Onderwerp: WERELDMUZIEK
14 Oktober 2006
Palio-Paréa
Tekst en beeld door Ton Maas (klik voor vergroting)
Gezien op 28 september, De Badcuyp, Amsterdam
Palio-Paréa legt zich als een van de weinige ensembles in ons land geheel toe op de Griekse muziek en dan vooral de rebetika, een genre dat zich nog het best laat vergelijken met de Portugese fado. Het stadium van epigonisme zijn ze echter al jaren ontgroeid: hun repertoire bestaat in belangrijke mate uit originele composities van bouzoukispeler Loek Schrievers. Daarmee scoort Palio-Paréa hoge ogen in Griekenland, waar de groep regelmatig te gast is op festivals.
Het vertrek van violist Jos Koning en vervolgens ook van zanger en gitarist Mattie Tans betekende voor de resterende groepsleden een moment van herbezinning op de toekomst. Besloten werd om voorlopig als trio verder te gaan en in die bezetting werd ook de nieuwe cd Rendez-vous opgenomen, die nu wordt gepresenteerd met een omvangrijke tournee. De aftrap daarvan, donderdagavond in het Amsterdamse muziekcentrum De Badcuyp, maakte duidelijk hoe gedurfd de keuze voor de huidige bezetting is geweest. Zonder contrabas, viool en tweede vocalist is het klankpalet van de groep een stuk kaler en minder smeuiig geworden. Zangeres Marg ’t Schenk moet het qua begeleiding meestal stellen met gitaar en bouzouki, hoewel ze soms zelf de baglamas (een langhalsluit in miniatuurformaat) ter hand neemt of de percussie verzorgt. Wonderlijk genoeg zorgt het puntige samenspel van Schrievers en gitarist Carel van Rijn juist voor meer muzikaal avontuur en raffinement dan voorheen. De kleine bezetting daagt beide muzikanten blijkbaar uit om boven zichzelf uit te stijgen. Waar de bouzouki vroeger vooral versieringen en een Grieks tintje aanbracht, heeft ze nu een dragende rol gekregen in de arrangementen. Schrievers’ behendigheid op het instrument wordt gepareerd door die van Van Rijn op gitaar. Diens eerdere rol van contrabassist verbleekte er zelfs een beetje bij.
Wat wel wordt gemist, is de afwisseling tussen twee vocalisten. Hoewel het timbre van Schenk fraai mengt met dat van Schrievers, die af en toe een tweede stem zingt, ligt vooral bij luchtige en lichtvoetige nummers een zekere monotonie op de loer. Haar kracht als zangeres is onmiskenbaar gelegen in het vertolken van zwaardere kost, zoals een viertal getoonzette gedichten van de grote Griekse poëet Konstantin Kavafis. Bovendien had Schenkt aan het begin van de avond merkbaar moeite om haar vorm te vinden, vooral als ze gelijktijdig de baglamas bespeelde. Gaandeweg de voorstelling hervond ze zich echter en zeker na de pauze was elk spoortje van onzekerheid verdwenen.