Onderwerp: POP-ROCK
26 Oktober 2010
Grinderman: smakelijke sound als dikke hete brei!
Door Giel van der Hoeven, foto's Arjan Vermeer (klik voor vergroting)
De laatste keer dat ik Nick Cave live had gezien was alweer vier jaar geleden. Dat was tijdens het als solo aangekondigde optreden in het Haagse World Forum Theater 18-09-06. Op voorhand absoluut geen ideale locatie voor een wildebras zoals Nick Cave kan zijn. Maar dit optreden bleek toen wel een voorbode te zijn voor Cave’s ‘hobbyband’ Grinderman dat in 2007 met een verbluffende naamloze debuut cd kwam en dit jaar met de opvolger ‘Grinderman 2′.
Niks solo achter de piano maar een rauw klinkende band met complete backline en veel decibellen! En het chique dak ging er van af die avond in De Haag! De jongeman die gisteren in Vredenburg naast me in de zaal stond vertelde dat hij Nick Cave and the Bad Seeds in 2008 nog in de HMH had gezien en dat die band toen nogal mat overkwam, erg ongebruikelijk voor Cave en zijn handlangers. De verwachtingen waren dus in alle opzichten hoog gespannen, temeer omdat ons voor aanvang door ‘kenners’ was toegezegd een fikse bak herrie voorgeschoteld te krijgen.
De band samenstelling was gisterenavond in Utrecht exact hetzelfde als toen in het WFT met behalve voorman zanger/gitarist/toetsenist Nick Cave ook nu weer Warren Ellis (gitaar/viool/viola/mouzouki/percussie), Martyn P. Casey (bas) en Jim Sclavunos (drums). Het enige verschil was de setlist die toen - logischer wijs - alleen uit Cave’s solo repertoire bestond en nu uitsluitend Grinderman songs bevatten. En oh ja, Cave z’n snor was eraf, maar de baarden van Ellis en Sclavunos waren alleen maar voller en forser geworden. En dat gold eigenlijk ook voor de sound. Wat een volume brengen die Grinder mannen voort zeg! Wat in het volgepakte Vredenburg (ruim 2.000 bezoekers) overigens verre van irritant klonk want het geluid stond prima afgesteld.
Met ‘Mickey Mouse And The Goodbye Man’ knalt het kwartet er gelijk als een stel waanzinnige in. De aanwezige fotografen was opgedragen slechts één nummer te fotografen. Maar in de ruim zes minuten die het openingsnummer duurde hebben ze wel de kans van hun leven gehad om Cave in werkelijk alle poses en posities te schieten. Met een onaflatende energie raast hij over het podium. ‘Worm Tamer’ volgt er direct op, het nummer klinkt net zo weird als dat de titel is. Nog zo’n ijzersterke eigenschap van Cave: goeie titels bedenken, al zijn de songteksten van Grinderman een stuk simplistischer als in zijn solo werk. Maar het gaat bij Grinderman dan ook hoofdzakelijk om de (live)beleving en de teksten wapperen vrolijk op de muziek mee.
Ook in ‘Evil’ dekt de vlag de lading. Ooit een kind dat de zin niet kreeg, kwaad trappelend op de grond zien liggen? En gedacht wat een aansteller?! Die gedachten kwamen gisteren ook op toen Warren Ellis als een losgeslagen incapabele Catweazle met zijn strijkstok als vervaarlijk wapen in de hand alles dat los en vast zat mepte alsof z’n leven er vanaf hing. Maar als een volwassen kerel dat doet, die ook nog eens een snoeihard maar zeer acceptabel steengruis geluid voortbrengt, wordt het ineens puur entertainment. Hij steelt de show tot groot vermaak van de toehoorders in de De Rode Doos.
En Nick Cave? Die lijkt het alleen maar naar zijn zin te hebben vanavond. Hij trekt een rood gemutste blonde deerne het podium op voor een intiem dansje totdat hij tot de ontdekking komt dat hij met z’n 53 heftige levensjaren (je ziet het niet aan hem af!) te oud wordt voor dit creepy gedoe. Hij schud handjes, of groet zo nu en dan een bekende in het publiek met een big smile of met zijn met goud beklede wijzende vingers. Hij zegt herhaaldelijk te willen relaxen maar blijft onverstoord doorgaan met het spuien van zijn hysterische teksten op de van hem zo herkenbare wijze. Terwijl de band inderdaad die beloofde bak smakelijke herrie als een dikke hete brei over ons uitstort, gelijk magma dat uit de aardkorst tevoorschijn komt. En waarbij bassist Casey - die als enige van de drie mobiele muzikanten niet van zijn toebedeelde vierkante meter afwijkt - apathisch blijft doorpompen met de lavastroom. De boomlange beruchte elegante ontaarde ’slager’ Jim Sclavunos hakt daarbij lustig op los.
Eindelijk wordt er na een nummertje of negen wat gas terug genomen met ‘Kitchenette’, maar dan direct weer door naar de vijfde versnelling met de blikvanger van de eerste cd ‘No Pussy Blues’, over de frustratie van voortdurend afgewezen te worden. Zoals gezegd: titels spreken boekdelen in Grinderman’s recht voor z’n raap vertellingen. En toen was daar ‘Bellringer Blues’ het beste nummer op ‘Grinderman 2′ wat mij betreft. Live heeft deze song nog meer impact met een prettige zeurderige melodie, een omgekeerde riff uit Ellis’ gitaar en een intens groovy klinkend orgeltje over een welhaast claustrofobisch klinkend funk ritme. “We are the soul survivors of this world” tiert Cave. En gelijk heeft ‘ie! Al had hij wat mij betreft ook mogen zingen “We are the soul survivors of rock ‘n roll”.
Want de belangrijkste conclusie die we na vanavond kunnen trekken is wel dat dit rock in zijn puurste vorm is. Knallende drums, een vet bas geluid, gierende gitaren, geme(e)n(d)e vocalen en teksten aangevuld met vreemde geluiden uit net zulke vreemde instrumenten gebracht met een beleving die zijn weerga niet kent. Eerlijkheidshalve dien ik te zeggen dat zo’n bak herrie ook tot een overdosis in korte tijd kan leiden met concentratie verslapping als gevolg. Persoonlijk hoor ik liever de Caveman solo met een spanningsveld tussen zwijmelen en het uitschreeuwen. Met lyrische poëtische teksten (Abattoir Blues/The Lyre Of Orpheus) en prachtige murder ballads. Maar voorop gesteld, deze avond had ik toch niet willen missen!
Veel van mijn (blues)vrienden begrijpen niet dat Cave en zijn Grinder mannen toch zoveel ‘serieuze muziekliefhebbers’ aanspreekt. Waren ze er maar bij geweest gisteravond, verdere uitleg had dan overbodig geweest.