Onderwerp: TONEEL
25 September 2006
Première van Grensgevallen door Toneelgroep Oostpool
Door Gerjanne Tiemens met foto's van Antoinette Mooy (klik voor vergroting)
Gezien op zaterdag 23 september 2006 Huize Oostpool in Arnhem
Grensgevallen is de eerste voorstelling in het nieuwe seizoen 06/07, het seizoen van Strijdtoneel. De directie van Toneelgroep Oostpool zegt hier het volgende over: “Toneelgroep Oostpool ziet het nadrukkelijker dan ooit als zijn artistieke plicht om zich te verhouden tot zijn sociale en politieke biotoop. Niet in de zin dat we het theater tot een barricade of preekstoel bombarderen. Niet dat we het uitsluitend over oorlogen hebben. Strijd is een veelkantig begrip. Niet vanuit het idee dat toneel iets aan de toestand van de wereld kan veranderen, laat staan verbeteren. Maar wel vanuit de overtuiging dat toneel een vergrootglas kan leggen op de scharnnierpunten van goed en kwaad en de beslissende rol die het individu daar keer op keer in speelt. En vanuit het geloof in het eigen onderscheidend en reflecterend vermogen...
...Elke theatermaker die dit jaar over de vloer komt, neemt daar zijn verantwoordelijkheid in. Het moet uitgesproken producties opleveren die er stuk voor stuk toe doen. Strijdtoneel waarin de nuance inzicht verschaft en het drama je nooit onberoerd laat. Anders is alle inspanning bij voorbaat zinloos.” ‘Grensgevallen’ is een reconstructie van Han Römer, naar de roman van de Deense auteur Peter Høeg. Römer bewerkte dit spannende en intrigerende boek speciaal voor Oostpool en hij regisseerde het stuk. Absoluut geen zinloze inspanning, want ik zag een geweldige voorstelling. Han Römer portretteert in Grensgevallen de ontwapenende en onderzoekende natuur van kinderen tegenover de starre logica en wetten van de volwassenen. Hij verkiest inspirerende chaos boven gevestigde orde. Al reconstruerend voert hij de toeschouwer een microcosmos binnen die eindigt met een omgekeerde oerknal.
In een interview zegt Han Römer het volgende: “Een van mijn lievelingsboeken is ‘De droom van Scipio’ van Iain Pears. Dat gaat over werelden die naar de bliksem gaan en de poging om iets van wat wij cultuur noemen, beschaving, van de ondergang te redden. Pogingen die juist tot gevolg hebben dat het nog veel erger wordt. Dat is de grote menselijke tragedie. Dat er heel veel mensen zijn die proberen de wereld naar hun beschavingsniveau te tillen, maar dat dat vooral met moord en doodslag gepaard gaat. Mijn idee daarover is dat we alleen maar via instortingen opnieuw kunnen beginnen. Eerst moeten we het huidige systeem laten instorten of exploderen en vervolgens kan dat tot iets zinnigs leiden. Er is volgens mij wel sprake van een groeiend besef dat wij feitelijk beschaafde wezens zijn, die dankzij hun verstand een redelijk uitgebalanceerde wereld zouden moeten kunnen scheppen.”
De hele voorstelling speelt zich af in een simpel en effectief decor. De constructie doet denken aan een soort speeltuinobject, met verschillende niveaus, trappetjes en huisjes. Op het hoogste niveau bevindt zich het kantoor van Flage Biehl; een comfortabele bureaustoel, stapels ordners en een grote stationsklok. Iets lager daarnaast is het kantoortje van zijn assistente Karin Hessen, gevuld met slechts een bureautje, stoel en telefoon. Weer daaronder bevinden zich de ‘slaapkamers’ van de Peter, Katarina en August: een kussen, een deken en een bedlampje. De vloer is de school, met kleine stoeltjes en tafeltjes en een schoolbord.
