Onderwerp: MUZIEK, POP-ROCK
21 Juli 2006
Bo Diddley en Debbie Hastings Band in Melkweg
Door Paul Willemsen met foto's van Shane van Lunteren (klik voor groter)
Gezien op 19 juli 2006.
Bo Diddley is een levende legende. Hij was een van de oorspronkelijke rock & rollsterren, naast Chuck Berry, Elvis Presley, Little Richard, Jerry Lee Lewis, Fats Domino... Van al deze grootheden had hij de rauwste, meest Afrikaanse sound. Zijn snerpende, wild pulserende gitaar en ‘Bo Diddley-beat’ (een clave op toms, plus maracas) vormden een onweerstaanbaar gevaarlijke mix.
Zijn eerste hit (kwam uit in ’55) werd zijn lijflied. Tot die tijd heette hij nog Ellas mcDaniel. Toen Ellas op auditie kwam bij Chess Records, had hij een zeer aanstekelijk liedje. Leonard Chess hoorde het potentieel, maar wist ook dat de tekst veel te schunnig was. In Bo’s woorden: “He said ‘man, we can’t release that! We’re never gonna get away with that! You just get back here in a week and write some other words. Then we’ve got ourselves a hit!’”
Toen hij een week later terugkwam was ‘Bo Diddley’ geboren. Dat lijflied kan natuurlijk op geen optreden ontbreken. In de Melkweg werd het zelfs drie keer ten gehore gebracht, maar de derde keer zachtjes en met de originele tekst, die toentertijd niet door de beugel kon. “... but nowadays you can say any damn thing! So I’ma do it for y’all”.
Dit soort momenten vond ik het leukst van het concert, als opa Bo (bijna tachtig, jampot-glazen bril, slecht ter been) achterover leunde in zijn stoel en grinnikend een ondeugend verhaaltje vertelde. Of zijn ‘old folks rap’ ten gehore bracht. (“...see, people think we old folks can’t rap...”) Van mij zou het hele concert zo laidback mogen zijn. Iedereen op stoeltjes, niet te hard. Want hoewel de band (the Debbie Hastings band) verdienstelijk speelt en Bo nog vrij goed bij stem is, komt de muziek natuurlijk geen moment ook maar in de buurt van zijn magische platen van de jaren vijftig tot begin zeventig. Bovendien leek Bo zich, vooral in het begin, niet echt bewust van het feit dat er een band achter hem stond te spelen. Hij was vooral druk met zijn beroemde rechthoekige gitaar, die hij niet echt gestemd kreeg en die hij herhaaldelijk argwanend bekeek. De douane had er iets raars mee gedaan... Tussen en zelfs tijdens de nummers nam hij zeer rustig de tijd om te stemmen, zijn autowah pedaaltje in en uit te prikken, een reserveversterker te laten aanslepen... (dit alles overigens zonder enig hoorbaar verschil).
Ik zet dus maar weer een oude chess plaat op (luister overigens ook eens naar de vorig jaar uitgebrachte funk-compilatie Tales from the Funk Dimension 1970-73: Drive by Bo) en ben blij dat ik een oude held nog van dichtbij heb kunnen meemaken. Ik opteer voor een Bo Diddley unplugged optreden in het Vondelpark. Met gebraden kip en witte wijn en singalongs en schuine moppen.