Onderwerp: POP-ROCK
29 Oktober 2010
Amerikaanse Waylon Jennings maakt Nederlandse Waylon groot
Door Jeannette Mayer, foto's Michiel Fokkema (klik voor vergroting)
‘Wie niet droomt, wordt nooit wakker!’ is de slogan van Waylon deze theatertour. Maar in de Amsterdamse Kleine Komedie wist ik het zeker: ik ben klaar wakker en ik droom niet. Ik ben getuige van een heel goede show! Een show met supermuzikanten, goede songs en een sausje melancholie. Waylon heeft me verrast. Waylon lijkt een artiest met internationale allure. Maar juist de intimiteit van een theaterzaal versterkt zijn kracht en uitstraling.
Waylon opent zijn show met een kijkje in zijn jeugd. We gaan terug naar Amersfoort waar hij als jochie woont met z’n moeder die altijd in de keuken staat, zijn vader die vrachtwagenchauffeur is en zijn kleine broertje. De vreugde uit het leven haalt het gezin uit de muziek. En dan gaat Waylon los. Hij zingt een hele serie ‘gouwe ouwe’. Hij begeleidt zichzelf op de gitaar. Maar wie z’n ogen dicht doet, waant zich in één ruimte met Lionel Richie , Mick Jagger, Michael Jackson of John Lennon. Wat een breed register heeft deze artiest: als hij een hit van Michael Jackson zingt, is hij ook Michael Jackson en zingt hij Roy Orbison, dan klinkt hij ook als Roy Orbison. Zelfs André Hazes met z’n Amsterdamse ‘snik’ komt langs. Natuurlijk brengt hij ook nummers van zijn grote Amerikaanse inspirator Waylon Jennings. Tot de pauze boeit hij de zaal op deze meeslepende manier. Het publiek gaat los door de sound van de herkenning, de sound van de jaren 80. Veel dertigers en veertigers zitten er in de zaal.
Toch gaat het niet alleen om de muziek. Het gaat ook om een droom, zo vertelt Waylon. Zijn grote droom, die hij nooit op heeft willen geven en waardoor hij nu op het podium staat. Hij vertelt er melancholisch over. En dat geeft net even dat stukje extra. Niet iedereen denkt er zo over: we komen toch voor zijn muziek!? Waarom dan al dat gepraat er tussen door? Maar voor mij onderscheidt hij zich hierdoor net even van andere artiesten. Hij weet het innemend en geloofwaardig te brengen. Voor wie nu denkt dat het een concert is voor ‘softies’ vergist zich. Waylon verrast na de pauze met een eigentijds staaltje muzikaliteit dat indruk maakt. Rauw, enthousiast, compact
en alles klinkt als een klok: zijn beweging, zijn stem, zijn uitstraling. Het gaat hier om eigen nummers. Hier blijkt vooral dat Waylon een groot talent is. Het is niet voor niets dat hij een contract door Motown heeft aangeboden gekregen. De status van een groot popidool zou hij kunnen halen. In de zaal zitten ook twintigers die komen voor zijn good looking uitstraling.
In de pauze verkopen zonnebrillen en sleutelhangers met zijn naam erop goed. Maar eigenlijk vind ik dat jammer. Waylon moet niet van een te groot publiek worden, dat zou een heel stuk van zijn charme weg halen. Gelukkig wordt zijn talent ondersteund door een fantastische band die nog niet door de commercie lijkt te worden meegesleurd.. Zeven man en een vrouw spelen de sterren van de hemel. Twee saxofoons, een trompet, percussie- en toetsinstrumenten begeleiden Waylon en maken het geheel af. Waylon en zijn band zijn eigenlijk te groot voor zo’n klein podium als in De Kleine Komedie, maar tegelijkertijd geven zij het publiek in deze intieme setting een heerlijke en ongecompliceerde avond.
Waylon gives a dream to remember!