De voorstelling begint met een korte inleiding door Peter, al snel bijgestaan door Oskar. Oskar en Peter waren bevriend in het weeshuis waar Peter zat, voordat hij op de privéschool van Flage Biehl terecht kwam. Oskar fungeert gedurende de voorstelling als een soort van ‘voice-over’. Hij is steeds aanwezig, introduceert spelers, duidt situaties, houdt wetenschappelijke en filosofische uiteenzettingen over tijd en spoort Peter aan: ‘Red jezelf’. Maar als personage heeft hij geen rol in de reconstructie van de gebeurtenissen op de privéschool van Biehl, die vervolgens als een soort flashback voorbijkomen. Dat is het moment dat de grote stationsklok in het kantoor van Biehl begint te lopen...
Flage Biehl heeft een privéschool opgericht, waar hij grensgevallen een laatste kans wil bieden om in het normale schoolleven terug te keren. Structuur en regelmaat zijn daarbij zijns inziens onontbeerlijk. De schoolbel gaat vaak en nadrukkelijk, te laat komen is uit den boze, een harde hand wordt niet geschuwd. Maar we zien niet alleen een wrede Biehl, we zien hem ook ondeugend Zuid-Amerikaans dansen met zijn assistente Karin Hessen en we zien hem het overzicht verliezen...
Karin Hessen is de assistente van Biehl. Ze is de secretaresse, de onderwijzeres, de kinderloze oude vrijster die “alhoewel wat meer begaan met de kinderen- leeft voor de momenten dat ze met Biehl kan dansen...
Peter is de dragende figuur in de voorstelling, het is zijn reconstructie. Door zijn kleding en spel is de associatie met Kruimeltje snel gemaakt. Er zitten ook dat soort jongensboekachtige trekjes in de voorstelling: ontsnappen aan het systeem. Peter is een dromer, hij komt steeds te laat, heeft geen besef van tijd, althans niet van de tijd zoals gehanteerd op school, met klokken en schoolbellen. Hij wordt verliefd op Katarina...
Katarina is net haar ouders verloren. Ze is aan de ene kant heel kwetsbaar en aan de andere kant heel stoer. Peter en zij ontdekken dat ze pedagogische proefkonijnen zijn en dat Tijd de dwingende kracht is achter het project. Ze gaan op onderzoek uit en verzeilen in een geheim experiment met tijd. Dan komt August in beeld...
August is totaal onaangepast en uitermate zelfdestructief. Lurkt aan gas, eet niet, is agressief. Katrina en Peter nemen de zorg voor August op zich. Zo vormen ze een soort van gezin in het systeem van de school. Peter zegt ook een paar keer: ‘als ik straks 21 ben, adopteer ik je’.
Er zit een enorme gelaagdheid in de voorstelling, het gaat direct en indirect over grote thema’s als chaos vs. orde, macht vs. onvoorwaardelijke liefde, eigen verantwoordelijkheid vs. systemen. Na een serie van gebeurtenissen proberen de kinderen te ontsnappen. Deze gebeurtenissen worden weergegeven in korte scènes, afwisselend monologen en dialogen, spannende en luchtige scènes, tempo en rust, spitsvondige taalgrapjes, vertederende en ontroerende details zoals een zaklamp onder een deken. Het acteerwerk is sterk! De ontsnappingspoging eindigt in de magazijnkast. Met als apotheose de door een jerrycan benzine en een sigaret veroorzaakte omgekeerde oerknal...
Ik zou zeggen: betreed het strijdtoneel en ga de voorstelling zien!
Acteurs:
Frederik Brom - Peter
Erik Whien - Oskar
Anne Martien Lousberg “ Katarina
Remco Melles “ August
Els Ingeborg Smits - Karin Hessen
Jack Vecht - Flage Biehl
Tekst: Peter Høeg
Bewerking en regie: Han Römer
Dramaturgie: Martine Manten
Decorontwerp: Catharina Scholten
Kostuumontwerp: Dorien de Jonge
T/m 4 november in Huis Oostpool in Arnhem, daarna t/m 10 december op tournee, kijk hier voor de speellijst.