Onderwerp: JAZZ
3 September 2011
Veelzijdige Vloeimans brengt het beste van twee werelden
Door Jorien Heemskerk, foto's Ronald Rijntjes (klik voor vergroting)
In de reeks Robeco Zomerconcerten die in juli en augustus in het Amsterdamse Concertgebouw werden gehouden, mocht trompettist Eric Vloeimans maar liefst drie keer een avond vullen. Na zijn optredens met het Metropole Orkest en de Marinierskapel, was het op zondag 28 augustus tijd voor een spetterende afsluiting. Onder de titel ‘Eric Vloeimans flies to Heaven’ haalde hij samen met componist Martin Fondse, The Paradiso Orchestra en een aantal topsolisten nog één keer het beste in zichzelf naar boven.
De titel van het concert ‘Eric Vloeimans flies to Heaven’ doet twee dingen vermoeden: het draait deze avond voornamelijk om Vloeimans én hij brengt muziek die op de een of andere manier hemels is, wat algauw de associatie ‘zweverig’ met zich meebrengt. Beide blijken gelukkig niet helemaal waar.
Hoewel Vloeimans zichtbaar en hoorbaar het uiterste uit zichzelf en zijn instrument haalt, zijn de andere musici op het podium minstens net zo belangrijk. Dat blijkt al bij de eerste twee nummers, waarin hij zelf niet meespeelt. De opening is een sprookjesachtig en mysterieus samenspel tussen orgel en drie trombones. Daarna volgt een prachtig stuk van het orkest, dat een beetje de sfeer heeft van de Droomvlucht in de Efteling.
Hiermee lijkt de toon gezet voor een zeer dromerige avond, maar ook dat is toch niet het geval. Al bij het eerste nummer waarin Vloeimans meespeelt komt er meer dynamiek en swing in de muziek. En in de loop van het programma wordt dat alleen maar sterker, om te eindigen in een feestelijke climax waarbij het hele publiek uit zijn stoel wordt gehaald.
Kwaliteit
Maar of de nummers nou rustig zijn of swingend, stuk voor stuk zijn ze bijzonder krachtig gecomponeerd en neergezet. Voor een groot deel is dit te danken aan Martin Fondse, die naast het merendeel van de composities ook de muzikale leiding op zijn naam heeft staan én meespeelt als toetsenist. Daarbij komt het enthousiasme en de kwaliteit van het Paradiso Orchestra, een leuke en jonge groep musici uit verschillende Nederlandse toporkesten.
En dan zijn er nog de solisten. Jörgen van Rijen, solotrombonist bij het Koninklijk Concertgebouworkest, speelt onder meer het mooie en enigszins dromerige Oblivion van tangocomponist Piazzolla, met Martin Fondse op de vibrandoneon. Ook is hij te horen in een klassiek aandoend stuk van Fondse met toetsen, cello en zangeres Tania Kross.
Deze uit Curaçao afkomstige mezzosopraan heeft een zeer indrukwekkende stem, die deze avond in meerdere nummers te horen is. Het bijzonderste daarvan is Fondses compositie over een brug op Curaçao, waarin Vloeimans de tweede zangstem overneemt. Met veel dynamiek en ritmische wendingen klinkt het als een combinatie van jazz en opera. Die werkt uitstekend, net als het samenspel tussen zang en trompet.
Auschwitz
Vloeimans zelf speelt tegen het einde van het programma nog het ontroerende duet Lex met Martin Fondse op vleugel. Dit nummer schreven zij samen voor de korte animatiefilm Auditie, die te zien is tijdens het Nederlands Film Festival in september. De film is geïnspireerd door Lex van Weren, een trompettist die Auschwitz overleefde doordat hij trompet bleef spelen.
Zo zouden we nog wel even door kunnen gaan met het omschrijven van alle bijzondere nummers die te horen waren tijdens het waarschijnlijk meest gevarieerde Robeco Zomerconcert van dit jaar. Maar de conclusie moge duidelijk zijn: op verschillende gebieden combineerde Vloeimans het beste van twee werelden. Solo en orkest, dromerig en swingend, klassiek en modern… En dat met een verzameling topmusici die stuk voor stuk de moeite waard zijn om in de gaten te houden.