draadheinings, kampe, lokasies, agter die stilte waar onbekende tale val soos klokke bij ’n begrafenis, agter ons verskeurde land.
Zowel de sensatie van de kleine, altijd nog bloeiende madeliefjes als die van de klokken bij de begrafenis waren in de muziek duidelijk aanwezig. Ik heb nog nooit een cello al klok horen luiden maar Ernst Reijsiger is ertoe in staat. Terwijl hij zijn cello heen en weer laat zwaaien geeft hij een korte tokkel die klinkt als een klok.
De vertrouwdheid met en virtuositeit van Ernst Reijsiger op de cello kwam in dit gevarieerde concert op nog meer manieren tot uiting. Hij haalt alles uit zijn instrument wat erin zit: de strijkstok gevoelvol in zijn hand en even later tussen zijn tanden, trommelend op de klankkast, tokkelend en met slag in gitaarligging, draaiend op de punt voor een rondzoemende klank. Soms brengt hij een stuk klassiek, dan weer horen we folk- en jazzy-klanken en zelfs iets minimal-music-achtigs. Het is bijna niet te duiden. Ook de Zuid-Afrikaanse blazer Sean Bergin weet ons telkens weer te verrassen met zijn instrumenten en het gebruik daarvan. Op een gegeven moment tokkelt met zijn imposante gestalte op een klein snaarinstrument de hoogste nootjes waarop hij bijna naadloos overgaat op een onvergetelijk wel-luidende partij op de saxofoon. Maar ook op fluit weet hij ‘snaren te raken’. Felix Strategier, de artistiek leider van theatergroep Flint overtuigt zonder meer met zijn presentatie van de gedichten en liederen, fluisterend, schreeuwend, als het brave jongetje of degene die zo liefheeft, bezinnend of beschuldigend en meespelend op accordeon of piano. De creatieve originaliteit van de musici maakt deze muziektheatervoorstelling in al zijn facetten aantrekkelijk. Ze trokken ons mee om met huid en haar en met de wind op onze wangen, de poëzie wiegend in ons lijf, geweerschoten in de oren en de zon schitterend in onze ogen, om het donkere en ook prachtige Zuid-Afrika te beleven zoals de dichters het zagen en zij het zien. Theatergroep Flint - website Beauforthuis - website