Onderwerp: OEROL, FESTIVAL
17 Juni 2005
Oerol: Arme (armzalige) kunst
Vorige jaren hebben we altijd uitbundig genoten van de beeldende kunst op Oerol. In 2003 was er de Dayzers kunstroute waarvan ik een aantal foto's de afgelopen tijd op mijn Flickr photostream heb laten zien. Die kunstroute was goed voor een hele dag kijk en belevingsplezier. Vorig jaar was de kunstroute al drastisch ingeperkt. Een stuk of zeven kunstenaars hadden een kunstwerk ontworpen in het bos en gecombineerd met een aantal Oerovoorstellingen was het toch nog allemaal zeer de moeite waard. Ik zal de foto's daarvan binnenkort nog wel een keer op Flickr plaatsen.
Dit jaar was de beeldende kunst nagenoeg tot nihil gereduceerd. Er is nog maar één echte beeldende kunst plek: A-Tipis, waarover het programmakrantje schrijft: "het is niet zomaar een openluchttentoonstelling waar je door kan wandelen, integendeel, het is een actief dorp dat leeft en je uitnodigt om eraan deel te nemen". Liefhebbers van beeldende kunst als wij zijn, wilden we daar wel heen. Het was best een eindje fietsen helemaal naar de Elvis Plak onderaan de duinen bij Heartbreakhotel (de laatste koffie voor Ameland). Daar aangekomen zagen we een stuk of wat tenten staan. Zou dat het zijn? Ja inderdaad, dat was A-Tipis. Voor 2 Oero per persoon (achteraf bleek dat 1 Oero teveel) mochten we er in. Een prachtig programmaboekje dat er echt gelikt uitzag werd ons uitgereikt in het eerste kunstwerk: de Airport 72. We hebben achtereenvolgens een Fecatotaal (een machine die draait om poep en zelfs een schilderij van stront bevat), een Routeplanner (een performance die we niet konden zien), Ma Cabana (een houten huis op zijn kant), Gob Squad (een drijvende en steeds veranderende kaart), Dew Drop (een stalen dauwdruppelvorm), Grand Magasin (een twee maal vergrootte familietent met groot panoramaraam) en tot slot 'Come in and see, there's nothing to see' (een in elkaar stortende tent) gezien.
De titel van het laatste werk gold wat ons betreft eigenlijk wel voor de hele tentoonstelling. Het was ongeïnspireerd en saai en het nomadisch aspect gold ook voor de kunstenaars want die waren geen velden of wegen te bekennen. We vonden het helemaal niks en echt heel jammer dat dit is wat er van de beeldende kunst op Oerol is overgebleven. Het wordt tijd dat er weer een goede sponsor op staat zodat er volgend jaar weer echt iets te zien is.