Onderwerp: LOCATIETHEATER, FESTIVAL, DE PARADE
23 Augustus 2006
Parade: Ja, tegen het jungleavontuur van Dette Glashouwer
Door Anne Nusselder met foto's van Sabine Sabelis (klik voor vergroting)
Gezien op 15 augustus 2006
Suver Nuver; ik had ze nog nooit gezien. Wetende dat ze in het rijtje ‘mimegezelschappen’ thuishoren bereidde ik me voor op een voorstelling in dit genre…
Dette Glashouwer vormt tezamen met Peer van den Berg en Henk Zwart het gezelschap Suver Nuver. Deze voorstelling verzorgt zij alleen. Wat zal ze gaan brengen? Neemt ze ons mee op een jungleavontuur? Vertelt ze over haar laatste junglereis? Mogen we zelf survivallen?
Ik sta voor de tent waar Dette Glashouwer haar voorstelling zal gaan spelen. Er staan twee meisjes in fanfarekostuum om de bezoekers welkom te heten. Het publiek nestelt zich in een kleine Paradetent waar Dette zich al heeft geïnstalleerd achter een harmonium (een blaaswind harmonium, leren we later). In een bruine wollen jurk, die haar slanke lichaamsvormen sterk accentueren (onder haar jurk plastic borsten en billen voor meer vorm), kijkt zij het publiek enthousiast aan. Op haar hoofd een pruik van lange blonde, stijle lokken, aan haar voeten rode naaldhakken. Dette oogt jaren ‘80 sexy. Haar vingers beroeren de harmoniumtoetsen. Bach. Ook dit leren we later en we leren ook dat ze er trots op is dat ze dit uit haar hoofd kan spelen.
Nadat het publiek zich heeft geïnstalleerd en Dette haar Bachspel heeft afgerond, kijken twee enthousiaste blauwe kijkers het publiek aan en Dette staat nu voor de zaal. Ze spreekt het publiek toe en vertelt over het gedicht van Simon Vinkenoog, Volmondig Ja, waardoor zij geïnspireerd raakte tot het maken van deze voorstelling. De eerste zes regels declameert zij met veel passie naar het publiek. De regel ‘Ja, tegen het totaaltheater van de ademhaling’, vindt zij zeer mooi. Daarbij geniet ze erg van het woordje ‘Ja!’ en ze ontvlamt in een vloed van een woord ‘Ja’-herhalingen. Het is heerlijk om iemand zo stralend enthousiast te zien voor het publiek, enkel door het herhalen van één woordje! Ze vindt het interessant om te onderzoeken wat je voelt als je ‘Ja’ uitspreekt. De zaal zweept ze op tot het herhalen van ‘Ja’. De zaal vindt het grappig en doet lekker mee.
We krijgen nog wat theoretische achtergrond te horen over de twee harmonia die er staan, een blaaswind- en een drukwindharmonium. Licht erotisch weet zij dit aan het publiek te vertellen, waarbij zij dankbaar gebruik maakt van de termen blaas- en zuig. Ze wilde deze voorstelling gebruik maken van een harmonium (of twee) omdat in haar jeugd dit instrument altijd werd gebruikt om liederen uit de zangbundel van Johannes de Heer te begeleiden. En het leek haar zo leuk om deze liedjes mét Parade-publiek te zingen. Bach leren spelen is dan noodzakelijk om de harmonia te kunnen beroeren. Een absurdistisch idee waarvoor het publiek wel te porren is. Vol hilariteit zingt de tent liedjes over de terugkomst van Christus. Dette Glashouwer zweept iedereen lekker op, waarbij de Heers opwekkingbeweging te kijk wordt gezet.
Na deze prelude waarbij verbinding harmonium-Bach-Johannes de Heer-en Vinkenoogs ‘ja’- een rol lijken te spelen, verzandt de voorstelling in losse onderdelen waarbij de samenhang niet meer duidelijk is. Zo imiteert Glashouwer haar tante, die verkleed als aap een psalm scandeert, in een neerdwarrelende nepsneeuw. Dit bevreemdende beeld mondt uit in een niet te plaatsten ‘hoofd-schouders-knie-en-teen’. Waar de prelude nog komisch was, slaat nu het fronsen van de wenkbrauwen toe. Glashouwer speelt nog ‘I’am a barbie-girl’ op een harmonium waarbij ze aan het eind in een orgastische fase de Here lijkt te ontmoeten. Ze sluit af met een grapje rond willekeur: als je een getal binnenkrijgt kun je dit noemen, waarna Glashouwer het bijbehorende vers uit de ‘Johannes de Heer-bundel’ erbij zoekt en dit aan je voorleest met de vraag ‘Kun je er wat mee?’
Hierbij gebeurt er iets opmerkelijks: de eerste persoon die een getal noemt is een man met lang blond haar. 313 roept hij. Iedereen kijkt naar hem en wat blijkt: het is Simon Vinkenoog zelf! Ook vertelt hij de zaal nog eventjes dat het bibliomanie is, wat Glashouwer hier ten toont spreidt. Volgens mij is dit het verzamelen van boeken zonder ze werkelijk te gebruiken, maar Vinkenoog heeft wél de aandacht.
Deze voorstelling van Suver Nuver was wel zeer beeldend maar mime was het niet.
Ik had wel waardering voor het gebruik van de musicalachtige setting en de hulpmiddelen, maar conceptueel vond ik de voorstelling niet altijd even sterk. Er zitten goede uitgangspunten bij, zoals Vinkenoogs gedicht, maar dit wordt naar mijn mening onvoldoende uitgewerkt. Glashouwer lijkt het publiek, zoals dat op de Parade gebruikelijk is, te willen vermaken en te enthousiasmeren. Een aardig streven dat gedeeltelijk is gelukt volgens mij. Als het minder samenhangend en minder komisch wordt haak je als publiek sneller af.
Duidelijk is dat ‘Ja, tegen het jungleavontuur’ met name hilariteit brengt.