Onderwerp: WERELDMUZIEK
3 Augustus 2011
AfroCubism: bijzondere samenwerking van topartiesten uit Mali en Cuba
Door Jorien Heemskerk, foto's Ronald Rijntjes
In de reeks zomerconcerten van Robeco was het afgelopen zaterdag tijd voor een uniek muzikaal samenwerkingsproject: AfroCubism. Topartiesten uit Cuba en Mali laten hierin hun moderne en traditionele stijlen samensmelten tot een swingend geheel. En dat alles onder leiding van zanger en gitarist Eliades Ochoa, het jongste lid van de beroemde Buena Vista Social Club. Op 30 juli zorgde de groep in het Amsterdamse Concertgebouw voor een op meerdere gebieden verrassend programma.
Cuba en Mali, Mali en Cuba
Een muzikale verbinding tussen Cuba en Mali is niet zo onverwacht als je op het eerste gezicht misschien zou denken. De beide landen hebben namelijk een aantal belangrijke dingen gemeen. Allereerst, zeggen de muzikanten zelf, behoren ze allebei tot de armste landen van de wereld. Maar tegelijkertijd behoren ze op cultureel gebied tot de rijkste. Daarnaast is er de geschiedenis: West-Afrikaanse slaven zouden hun muziek al hebben meegenomen naar het nieuwe continent Amerika en dus ook naar Cuba.
Deze muzikale uitwisseling werd nog eens versterkt door de politieke situatie in de jaren zestig. Na de onafhankelijkheid van Mali werd daar het één-partij-socialisme geïntroduceerd, waardoor een goede verhouding met de Cubaanse leider Fidel Castro ontstond. Malinese muzikanten, waaronder zanger Kasse Mady Diabaté van AfroCubism, werden zelfs op kosten van de regering naar het eiland gestuurd om de muziek daar te leren kennen. Zo kreeg de Cubaanse muziek grote bekendheid in het Afrikaanse land.
Project AfroCubism
De ontstaansgeschiedenis van het project zelf heeft een interessante verbinding met de Buena Vista Social Club. Die kwam namelijk tot stand doordat bij een geplande samenwerking (in 1996!) tussen Cubaanse en Malinese muzikanten de Afrikanen wegens visumproblemen nooit aankwamen. In 2010 is het Nick Gold (van platenlabel World Circuit) eindelijk gelukt topartiesten uit beide landen bij elkaar te brengen voor het opnemen van een bijzondere cd. Het resultaat van deze muzikale interactie was nu dus live te horen in het Concertgebouw.
Al vanaf het begin is het een verrassende avond: vanwege ‘technische problemen aan een van de instrumenten’ start het programma later dan gepland. Dat zijn we niet gewend in het stipte Concertgebouw! Vervolgens houden de mannen het spannend door niet allemaal tegelijk op te komen, maar de podiumbezetting uit te breiden in de loop van een aantal nummers. De laatste die - drie kwartier en al zes nummers later - opkomt, is koraspeler Toumani Diabaté.
Pech-hulp
En wat blijkt? Twee instrumenten, waaronder zijn kora (een 21-snarige harpluit), zijn blijven steken op het vliegveld van hun vorige tourlocatie. Gelukkig is de Afrikaanse gemeenschap in Nederland te hulp geschoten, waardoor nog net op tijd vervangende instrumenten geregeld konden worden. Met de opkomst van Diabaté is de groep eindelijk compleet en kunnen we de rest van de avond genieten van het volledige Afro-Cubaanse geluid.
Het resultaat van deze internationale samenwerking mag er zijn. De muzikale tradities van Cuba en Mali blijken elkaar echt goed aan te vullen, op een manier die moeilijk met woorden te beschrijven is. Er zijn de percussieritmes van beide landen; de tropisch klinkende balafon (een soort marimba) en traditionele zangerige snaarinstrumenten uit Mali; het pittige gitaar- en trompetspel uit Cuba; de doorleefde en passievolle zang van Eliades Ochoa en de juist gevoelige en melancholische stem van Kasse Mady Diabaté. De nummers die hij zingt zorgen voor een brok in je keel.
Rijkdom
Tel daarbij op een elektrische gitaar, Afrikaanse gewaden en Cubaanse strakke pakken, plus dertien vrolijk swingende mannen, en je hebt een beetje een beeld van iets wat je eigenlijk gewoon moet meemaken. Sommige nummers klinken meer Cubaans, andere juist meer Malinees, maar allemaal hebben ze dezelfde kwaliteit en warme sfeer. Het is een avond vol muzikale rijkdom en het levende bewijs van waarom op cultuur niet bezuinigd moet worden.
Het enige jammere is dat het publiek vrij stil blijft zitten en niet lekker meeswingt. Daarnaast ontbreekt een echte climax: na een lang uitgerekt nummer met applausrondes voor alle artiesten is het programma nogal abrupt afgelopen. Ochoa rent bijna het podium af een liedje extra zit er niet in. Dat stelt wel een beetje teleur, ook al zijn sommige muzikanten een dagje ouder en schijnen ze moe te zijn. Maar… gelukkig hebben we cd nog, waar het allemaal mee begon. En daarmee zijn de goede herinneringen van deze avond elke keer weer op te roepen.