Onderwerp: KLASSIEKE MUZIEK, TONEEL
30 Augustus 2009
De ingebeelde zieke, een uitbundig spektakel
Door Mieke Kreunen met foto's van Leo van Velzen
De verwachtingen waren hoog voor de première van De ingebeelde zieke. De productie was maandenlang aangekondigd en kosten nog moeite waren gespaard om heel Utrecht te informeren dat deze voorstelling de moeite waard is om te gaan bezoeken.
Een uitbundig spektakel is het zeker wel geworden en een lust voor het oog en oor. De openingsscene is daar meteen een voorbeeld van als de Parijse bourgois Argan in een wit gewaad oprijst vanuit een glimmende zwarte doodskist.
Hij wordt bejubeld en geroemd en rond zijn hoofd verschijnt een stralenkrans, als ware hij de Zonnekoning zelf. Daarmee wordt eigenlijk al duidelijk waar deze voorstelling over gaat: iemand die verzot is op aandacht en alles doet - zelfs kwalen simuleren - om dat te krijgen. Ook de historische context wordt aangestipt: dat het stuk werd gemaakt voor Lodewijk de 14e die als overwinnaar uit de oorlog met de Nederlanden was terug gekeerd.
Paul R. Kooij speelt de titelrol Argan lekker overdreven. Hij kan daar al zijn temerige en zeurdige stemmetjes in kwijt. Zijn steun en toeverlaat is huishoudster Toinette (fantastisch gespeeld door Loes Luca), de enige die in het merkwaardige huishouden van Argan redelijk nuchter weet te blijven. Tjitske Reidinga speelt Argan's echtgenote Béline, een mooie geslepen vrouw die onder het oog van haar 'zieke' wederhelft van bil gaat met notaris Bonnefoi (Vincent Croiset).
Het gezelschap medici dat Argan omringt is even komiek als kleurrijk. Karel de Rooij en Peter de Jong vertolken de rollen van lijfartsen Purgon en Fleurant met verve en vader en zoon Diarrheaux Peristaltique (Hans Leendertse en Martijn Fischer) zijn wel zeer wonderlijke vertegenwoordigers van de medische stand. Esther Porcelijn speelt Louisson en Lidewij Mahler neemt de rol van dochter Angélique op zich die verliefde is op Cléante (Thomas Cammaert) terwijl pappa haar wil uithuwelijken aan de jonge Diarrheaux Peristaltique om zich te verzekeren van levenslange gratis medische hulp. Naast hypochonder is Argan ook nog een vrek. Het is Argan's broer Béralde (Peter Blok) die uiteindelijk voor de oplossing zorgt in zowel het huwelijksprobleem als met betrekking tot de kwalen van zijn broer.
De voorstelling zit vol met prachtige beelden en zowel decor als kostuums zijn werkelijk schitterend. Het is een stuk dat niet te ingewikkeld gemaakt is en waar wel voldoende te beleven valt. Van de tussenspelen is veel werk gemaakt en het is genieten geblazen van zangstukken en de barokmuziek van Marc-Antoine Charpentier. Om de verstaanbaarheid van de teksten te bevorderen worden ze zelfs geprojecteerd op de muur van het theater.
Er zijn grappen en grollen te over die hier en daar wel wat erg expliciet en plat dreigen te worden. Voor een voorstelling die ook voor kinderen vanaf een jaar of tien geschikt zou moeten zijn, zitten er wel erg veel schuine teksten in en boertige poep- en pieshumor. Ook boet het stuk hier en daar in het (ondanks het inkorten te lange) eerste deel aan vaart in. In het tweede deel dat relatief kort duurt, zit de vaart er echter goed in en is het einde als bij toverslag daar.
Toch beangwoordt deze eersteling van De Utrechtse Spelen aan het doel dat DUS er mee had: een stuk maken dat geschikt is voor iedereen en grote groepen mensen naar het theater kan trekken. Ik denk dat dit prima gelukt is en dat - mede dankzij de sterrencast - de Utrechtse bevolking zijn weg naar de Schouwburg wel zal weten te vinden.
Een laatste opmerking tot slot betreft het kledingvoorschrift 'uitbundig' op de première uitnodiging. Ik heb zelden een première gezien waar het publiek zo saai en onuitbundig gekleed ging. Zoveel glamour als het op het toneel was, zo weinig was er in de zaal. De eenzame paparazzo die in zijn eentje aan het kleine rode lopertje stond om de BN-ers te fotograferen had ook niet zo heel erg veel te doen.
Tot slot hulde voor regisseur Jos Thie die lekker uit heeft gepakt in dit stuk met een groot aantal visuele en theatrale vondsten zoals het orkest dat in de tweede actie van de tribune wordt gehaald en op bedden wordt afgevoerd. Wij zijn benieuwd wat ons van De Utrechtse Spelen in de toekomst nog meer te wachten staat.