Onderwerp: MULTIMEDIA, FESTIVAL, TONEEL
30 Mei 2007
In Muze wordt veel gezocht, maar weinig gevonden
Door Barbara Klomp met foto's van Anna van Kooij en Muze (klik voor vergroting)
Gezien op Festival aan de Werf Utrecht
Het is donker, we zien vier grote schermen waarop de beelden van bewakingscamera’s te volgen zijn. Op de grond ligt een man. Links van het toneelbeeld zien we percussionist Marcel Andriessen, rechts van de ‘toneelvloer’ zit celliste Saartje van Camp.
Op de bewakingsbeelden zien we een verlaten pand. Dan gaat er over een van de vier beelden het licht van een zaklantaarn. Kort daarna zwaait er licht over de toneelvloer. De man op de grond komt langzaam overeind.
Het is het begin van de voorstelling Muze, een voorstelling waarbij de toneelwerkelijkheid overgaat in een filmwerkelijkheid en vise versa.
De man staat op, de vloer kraakt. Het is een vloer gemaakt van videobanden. Een archief van het collectieve geheugen, gevangen in flarden van opnames.
De man valt op zijn knieën, pakt een videoband uit de vloer en trekt de tape eruit. Op de beelden achter hem zien wie de tape zich versnelt afspelen. Een onderbreking laat de film doorspelen, we zien flarden van interviews. Teksten over kunst, maar meer nog over de liefde. Over het vinden van de liefde, of de onbereikbare liefde. De acteur/zanger op het toneel zingt in het Duits, ‘Ich such dich’. In zijn zoektocht pakt hij een volgende tape. Op het grote scherm is hij nu op de rug te zien. Alsof het scherm tevens camera is en live opname maakt. Maar dan gaat het beeld achteruit. We zien in rewind het publiek binnenkomen en een plaats zoeken. We zien de man, met achter hem een prachtige vrouw die alleen in de filmische werkelijkheid lijkt te bestaan.
Dan verandert de film weer. Op het doek zien we acteur Raymond Spannet. Zijn teksten zijn theoretisch, en gaan allen over het archief van onze fantasie, of dromen. “Men voelt in het archief de onderlinge samenhang der delen, die niet zonder elkaar kunnen bestaan en slechts in samenhang kunnen worden begrepen.”
En daar legt hij dan ook meteen de vinger op de zere plek van deze voorstelling. Want hoe mooi bedacht allemaal, de samenhang van de elementen is soms wel erg weinig. De makers, Arnoud Noordegraaf en Luuk Vierhout, vragen wel erg veel van het associatief vermogen van de toeschouwer en leggen de nadruk te veel op de vorm, waardoor de inhoud wel erg in het vage blijft.
De veelvoud aan onderdelen en disciplines roept meer vragen op dan er beantwoord worden. De voorstelling kent zeker zijn kracht. De muziek met vervreemde toneel- en
filmbeelden wekt soms een prachtig droomgevoel op en leunt tegen het hypnotiserende aan.
Maar deze verschillende disciplines en waarheden die in elkaar overlopen zijn mooi, maar geven geen antwoorden. Filmbeelden van de roodharige danseres Doris Madreiter zijn prachtig, we kunnen begrijpen dat zij zijn Muze is, dat het “Ich such dich” op haar slaat. Maar verder dan esthetisch mooi gaat het niet.
Wanneer de vloer met videobanden onder het achterdoek verdwijnt, zingt de man op het toneel zijn laatste lied. Hij heeft gevonden wat hij zocht. Voor het publiek is dat helaas wat onduidelijker. En dat is jammer, want alle ingrediënten van deze voorstelling zijn goed. De zoektocht had alleen iets verder mogen gaan, zodat niet alleen de maker, maar ook het publiek vindt wat er gezocht wordt.
Arnoud Noordegraaf - website