Onderwerp: OEROL, MUZIEK, TONEEL, LOCATIETHEATER, FESTIVAL
19 Juni 2006
OEROL: Polly Maggoo met Jøsenfjord/Lampedusa
Door Mieke Kreunen
De voorstelling van Polly Maggoo is gebaseerd op artikelen van onderzoeksjournalisten Frabrizio Gatti en Joseph Winter en het fotoboek GoNoGo van Ad van Denderen. Het is een tweeluik over bootvluchtelingen waarbij het ene deel het verhaal vertelt over een jonge kampbewaarder van het vluchtelingenkamp op Lampedusa en het andere dat van een Afrikaanse vluchteling over de reis die hij maakte met de aftandse walvisvaarder Jøsenfjord. Het is nog even de vraag of de voorstelling vanochtend door zal gaan want om 11.00 uur komt de regen nog met bakken uit de lucht. Gelukkig is het om half 12 droog dus na enig hozen en het raadplegen van de weersvoorspelling wordt besloten de voorstelling door te laten gaan. Gelukkig voor ons want ik had het niet willen missen!
De groep verzamelt zich opgedreven door de kampbewaarders aan de wadkant en er wordt reveil geblazen op nogal onorthoxe blaasinstrumenten zeeschelpen. Ze brengen een prachtig warm en vol geluid voort dat meteen raakt. Met een toon in zijn stem die geen tegenspraak duldt, geeft de kampbewaarder ons de opdracht hem te volgen. Dat gebeurt aan twee kanten van de groep waardoor de groep in tweëen worden gesplitst. Wij worden meegevoerd naar een legertent even verderop waar ons te verstaan gegeven wordt een beetje op te schieten en plaats te nemen op de stapelbedden of strak er tegen aan op de grond.
We horen het verhaal van een jonge kampbewaarder die worstelt om overeind te blijven in zijn baan in het vluchtelingenkamp. Hij vertelt ons over zijn frustratie omdat niemand ooit eens bedankt voor alle moeite en verzorging, zijn onmacht om iets van zijn leven te maken, zijn angst voor zijn kind, zijn (bijna-)jalouzie want die vluchtelingen die mogen immers na 60 dagen weer weg. "Degenen die blijven, de echte gevangenen, dat zijn wij, gevangen als we zijn in de strakke regels van de overheid." Hij vertelt over het pesten van de bewaarders tegen de gevangenen. Pornoplaatjes laten zien aan moslims en zo. "Je moet wel", zo verdedigt hij zich bij voorbaat, "om ze te laten luisteren". Zijn monoloog - soms fel soms wanhopig - wordt geaccentueerd en versterkt door een contrabassist en een trombonist/schelpspeler, soms teer en breekbaar en andere keren dramatisch en gepassioneerd. Op een gegeven moment verschijnt een vrouw in de tent die begint te zingen en zoals later blijkt de verbinding vormt tussen de twee delen van de voorstelling. Abrupt wordt ons verteld dat we weer moeten volgen, de tent uit. Er wordt weinig gepraat in de groep, iedereen moet het aangrijpende verhaal van de kampbewaarder nog verwerken. Als we aan de wadkant komen staat daar de andere groep te wachten. We moeten ruimte maken, het is niet de bedoeling dat we contact maken met de anderen. Opschieten een beetje! Doorlopen! Om de hoek ligt een vlot op het wad. Er zit een donkere man op de rand van het vlot met een deken om zich heen geslagen. We moeten er in plaatsnemen op de rand. Op de grond is ook nog plek om het midden heen waar een muzikant het interieur van een piano bespeelt. Opschieten! Een bleek zonnetje breekt door terwijl de wind aan de jassen trekt en de man op de rand zachtjes een Afrikaans lied begint te zingen. Even later valt de vrouw in die we eerder ook al in de tent zagen. De man in de deken begint te praten terwijl zachte weemoedige klanken van het instrument en de vrouw te horen zijn: "Ik ben niemand. Ik wil niemand zijn. Ik moet voorzichtig zijn en kan maar beter zwijgen." Hij vertelt in flarden hoe hij uit zijn land vluchtte en uiteindelijk terecht kwam op de Jøsenfjord, de walvisvaarder die rijp was voor de sloop maar nog dagelijks volgepakt werd met betalende vluchtelingen. "Als ik er niet in mag dan blijf ik hier zitten. Dit is ook Europa". Het is aangrijpend. We voelen allemaal de emotie rondgaan in het reddingsvlot. De vrouw die naast de man zit staat op het punt haar armen om hem heen te slaan, zo zindert het van compassie. Het is muisstil terwijl we luisteren naar het verhaal, de muziek en het gezang terwijl de rillingen over onze rug lopen. Totdat ons, even abrupt als de vorige keer, wordt te verstaan gegeven dat we moeten volgen. Terug naar de plek waar onze tocht begon waar we moeten wachten op de andere groep. Het is doodstil. Niemand zegt een woord. Ook de andere groep is niet erg spraakzaam als ze op de plek arriveren. En dan klinkt het eindsignaal, net als het reveil op die prachtige schelpfluiten. Kippenvel! Een daverend applaus voor deze voorstelling die iedereen zichtbaar heeft weten te beroerend. Enorme complimenten ook voor de acteurs en musici die zo dicht op en in het publiek hun rol kunnen spelen en hun muziek kunnen laten spreken. Polly Maggoo heeft een voorstelling gemaakt die je naar de keel grijpt en raakt in je ziel. De aangrijpende en beklemmende verhalen maar ook de muziek zijn werkelijk heel bijzonder. Bijzonder detail is nog wel dat de donkere man in de deken zelf ook vluchteling was. Het waren zijn eigen emoties en woorden die hij ons liet voelen. Nog de hele week is de voorstelling te zien op Oerol en daarna zal de voorstelling nog het Over het IJ Festival, Festival De Karavaan en het Axis Festival aandoen. Voor exacte speeldata kun je hier kijken. Polly Maggoo - website Spel Bright Richards en Steven Stavast Muziek Martin Franke - snaren en percussie Michael von Villiez - bas Bastiaan Woltjer - trombone en schelp Sasa Jansen - zang Tekst en regie: Mathijs Verboom,