Onderwerp: MUZIEK
26 Augustus 2011
Zingende dirigent brengt operateske Stabat mater
Door Jorien Heemskerk, foto's Ronald Rijntjes (klik voor vergroting)
Je ziet het maar zelden: een dirigent die tegelijkertijd ook een rol inneemt bij zijn of haar orkest. Nathalie Stutzmann is zo iemand. Als leidster van haar eigen ensemble Orfeo 55 combineert zij dirigeren met zingen. Dat dat uitstekend werkt, bewees ze afgelopen donderdag in het Amsterdamse Concertgebouw. Daar bracht ze zowel liederen van Vivaldi als het beroemde en ontroerende Stabat mater van diens tijdgenoot Pergolesi ten gehore.
Het ensemble Orfeo 55, dat sinds zijn oprichting in 2009 al op vele plaatsen in Frankrijk en Spanje heeft opgetreden, bestaat voornamelijk uit strijkers maar bespeelt deze avond ook klavecimbel, orgel en teorbe (een soort luit). Tijdens de opening met twee prachtige instrumentale stukken van Vivaldi komen zowel de vioolsolisten als de rest van het orkest goed tot hun recht. De dynamiek is geweldig; er is bijvoorbeeld een goede afwisseling in spel tussen de strakke Allegro’s en het ronde Larghetto uit het Concert in g-klein.
Nog mooier wordt het met een aantal aria’s uit Vivaldi’s opera’s, waarin Stutzmann haar zangkwaliteiten als alt laat horen. Het is bijzonder om te zien, zo’n zingende dirigent. Waar een ander na een instrumentaal gedeelte een zangeres aan het werk zou zetten, draait Stutzmann zich om naar het publiek. Haar positie in het midden van het ensemble geeft haar zang een bijzondere nadruk. Zo kan ze perfect alle emoties en accenten overbrengen, zoals het treuren om een geliefde, of het contrast tussen de zon en de donkere wolken in Sovvente il sole.
Door de afwisseling van zingen en dirigeren ontstaat bovendien een soort spel met bijna dansende gebaren. Stutzmann integreert haar twee rollen daarmee ook voor het oog tot een vloeiend geheel.
Treurende moeder
Dirigent Stutzmann is echter niet de enige zangeres vanavond. Voor het tweede gedeelte van het programma, Pergolesi’s Stabat mater, is de Zweedse sopraan Lisa Larsson meegekomen. Samen zorgen zij voor een ontroerende vertolking van dit bekende rooms-katholieke muziekstuk, dat gaat over het verdriet van Maria bij het sterven van haar zoon aan het kruis. ‘Diep bewogen stond de moeder naast het kruis’, luidt de vertaling van de eerste tekstregels. En diep bewogen is ook precies wat je je als luisteraar voelt. De treurige gedeeltes gaan werkelijk door merg en been.
Net als Vivaldi heeft ook Pergolesi bepaalde emoties en gebeurtenissen vrijwel direct in muziek omgezet. Dat is niet alleen het geval bij het verdriet van de moeder waar dit stuk mee opent, maar vooral ook bij het sterven van Christus. Na een heftige doodsstrijd, die steeds dramatischer wordt aangezet, slaat de stemming abrupt om. In de muziek hoor je als het ware zijn geest wegzweven zoals de tekst vertelt. En bij de lage slottoon voel je dat het lijden en ook het leven voorbij is.
Lichtvoetig
Ondanks deze geladenheid en de plechtigheid die bij religieuze werken hoort, is het Stabat mater toch niet alleen maar een zwaar muziekstuk. In de gedeeltes die meer vertellend van aard zijn valt soms een bepaalde lichtvoetigheid te bespeuren. En ook op andere plaatsen sijpelt de opera-achtergrond van Giovanni Battista Pergolesi erdoorheen. Zo gaat de vurige wens om te ontbranden in liefde voor God gepaard met vocale versieringen die sterk aan belcanto doen denken.
Naast de ontroering, de lichtere gevoelens, en de mooie samenklank van beide stemmen, kan het publiek ook in deze tweede helft genieten van het dirigeerwerk van Stutzmann. Dat zorgt wederom voor een goede balans tussen zang en orkest en zwierige bewegingen op het podium. Aan het einde van de avond levert dat, net als voor de pauze, een uitzinnig applaus op, compleet met bravo-geroep. Zo hebben we dat bij de – toch stuk voor stuk uitstekende – Robeco Zomerconcerten nog niet eerder gezien!
Gelukkig komt Stutzmann zelf dit jaar nog een keer terug in het Concertgebouw, met liederen van Mahler en Wolf op 29 november. En in januari is ze onder de titel ‘Hemelse klanken’ te horen met het Nederlands Kamerorkest.