Onderwerp: OEROL
11 Juni 2009
Column Jeroen Pater | Oerol Haters
Laat ik beginnen met te schrijven dat ik nog een plekje weet om het eerste weekend te crashen in een droog huisje op West. Mijn vriendin, Sasja Bork, en ik hebben drie maanden moeten zoeken eer we deze vonden. Alles was al volgeboekt. En als je in januari begint met zoeken ben je al weer dik een half jaar te laat. De vaste Oerol-ganger is dol op verassingen als het gaat om voorstellingen, maar extreem voorzichtig als het gaat om het huren van een feestkot. Die wordt de dag na het einde van het festival al weer vastgelegd voor het jaar daarna. Geen spanning aan.
Nu zou je denken: dat plekje in dat huisje op West raak je zo kwijt! Niet dus. We hebben geleerd dat er ook mensen zijn die Oerol haten. Wie zijn dat? Natuurlijk vallen in deze categorie een groot deel van de Terschellingers zelf. Die door de vastelanders worden omschreven als 'de Eilanders' en die tijdens Oerol zwaar in de minderheid zijn en worden behandeld als een uitstervend ras. Ze worden op de foto gezet. Brood gevoerd. Opgejaagd door de cultuur liefhebbers van de grote stad. Alles buiten Terschelling is de grote stad. En iedereen buiten Terschelling heeft haast.
Onder de Oerol haters zitten ook een paar vrienden van mij. De eerste moet niets hebben van de 40-plus, Pieterpad lopende, legerkistjes en vijf lagen kleding dragende vrouw. Hij heeft ze het liefst jong, schaars gekleed en vooral NIET zwanger. Ook vindt het hij het niets dat de jaren zestig herleven en wel door dezelfde mensen die de jaren zestig ook echt beleefd hebben.
De tweede vindt het te druk. Ze zegt dat ze moeite heeft om zich over het 'Oerol gevoel' heen te zetten. Namelijk dat massale happinezz gevoel. Als je het eiland op loopt moet je gelukkig zijn. Blij in de rij voor de kaartjes. Blij in de rij voor het toilet. Lachend als het begint te regenen op Westerkeijn. En je slap lachen als je spullen wegwaaien van de camping. Hilarisch en hey: why worry, je bent op Oerol! De boot nemen vanuit Harlingen betekent je slechte humeur aan wal laten. En waag het niet om te balen.
Toch vind ik één type Oerol hater de leukste omdat het de meest pijnlijke is. Dat oudere stelletje die niet in de gaten had dat ze tijdens Oerol naar Terschelling zijn gegaan en het pas op het eiland ontdekken. Dat oudere stelletje dat besloot om een rustige vakantie in het voorseizoen te boeken met zijn tweeën in een tentje op camping de Kooi. Dat oudere stelletje dat zag dat ze op maandag nog alleen stonden op het prachtige veldje tussen de appelbomen. En op vrijdag ineens omgeven werden door geile, lawaaierige, Jutters drinkende volwassenen die denken: die twee saaie dozen vertrekken waarschijnlijk op vrijdag. Het zou leuk zijn als iemand nog een plekje over heeft in een huisje. Dan kunnen ze hun laatste weekend nog rustig doorbrengen. Weet iemand nog iets?
Ben toch wel blij, dat we uiteindelijk bij jullie gecrasht zijn en nog heel erg bedankt voor zoveel happinezz in dat huisje in West. Op die geile Kooi-camping voelden mijn vrouw en ik ons behoorlijk buiten gesloten Ik herken me overigens volledig in jouw eerste twee soorten haters, maar je hebt oerol haat en je hebt oerolhaat. De eerste vorm beschreef jij al, de tweede is méér des oerols, denk ik: Haten door woest knuffelen. Echte knuffelbeesten liepen er rond, rond die podia. Aangeraakte mannen met kragen van schuim op de bovenlip en eelt tussen de tenen op zoek naar een warme moederborst, vrouwen die een paar keer per dag hun laagjes wisselen om hun oerolgevoel heftig te luchten (vrouwen doen niet woest, zij reageren heftig). Als schalkse dievegges stalen zij de helft van je dubbele moraal en brachten zo de naïve would-be jaren zestig sloom weer tot leven. Met een vino in de ene en een peukie-joint in de andere hand, kruisten zij high door low land, jutterig warmbloedig; overigens zonder een spiraal van geboortes achter zich aan te slepen dit keer – juttend naar dat oer(ol)gevoel, dat bij de één in de onderbuik en bij de ander in het strottenhoofd gevoeld wordt. Allen leken te haten, namelijk dat zij de rest van het jaar weer in een gareel moeten. Oerol: een samentrekking van oerendhard en horendol.
Gert Jan Bokdam (E-mail ) (URL) - 19-06-’09 17:24Ik was heel blij met een echt huisje in plaats van een tentje. Een tentje bouwen op een camping heb ik altijd al primitief en simpel gevonden. En zo simpel is de gemiddeld hoogopgeleide oerolmedemens nou ook weer niet, dat hij zich geen tentje in een echt huis kan veroorloven. Geef mij op zijn tijd maar m’n huisje, boompje en mijn eigen feestbeest – zonder enge burententjes. Ik denk, dat ik voor volgend jaar maar mijn eigen huisje laat bouwen op het eiland.