Onderwerp: TONEEL
5 Mei 2011
The Neverending Story blijft áltijd leuk
Door Lucienne Heemskerk, foto's Milán Tettero
B. van zeven is een kind van zijn tijd. Super Mario, Phineas & Ferb en speeleiland.nl maken een belangrijk deel uit van zijn leven, hoewel hij ook graag een (strip)boek ter hand neemt. Rond zijn vierde was B. voor het laatst naar het theater geweest en ik kreeg destijds de indruk dat het hem niet zo heel veel deed. Maar misschien waren de voorstellingen toen wat te braaf. Tijd voor een herintroductie van het theater, nu met meer spektakel. Op 4 mei toog ik aldus met B. naar theater Merlijn in Den Haag, om de uitvoering van The Neverending Story van het Haagse jeugdtheater Rabarber te gaan zien; een voorstelling voor iedereen vanaf zeven jaar.
De gelijknamige film uit 1984 - ik was niet veel ouder dan B. toen ik hem zag - besloeg maar de helft van het boek Die unendliche Geschichte van Michael Ende. En in mijn beleving duurde zelfs die film nog eindeloos – positief bedoeld. Ik was dan ook erg benieuwd hoe Rabarber dit avonturenverhaal met al die fantastische figuren binnen een dik uur zou kunnen naspelen. Maar ik moet het ze nageven: het is ze goed gelukt. Het beroemde verhaal over de eenzame jongen Bastiaan die op school gepest wordt, zijn moeder heeft verloren aan een ziekte en op zolder wegvlucht in het avonturenboek over het land Fantasië, wordt erg knap uitgevoerd.
Fantasië wordt bedreigd door het allesverslindende Niets, en dit Niets blijkt samen te hangen met de ziekte van de kleine Keizerin, die in de Ivoren Toren woont. Hoofdpersoon Atreyu is de held die naar haar op zoek gaat. Echter, alleen door de kleine Keizerin een nieuwe naam te geven, blijkt het Niets gestopt te kunnen worden. Gaandeweg komt Bastiaan erachter dat hij als lezer een belangrijke rol speelt in het verhaal en dat hij de enige is die de nieuwe naam kan bedenken.
Het was genieten van het mooie en verzorgde decor: de zolder van Bastiaan, de boekwinkel van mijnheer Koriander, waar Bastiaan het boek wegkaapt, en de vier zuilen die de Ivoren Toren voorstellen. Ook de prachtige pakken van de steenvreters, de moerascreaturen, de gnomen en natuurlijk de goeiige geluksdraak Falkor waren een lust voor het oog. Het was bijna huilen toen Bastiaan zo gepest werd door zijn klasgenootjes en toen Atreyu zijn verdriet om zijn gestorven paard Artax uitschreeuwde.
Er zat veel drama in het verhaal, maar er viel ook wat te lachen: bijvoorbeeld om de chagrijnige, niezende oude Morla, ‘opgebouwd’ uit drie kinderen die elkaars zinnen Kwik-Kwek-en-Kwakgewijs aanvulden. Het is misschien een open deur, maar wat is het toch knap hoe je met decor, licht en geluid, en natuurlijk met de fantastische acteerprestaties van de Rabarber-jongeren, helemaal in de sfeer van zo’n stuk wordt gezogen, waardoor de wieltjes onder paard en draak en de knuffelolifanten op de zuilen van de Ivoren Toren helemáál niet meer opvallen!
Ik weet niet precies hoe het met B. zat, maar zelf was ik met terugwerkende kracht onder de indruk van de psychologische thema’s, de dubbele laag in het verhaal: de pestende klasgenoten, het gemis van een ouder, het feit dat volwassenen hun fantasie zijn verloren (in het verhaal de oorzaak van de opkomst van het Niets), het gegeven dat je zelf actie moet ondernemen om uit ‘het moeras der droefenis’ te komen, en geen passieve toeschouwer moet blijven, zoals boekenwurm Bastiaan.
Ook B. was best onder de indruk van de voorstelling. Na afloop liet hij me na enig peinzen weten dat hij ook wel eens zo verdiept is in een verhaal, dat het net lijkt alsof hij er in zit. Die boodschap was in ieder geval goed aangekomen. Maar een nog grotere opsteker voor Rabarber lijkt me, dat schermverslaafde B. heel graag nog eens naar dit theater wilde! Voor de volgende voorstellingen, in mei en juni, is B. nog iets te jong, maar we gaan Rabarber de komende tijd zeker in de gaten houden.